Louis Koopman en Anny Antoine: biografieën
Na een kort verblijf in het nu verdwenen hotel Astoria en na pensions in de Bazarstraat en de Anna Paulownastraat vond ze in 1928 een woning naar haar zin in de Van Speykstraat 10, bij een familie die haar zeer toegenegen was. Ze kon er haar leerlingen ontvangen en had er voldoende ruimte voor haar groeiende collectie boeken (op het laatst vier grote kasten) en dat alles in de buurt van de Haagse en Scheveningse bosschages en de zeekant. Geen wonder dat ze er tot het einde toe is gebleven.
Den Haag bleek op den duur een goede keus: er woonden nogal wat families in goeden doen waar het zich occuperen met de Franse taal bon ton was. Maar Anny Antoine was natuurlijk niet de enige die dat ontdekte; er was sprake van een zodanige concurrentie dat zij eerst genoodzaakt was een baan als verkoopster aan te nemen in een modehuis Maison de Paris, een verbintenis waaraan een einde kwam in de loop van 1927 na een periode van ziekte en aansterken in haar ouderlijk huis, sinds 1923 in Erps-Kwerps.
Hierna ging het haar meer voor de wind. Het kostte haar steeds minder moeite leerlingen te vinden, welstaanshalve allen min of meer jonge dames. Een aardig detail is dat ze zich placht uit te geven voor een echte Française; dat scheelde bij de werving. Waarschijnlijk gebeurde die vooral op recommandatie, want Anny Antoine was een uitstekende lerares, serieus, methodisch, maar ook een aimabel mens, die haar leerlingen enthousiast wist te maken. Sommigen werden haar vriendinnen, met wie zij er op uit trok in haar vrije tijd. Die zal niet ruim bemeten zijn geweest. Buiten haar lespraktijk van ongeveer vijfentwintig uur per week, nam zij zelf les. Ze bereidde zich voor op het diploma Frans M.O.-A., dat ze in 1931 behaalde en ging verder met de Franse studie aan de universiteit van Utrecht. Daarbij deed ze aan Italiaans en Latijn en probeerde ze serieus haar lacuneuze Nederlands te verbeteren, ook met het oog op het M.O.-examen en eventueel vertaalwerk. Er bestaat een verzoek tot beëdiging als vertaalster. Dan nog het lezen en niet te vergeten het schrijven. Zij schreef graag: stemmingsstukjes, pretentieloze schetsen, maar ook opstellen over literaire onderwerpen, eerst nogal schools, later meer academisch van toon. Zo bestaat er een scriptie 'Corneille et Racine' voor professor Valkhoff en een verhandeling over de 'acte gratuit' bij André Gide en anderen. De rest van haar tijd ging op aan eenvoudige genoegens als wandelingen, theaterbezoek, sociale contacten en nu en dan een reisje. Een vol leven voor iemand met een zwakke gezondheid, die regelmatig rusten moest.
Het is diep tragisch dat aan dit alles door een afschuwelijk ongeval een einde kwam. Op een mooie zondagochtend, 25 juni 1933, werd Anny Antoine op weg naar de Scheveningse pier gegrepen door de bijwagen van tramlijn 8. Zij was op slag dood en werd enige dagen later begraven op het kerkhof van Erps-Kwerps.
De relatie Anny Antoine - Louis Koopman
Anny Antoine en Louis Koopman hebben elkaar voor het eerst ontmoet in november 1925 in Den Haag, op een bijeenkomst van de Alliance française. Zes weken later volgde een tweede ontmoeting, ditmaal op een avond van het genootschap Nederland-Frankrijk. Beiden vatten meteen sympathie voor elkaar op, waarbij van begin af aan hun wederzijdse belangstelling voor de Franse literatuur en liefde voor het bibliofiele boek een grote rol speelden.
Uit de bewaard gebleven brieven blijkt duidelijk, hoezeer Koopman bovendien het Belgische meisje in het toch tamelijk vreemde Nederland tot steun heeft willen zijn op alle mogelijke gebieden. Een grote preoccupatie is haar gezondheid. Ontelbare malen spoort hij haar aan het toch vooral rustig aan te doen, zich in acht te nemen, haar kleding en voeding aan te passen aan het Nederlandse klimaat en de dokter te raadplegen. Ongetwijfeld speelt ook Koopmans beroepsmatige belangstelling voor medische zaken hierin mee.
Daarnaast wordt hij niet moe te wijzen op het belang van regelmatige studie, vooral van het Nederlands. Wat dit laatste betreft kan worden gesproken van een stokpaardje: Louis treedt duidelijk op als de leraar Nederlands van Anny. Hij geeft haar 'dagelijksche taaloefeningen' door middel van krantenartikelen die hij selecteert op leerzaamheid. Bovendien bedient hij zich in zijn Nederlandstalige brieven, die overigens in de minderheid zijn, van idiomatische hoogstandjes tot lering van zijn vriendin, en spoort haar aan de Nederlandse grammatica te bestuderen. Anny accepteert dit alles met de haar eigen opgewektheid, soms gemengd met milde ironie, getuige de schalkse aanhef van een van haar brieven: "Mon cher Socrate".
Zij heeft ongetwijfeld veel gehad aan de adviezen van haar vriend, die op 25 december 1931 haar verloofde wordt. Behalve van deze niet aflatende zorg, die zich ook nog uitstrekt tot het beleggen van Anny's spaargeld, het invullen van haar belastingbiljet en het raad geven inzake het zetten van een echt Nederlands kopje koffie, is er natuurlijk sprake van heel andere zaken: veelvuldige afspraken, zondagse lunches, doorgaans in café-restaurant L'Espérance, reizen in Nederland, naar Erps- Kwerps en naar verschillende delen van Frankrijk, theaterbezoek en omgang met vrienden. Zo beschrijft Anny in een alleraardigst opstel een middag die zij met Koopman doorbrengt bij diens vriend, de schilder Karsen. Er kan dus tot op zekere hoogte gesproken worden van een gedeeld leven, al blijft Koopman in Amsterdam wonen. Hieraan kwam door Anny’s ongeluk in 1933 abrupt een einde. Na haar dood bleef Louis Koopman hartelijke connecties onderhouden met haar ouders, haar broer en diens echtgenote. Vooral voor Emmanuel Antoine ('Père') was zijn genegenheid groot. Louis werd kennelijk als schoonzoon beschouwd, in wie de ouders hun dochter zagen voortleven. Hij heeft hun dan ook herhaalde malen beloofd in Anny's geest door te zullen gaan.