De Blauwe Schuit: Een moscovitische legende

Geheimzinnige Cyrillische symbolen zijn deel van de illustraties in de zevende Blauwe Schuit-uitgave: Een moscovitische legende.

Op 23 juli 1941 schreef de drukker H.N. Werkman dat hij van dominee August Henkels 'het drukplan en ook de tekst van de Legende' had ontvangen, en hij schreef daarbij zijn commentaar: 'Niet malsch'. Toch kon hij twee weken later al melden dat de eerste proef klaar was. Hij waarschuwde ervoor dat het maken van de oplage erg arbeidsintensief zou worden: 'De kleuren aan de binnenzijden van het omslag vind ik wel heel mooi, hoewel ze niet economisch zijn: er is veel inkt mee gemoeid voor een oplage.'

Het is bij alle Blauwe Schuit-uitgaven in de eerste plaats de kunstenaar Werkman die het boek wil maken, niet de drukker. Een drukker zou immers niet inefficiënt te werk kunnen gaan, zonder een faillissement over zich af te roepen. Werkman kiest steeds voor illustraties die eigenlijk niet goed in oplage te maken zijn. Een ets of een houtsnede zouden veel makkelijker zijn (zie de eerste uitgave van De Blauwe Schuit: Het jaar 1572).

Russische illustraties

Hoewel de titel van het verhaal naar Moskou verwijst, heeft het verhaal weinig te maken met Rusland. Vladimir Solovjov (1853-1900) schreef het verhaal 'Korte vertelling van de Antichrist' aan het einde van zijn leven (in deze uitgave wordt zijn naam als 'Solovjev' gespeld). De Blauwe Schuit-uitgave is een vrije bewerking van een ingekorte Duitse vertaling. Solovjov beschouwde het 'kwaad' als een grote bedreiging. Hij vond dat christenen - protestanten, katholieken en orthodoxen - zich moesten verenigingen in een universele kerk, voornamelijk om weerstand te kunnen bieden tegen het wereldlijk gezag. Geestelijk gezag was belangrijker. Dit streven naar een theocratie is in Een moscovitische legende aan de orde. Maar hierin wordt - in een verre toekomst - de nieuwe wereldleider als een supermens beschouwd. Deze dictator schrijft een boek met de titel 'De open weg' en wordt uiteindelijk afgezet als een 'Antichrist'.

Het verhaal speelt zich overal en nergens af, maar het gaat om de machtsverhoudingen in Europa ten opzichte van Azië. Moskou wordt niet genoemd, een groot deel van de handeling voltrekt zich in Jeruzalem. Maar daarvan zien we in de illustraties van Werkman niets terug. August Henkels (dominee) en Adri Buning (slaviste) beijverden zich voor beelden die werden ontleend aan Russische iconen. De meest ingewikkelde illustratie is die op de voorzijde van het omslag: een Russisch orthodoxe kerk met ui-vormige torens. Hiervoor zijn minstens zes verschillende sjablonen gebruikt. Eerst is het rode vlak afgedrukt, vervolgens het blauw. Daarna zijn geel en zwart gedrukt (het zwart over het geel). De ui-vormige spitsen zijn eerst in geel gedrukt. Daarna is het goud erop aangebracht.

  • Wladimir Solovjev, Een moscovitische legende (1941), vooromslag

Symbolen in goud gedrukt

Er zijn drie pagina's met Cyrillische symbolen. In de eerste proeven waren er maar twee, aan het begin en einde van de tekst, maar die staan nu voorin: op de binnenzijde van het omslag en op het tweede tekstblad.

De symbolen voorin staan samen voor de naam van Jezus, zoals die op iconen wordt vermeld: 'I(eso)S CH(risto)S'. Het symbool achterin komt overeen met het symbool voor Maria. Voor De Blauwe Schuit-uitgaven zijn doorgaans illustraties gekozen die wél rechtstreeks te maken hebben met de inhoud van de teksten. Dit is een uitzondering.

Drukken in goud

De pagina's met symbolen in goud maken extra indruk door hun egale rode of groene ondergrond. Het goud zelf is niet gedrukt. In een brief (28 augustus 1941) schreef Werkman: 'Dat poederen en afstuiven is een tijdroovend werkje, maar nu het kant en klaar is ziet het er ook mooi uit. Langzamerhand krijg je daar ook meer vaardigheid in.'

Daarvoor werd eerst een voordruk gemaakt (zoals het geel op het omslag). In de verse afdruk werd dan het goudpoeder ingewreven met een zachte wat (Werkman kan ook iets anders gebruikt hebben). Voor de vorm zelf zal hij weer een sjabloon hebben gemaakt. Nadat de druk gedroogd is, wordt het overtollige poeder weggevaagd. Bij het Maria-symbool achterin zijn nog resten van het goudpoeder links en rechts van het symbool waarneembaar. Op die rode en groene pagina's heeft hij de vorm niet voorgedrukt in geel. Zelf schreef hij dat het goud pas kon aanbrengen als de kleuren 'kurkdroog' waren, maar hoe hij dit precies deed is onduidelijk. Waarschijnlijk bracht hij eerst een laagje eiwit aan.

Te zien is dat de tekstpagina's nog niet goed gedroogd waren vóór de boekjes werden ingenaaid. We zien dat zwarte inkt van de titel - de eerste 'i' in 'moscovitische' en de middelste 'e' in legende' - hun weerslag hebben gekregen in het goud. Andersom zien we restjes van goudpoeder terug op de titelpagina. (Alleen met een loep goed te zien).

Variatie in letters

De titel is gezet uit de Smalle Vette Antieke. De tekst is grotendeels gezet uit de Egyptienne, corps 12. Maar we zien bijna overal uitzonderingen. Achterin zijn een aantekening en het colofon gezet uit een kleiner corps: corps 10 van de Egyptienne, behalve de titels ervan ('Aanteekening' en 'Colophon': corps 12).

De inleidende tekst op blad 3 is gezet uit een voor reclames bedoelde letter, de Annonce-Antieke. En ín de lopende tekst zijn titels en uitroepen gezet uit de Vette Cheltenham (corps 28 op blad 4, corps 24 op blad 9), terwijl de in het verhaal genoemde titel van het manifest van de Antichrist is gezet uit de Hollandsche Mediaeval (corps 16).

[Auteur van deze bijdrage: Paul van Capelleveen]

Copyright

© De tekstbewerking door F.R.A. Henkels wordt hier gereproduceerd met exclusieve toestemming van de Erven Henkels.

Beschrijving van BS7

[Wladimir Solovjev], Een moscovitische legende. [Bewerking: Adri Buning, August Henkels, illustraties: H.N. Werkman].

12 bladen, ingenaaid in omslag, 290x219 mm.

September 1941.

Letter: Smalle Halfvette Antieke, Annonce-Antieke, Egyptienne, Hollandsche Mediaeval, Vette Cheltenham.

Oplage: 120.

Papier: Tweezijdig wit gesatineerd houthoudend karton (omslag), waarvan een zijde door Werkman voor de helft rood en voor de andere helft groen met de roller geïnkt; een blad grijsbruin machinaal gevergeerd papier (pagina 1-2 en 11-12); twee bladen grijs machinaal gevergeerd papier (met smallere kettingvelden, en anders georiënteerd) (pagina 3-10).

Colofon: 'Colophoon Deze moscovitische legende van den Antichrist werd in opdracht van De Blauwe Schuit gedrukt in Augustus 1941 door H.N. Werkman, die ook de kleurendrukken maakte op zijn handpers, nadat hij oud-russische ikonen had bekeken. De oplage bedraagt 120 exemplaren, die niet in den handel komen en uitsluitend bestemd zijn voor de vrienden van De Blauwe Schuit.’

Literatuur

  • Groninger Museum Werkman Archief [online].
  • Wladimir Solovjov, Korte vertelling van de Antichrist. Bergen op Zoom, 2003.
  • Hendrik Nicolaas Werkman, Brieven rond De Blauwe Schuit (1940-1945). Nijmegen, 2008