200 chambres, 200 salles de bains

Jaar:
1927
Auteur:
Valery Larbaud (1881 - 1957)
Kunstenaar:
J.E. Laboureur (1887 - 1947)
Uitgeverij:
Jean Gondrexon, Le bon plaisir

 

200 chambres, 200 salles de bains, vooromslag

Over de verzamelaar en uitgever Jean Gondrexon (1905-1985) was tot voor kort weinig bekend. In zijn Haagse tijd - in de twintiger jaren van de twintigste eeuw - bracht hij onder de uitgeversnaam 'Le bon plaisir' drie bibliofiele uitgaven van Jacques de Lacretelle, Pierre Girard en Valery Larbaud. Die laatste auteur leerde hij kennen via de uitgever A.A.M. Stols en dit contact leidde tot de mooiste uitgave van zijn pers: 200 chambres 200 salles de bains. Het verhaal doet denken aan de belevenissen van Larbauds beroemdste romanfiguur, Barnabooth, en speelt zich af in een hotel. Curieus is dat E. du Perron in een brief aan Larbaud (26 juli 1932) verklaarde dat hij één van de broers van Barnabooth in het echt had ontmoet: hij heette Gondrexon. Het verhaal van Larbaud is geschreven in de vorm van een brief, verstuurd vanuit Bussaco (nabij Coïmbra in Portugal), ergens in het begin van de twintigste eeuw: 'le .......... 19..'. De auteur begint met een excuus over het briefhoofd. Hij heeft het schrijfpapier van het Palace Hotel genomen, er de kop met naam en adres vanaf gescheurd, maar is vergeten de reclame-mededeling eronder weg te halen, vandaar dat zijn brief opent met de regel: '200 kamers, 200 badkamers'.

Vrijwillige patiënt

Het hotelleven karakteriseert Larbaud als het leven van een permanente buitenstaander: een gast, die soms midden in de stad woont, maar er altijd een vreemdeling is. Maar hij vergelijkt het ook met het leven van een patiënt in een sanatorium of een ziekenhuis, als een deels vrijwillig verblijf en een leven van afhankelijkheid. Het leven in hotels neemt een tussenpositie in, tussen een actief bestaan en dat van een patiënt. Larbaud laat zijn verteller herinneringen ophalen aan gebeurtenissen en bezoekers van de talloze hotels waarin hij ooit logeerde. Aan de schaal met de eerste aardbeien van het seizoen die bij hem aan tafel wordt uitgeserveerd, maar die eigenlijk voor een tafel verderop bedoeld is: die van de enigmatische gravin 'la comtesse X'. Later nodigt zij hem enkele keren uit voor de thee, er volgt een vaag briefje over een voorgestelde geldlening, waarop hij niet in gaat, waarna het contact verwatert en haar krediet bij hotel en leveranciers in de stad kennelijk verspeeld zijn... Maar de rust keert weer, rekeningen worden betaald. De verteller verdenkt haar ervan een avonturierster te zijn en inderdaad: zij wordt op een dag gearresteerd en blijkt in Europa een spoor van onbetaalde hoog opgelopen rekeningen na hebben gelaten.

Complicaties

Jean Gondrexon verhuisde in 1927 definitief van Antwerpen naar Nederlanden woonde op verschillende adressen in Den Haag. Het eerste daarvan, in 1927-1928, was de Van Aerssenstraat 58, vanwaar hij zijn uitgaven de wereld in stuurde. Het boek van Larbaud werd gedrukt bij Joh. Enschedé en Zonen in Haarlem. De tekst werd gezet uit een oude letter van Didot en volgens het colofon was op 15 juni 1927 de oplage gereed: 250 op Hollands papier van Pannekoek, 25 op Japans, waarnaast nog enkele kleine oplagen verschenen met extra suites en ook verschenen er 25 exemplaren op Pannekoek, gedrukt op naam van Alexandre d'Almeida, de eigenaar van het Palace Hotel van Bussaco (Portugal).

De ontstaansgeschiedenis van het boek is gecompliceerd. Al in december 1925 verbleef Gondrexon in Den Haag, waar hij Stols vroeg voor hem te bemiddelen over een editie van Scève. In juni 1926 was hij er nog niet aan begonnen, hoewel Larbaud hem dat toestond. In november 1926 was de lijst uitgaven waarover Gondrexon met Larbaud wilde onderhandelen aangegroeid tot vier: Le secret du Belvédaire (van Emmanuel Lochac), Lettres à deux amis (uitgebreide uitgave), fragmenten uit Larbauds dagboek (zonder titel) en 200 chambres, 200 salles de bains. Maar Larbaud vond de voorstellen van Gondrexon te ingewikkeld: deze verbond voorwaarden aan het uitgeven, wilde sommige dingen alleen drukken als hij ook over enkele andere teksten kon beschikken en bovendien botsten enkele van zijn voorstellen met de belangen van Stols.

Eind november was de zaak kennelijk toch geregeld. In april 1927 schreef Gondrexon 'de ravissantes choses' over het verhaal aan de auteur en intussen kreeg hij de beroemde Laboureur zo ver om 10 etsen voor deze uitgave te maken. In juni 1927 hoorde Larbaud dat het boek een maand later zou verschijnen. Zelf had hij de illustraties van Laboureur toen nog niet gezien. Het boek verscheen pas in september 1927. Gondrexon was traag met het verzenden van de exemplaren: sommige bibliofielen ontvingen hun exemplaar pas in oktober. Later merkte Larbaud op dat Gondrexon de illustrator slecht behandelde en dat hijzelf met de grootste vertraging zijn honorarium ontving. Het boek werd positief besproken in het toonaangevende tijdschrift Arts et métiers graphiques van februari 1928.

Twijfelachtige boekenvriend

Was de uitgeverscarrière van deze Franse bibliofiel en drukker in Nederland heel kort, zijn carrière als verzamelaar was lang en grillig. Uiteindelijk werd zijn bibliotheek in 1996 bij Christie's in Londen geveild, en dat was niet de eerste keer dat zijn boeken op de markt kwamen. In 1996 waren het merendeels Engelstalige boeken, maar zijn collectie bestond aanvankelijk vooral uit Franse literatuur, die hij lange tijd met veel zorg verzamelde. Er werden speciaal exemplaren voor hem gedrukt of ze werden door de auteur van een persoonlijke opdracht in handschrift voorzien. Vlak vóór de Tweede Wereldoorlog verkocht hij er een groot aantal en enkele van die boeken werden door Louis Koopman in Parijs gekocht en vervolgens opnieuw voorgelegd aan de auteurs, die - soms nogal kribbig tegenover Gondrexon - een nieuwe opdracht aan Koopman onder de oorspronkelijke opdracht schreven. Charles Vildrac hoopte dat Koopman het boek een goed onderkomen zou geven. François Mauriac was niet geamuseerd en plaatste bij zijn eerdere opdracht een uitroepteken achter Gondrexon als boekenvriend en ook René Arcos – van wie Gondrexon een 119 pagina's tellend handschrift van de hand deed - maakte daarop een toespeling over de toegenegen enthousiasteling die het kennelijk liever kwijt wilde. We weten niet waarom Gondrexon rond 1937 afstand deed van een deel van zijn collectie.

Ook in Den Haag werden later af en toe boeken uit zijn verzameling aangeboden. Zijn vriend Stols noteerde in zijn dagboek op 24 augustus 1947 dat hij bij antiquariaat Minerva een uitermate zeldzaam exemplaar ontdekte van Le secret du Belvédère. 'Het exemplaar was door Larbaud aan Gondrexon gegeven om er een herdruk van te maken. Er stonden typografische potloodaanwijzingen van Gondrexon in, die ik uitgomde. Mijn ontdekking heb ik aan G. Jean-Aubry voor zijn Larbaud-bibliografie gesignaleerd'. Het uitgommen van Gondrexons typografische notities was bepaald tekenend en markeerde niet alleen de geschrapte uitgeversplannen, maar ook de verdwijning van Gondrexon van het Nederlandse uitgeverstoneel – en zelfs als persoon verdween hij geheel uit beeld tot de veiling van zijn nalatenschap in 1996...

Opdracht in handschrift van René Arcos aan Jean Gondrexon. Daaronder opdracht aan Louis Koopman. Handschrift van René Arcos, 'Ce qui nait' (KW 77 G 1)

Bibliografische beschrijving

Beschrijving:
200 chambres, 200 salles de bains / Valery Larbaud ; ill. de 10 grav. au burin par J.E. Laboureur. - La Haye : Jean Gondrexon, Le bon plaisir, 1927. - 42 p. : ill. ; 22 cm
Drukker:
Joh. Enschedé en Zonen (Haarlem)
Oplage:
300 exemplaren
Exemplaar:
Nummer 52 van de 250 op Hollands Pannekoek en nummer VII van de 10 op Japans (met dubbele suite) gedrukt voor Librairie Dorbon-Aîné
Lettertype:
Didot
Boekbinder:
A.L. Jirout (no. VII)
Bibliografie:
Bénézit 8-119 ; Carteret IV-231 ; Édouard-Joseph II-295 ; Mahé II-582
Aanvraagnummer:
KW Koopm C 1824 ; KW Koopm M 770 ; KW KOOPM A10025

Literatuur

  • Arts et métiers graphiques, 3 (1928), p. 190
  • Bibliothèque de Madame Louis Solvay, III: Éditions originales et autographes d'écrivains français contemporains. Bruxelles, Bibliothèque Royale de Belgique, 1966
  • Paul van Capelleveen, Sophie Ham, Jordy Joubij, Voices and visions. The Koopman Collection and the Art of the French Book. The Hague, Koninklijke Bibliotheek, National Library of the Netherlands; Zwolle, Waanders, 2009
  • Paul van Capelleveen, Sophie Ham, Jordy Joubij, Voix et visions. La Collection Koopman et l'Art du Livre français. La Haye, Koninklijke Bibliotheek, Bibliothèque nationale des Pays-Bas; Zwolle, Waanders, 2009
  • C. van Dijk, Alexandre A.M. Stols, 1900-1973, uitgever/typograaf: een documentatie. Zutphen, Walburg Pers, 1992
  • Valery Larbaud, Lettres à Adrienne Monnier et à Sylvia Beach 1919-1933. [Paris], Imex, 1991
  • Valery Larbaud, A.A.M. Stols, Correspondance 1925-1951, I:[Correspondance]. Paris, Éditions des Cendres, 1986
  • E. du Perron, Brieven, III: 1 april 1931-31 december 1932. Amsterdam, Van Oorschot, 1978