Apollinaire

Dichter-kunstenaar Rouveyre was met Guillaume Apollinaire in Deauville (Normandië) op het moment dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Kort na die oorlog, op 9 november 1918 overleed Apollinaire aan de Spaanse griep. In de tussentijd had hij aan het front gevochten, waarbij hij een hoofdwond opliep – Rouveyre tekende de dichter met het hoofd in het verband. Ook zijn belangrijkste literaire werken waren gepubliceerd: de bundel Calligrammes met invloedrijke visuele poëzie en het toneelstuk Les mamelles de Tirésias, waarvoor hij de term 'surrealisme' had bedacht, die daarmeevoor de toekomst werd geënt.

Rouveyre beschreef het huis van Apollinaire aan de Boulevard Saint-Germain, hoek rue Saint-Guillaume, als een appartement op zes hoog waar stof als een mooie deken over de voorwerpen lag. In een soort zelfgebouwd boudoir op het dak hingen twee tekeningen van Matisse aan de muur. De schilder Matisse was zeer gesteld op Apollinaire en aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, toen Rouveyre en Matisse elkaar regelmatig spraken, besloten zij een boek over hun vriend te maken.

Rouveyre schreef de tekst van Apollinaire en Matisse ontwierp de cassette, een omslag, een ets, 7 litho's (portretten) en 3 linosneden (initialen). Tussen 1941 en 1951 werkte Matisse aan zijn bijdrage voor dit boek waarin onder andere een portret van Apollinaire is verwerkt. Het drukwerk kwam gereed in april 1952 – en de auteur was verrukt van de blauwe cassette met de witte letters en het omslag met de gele bloemen dat door de firma Mourlot was gedrukt. Uiteindelijk verscheen het boek pas in 1953, vijfendertig jaar na de dood van hun gezamenlijke vriend.