Gerbrand Adriaensz Bredero (1585-1618)

Gerbrand Adriaenszoon Bredero leidde een kort maar bewogen leven. Als schrijver van toneel bleef hij eeuwenlang bekend, vooral met de stukken 'Spaanschen Brabander Ierolimo' en de 'Klucht van de Koe'. Zijn personages spraken normaal, volks Nederlands.

Portret van G.A. Bredero.

Gerbrand Adriaenszoon Bredero was zelf waarschijnlijk de beste illustratie bij het gezegde dat hij zelf bedacht: 'Het kan verkeren.' Hoewel hij op het romantische aspect weinig geluk had, hij trouwde niet en kreeg geen kinderen, was hij als dichter en toneelschrijver zeer succesvol. De meeste toneelwerken van Bredero verschenen tijdens zijn leven meerdere malen in druk, en vaak werden ze ook op het toneel gebracht door rederijkerskamer D'Eglentier of later door de Nederduytsche Academie. Zijn toneelwerk was nauw verbonden met de realiteit: hij situeerde veel van zijn werk in zijn eigen geboorte- en woonplaats Amsterdam. Bredero hield niet van hoogdravende taal en ingewikkelde constructies.

In zijn gedichten stonden religie en liefde centraal, maar Bredero goot ook veel betogende tekst in dichtvorm: het gedicht 'Den broeders in liefde bloeyende' is een berijmd betoog dat zich keerde tegen de het beleid van D'Eglentier, waarvan Bredero toen nog deel uitmaakte. Zijn belangrijkste dichtwerk is het Groot Lied-boeck, dat in 1622 postuum werd uitgegeven.

Geboren te Amsterdam op 16 maart 1585

Overleden te Amsterdam op 23 augustus 1618

Leven en werk van Bredero

Over de gedichten van Bredero

Online bronnen over Bredero