Joost van den Vondel: literatuurverwijzingen

De gedichten van Joost van den Vondel zijn (tenzij anders vermeld) geciteerd naar de Volledige dichtwerken en oorspronkelijk proza verzorgd door Albert Verwey. De gebruikte editie is een heruitgave door Mieke B. Smits-Veldt en Marijke Spies uit 1986 (Vondel, 1986). Zie, voor de oorspronkelijke spelling van de gedichten de DBNL.

• Brink, ten, 1887
  
  Jan ten Brink: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Amsterdam: Elsevier, 1897.
• Grootes, 1973
  
  E.K. Grootes: 'Vondels Aenleidinge ter Nederduitsche dichtkunste (1650)', in: Weerwerk: opstellen aangeboden aan professor dr. Garmt Stuiveling ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar aan de universiteit van Amsterdam. T. Cram [et al.] (Red.). Assen: Van Gorcum, 1973, p. 81-95, 253-258.
• Grootes, 1993
  
  E.K. Grootes: '46: 20 oktober 1653: de Amsterdamse schilders eren Vondel met een lauwerkrans als het Hoofd der Poëten: de ontwikkeling van Vondels dichterschap' in: Nederlandse literatuur, een geschiedenis . M.A. Schenkeveld-van der Dussen (Red.). Groningen: Nijhoff, 1993, p. 260-265.
• Knuvelder, 1971
  
  G.P.M. Knuvelder: Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde. Den Bosch: Malmberg, 1971.
  
  [5e, geheel herziene druk]
• Schenkeveld-van der Dussen, 1979
  
  Maria A. Schenkeveld-van der Dussen: 'Portret van Vondel', in: Vlaanderen, 28 (1979), p. 284-289.
• Schenkeveld-van der Dussen, 1984
  
  M.A. Schenkeveld-van der Dussen: 'Poëzie als gebruiksartikel: gelegenheidsgedichten in de zeventiende eeuw', in: Historische letterkunde: facetten van vakbeoefening. Marijke Spies (Red.). Groningen: Wolters-Noordhoff, 1984, p. 75-92.
• Schenkeveld-van der Dussen, 1994
  
  M.A. Schenkeveld-van der Dussen: Nederlandse literatuur in de tijd van Rembrandt. Utrecht: Bijleveld, 1994.
• Smits-Veldt, 1986
  
  Mieke B. Smits-Veldt en Marijke Spies: 'Inleiding', in: Vondel: Volledige dichtwerken en oorspronkelijk proza. Verzorgd door Albert Verwey. Opnieuw uitgegeven met een inleiding door Mieke B. Smits-Veldt en Marijke Spies. Amsterdam: Becht, 1986, p. ix-xlii.
• Spies, 1987
  
  Marijke Spies: 'Vondel in veelvoud: het Vondel-onderzoek sinds de jaren vijftig', in: Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde, 103 (1987), p. 235-269.
• Vondel, 1820-1824
  
  Dichterlijke werken van Joost van den Vondel. Amsterdam: Westerman, 1820-1824.
  
  [Uitgave in 21 delen]
• Vondel, 1888-1893
  
  J. van den Vondel: De werken. Uitgegeven door J. van Lennep. Herzien en bijgewerkt door J.H.W. Unger. Leiden : Sijthoff, 1888-1893.
  
  [Uitgave in 30 delen].
• Vondel, 1927-1940
  
  De werken van Vondel: volledige en geïllustreerde tekstuitgave in tien deelen. [Met bijdragen van J.F.M. Sterck et al.]. Amsterdam: Maatschappij voor goede en goedkope lectuur, 1927-1940.
  
  [Uitgave in 11 delen].
• Vondel, 1970
  
  Bloemlezing uit Vondels lyriek . Met inleiding en aantekeningen door Maria A. Schenkeveld-van der Dussen. Zutphen: Thieme, 1970.
• Vondel, 1977
  
  J. van Vondel: Aenleidinge ter Nederduitsche dichtkunste. Uitgegeven en toegelicht door een werkgroep van Utrechtse neerlandici [Kees Blokland et al.]. Utrecht: Instituut De Vooys, 1977.
• Vondel, 1986
  
  Vondel: Volledige dichtwerken en oorspronkelijk proza. Verzorgd door Albert Verwey. Opnieuw uitgegeven met een inleiding door Mieke B. Smits-Veldt en Marijke Spies. Amsterdam: Becht, 1986.
• Vondel, 1989
  
  Lust tot poëzie: gedichten van Vondel . Hans Luijten en Jan Konst (Samenstellers). Amsterdam: Querido, 1989.
• Winkel, 1923-1924
  
  J. te Winkel: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde van de Republiek der Vereenigde Nederlanden. 2e druk. Haarlem: Bohn, 1923-1924. (De ontwikkeling der Nederlandsche letterkunde 3-5)