Frank Koenegracht is een voorbeeld van een 'langzame dichter', die rustig twintig jaar kan wachten op de voltooiing van een eens begonnen gedicht. Hij houdt niet van fanatisme in de poëzie, vertelde hij eens in de Poëziekrant.
Elders omschreef hij de nutteloosheid van dichten als 'vrijblijvend meisjesnamen schaatsen'. Hij is zich bewust van de menselijke tekortkomingen. Zijn gedichten zijn licht absurd en grappig, maar hebben een serieuze ondertoon. Koenegracht zoekt niet vaak de publiciteit. Af en toe verschijnt hij op literaire festivals, bijvoorbeeld ter gelegenheid van Gedichtendag 2009 en 2012.
Voor zijn bundels gebruikt Koenegracht nieuwsgierig makende titels zoals Zwaluwstaartjes en De verdwijning van Leiden. In zijn werk komen regelmatig verwijzingen naar popsongs voor. De tekst in zijn bundels is sober en bevat weinig bijvoeglijke naamwoorden. Inhoudelijk zijn de gedichten enigszins bizar en toch herkenbaar, doordat waan en werkelijkheid in elkaar overlopen. Een verpleegster met een pistool, 'wolken als galblazen' en 'een klimop van verhalen' maken deel uit van Koenegrachts wereld.