Monsieur de Bougrelon
Jaar: 1927
Auteur: Jean Lorrain (1885 - 1906)
Kunstenaar: Adrien Étienne Drian (1885 - 1961)
Uitgeverij: Les Éditions d'Art Devambez
De illustrator
Monsieur de Bougrelon verscheen in 1897, aan het eind van Lorrains leven en hoewel hij er enige roem mee oogstte was er iets tweeslachtigs aan zijn status van journalist met artistieke ambities. Hij gebruikte zonder schroom eenzelfde tekst (ook van anderen) verschillende keren. Zijn romans waren collages van eerder verschenen artikelen en kronieken. Na zijn dood werd het Bougrelon-verhaal enkele malen in geïllustreerde edities uitgebracht. In 1928 illustreerde A. Brodovitch de tekst met fascinerende houtsneden die door het kubisme zijn aangeraakt. Een jaar eerder publiceerde Éditions d'art Devambez een kloeke editie met 16 kleurenetsen van Adrien Étienne Drian in een oplage van 407 exemplaren. Voor dezelfde uitgever illustreerde Drian ook La canne de jaspe van Henry de Régnier (1924). Devambez was een gerenommeerde uitgever, wiens boeken door een andere uitgeverij (Georges Crès) vanaf 1923 werden gedistribueerd. Door de economische malaise stortte de markt voor geïllustreerde werken in, maar André Devambez opende vervolgens een eigen galerie, waar nog korte tijd luxe uitgaven werden gepresenteerd. Zelf schilderde hij ook:genrestukjes.
De illustrator van de Devambez editie, Drian, maakte portretten en werkte voor het theater en voor tijdschriften, zoals La gazette du bon ton en Femina. De kleurenetsen voor dit boek tonen zijn specialiteit (vrouwenfiguren) maar een enkele keer: er is één illustratie waarop beroemde schilderijen van vrouwen zijn afgebeeld.. Zoals in de meeste edities van *Monsieur de Bougrelon *speelt Amsterdam in de illustraties een ondergeschikte rol, hoewel het hier meevalt: er zijn stadsscènes met grachten en trapgevels, er zijn natuurlijk molens en zelfs heraldische wapens. Ook de figuren uit het boek springen bont aangekleed naar voren: Bougrelon, het aapje van Barbara en de opgedirkte poedel. En in hun kostuum genaaide adellijke jagers op herten worden als centauren afgebeeld.