De Blauwe Schuit: Des Heilands tuin

Complete toneelspelen werden door De Blauwe Schuit niet gepubliceerd; het bleef beperkt tot één fragment van een Pinksterspel.

De tekst was geschreven door de dichter Martinus Nijhoff: Des Heilands tuin, met als ondertitel Een Pinksterhymne. Het toneelstuk zou worden gespeeld op Pinksteren in 1942, maar die uitvoering ging niet door. Een jaar later wel. Nijhoff werkte aan verschillende versies van het spel; ze werden becommentarieerd door dominee August Henkels, een van de uitgevers van De Blauwe Schuit. (Zie De schippers van De Blauwe Schuit: biografieën). Het Pinksterspel verscheen na de oorlog, aangevuld met een Paas- en Kerstspel, onder de gezamenlijke titel Het heilige hout (1950).

Het verhaal van het Pinksterspel

Het fragment uit het Pinksterspel begint met een visioen van Maria. Daaraan is in het toneelstuk wel iets voorafgegaan. De apostelen komen samen in het huis van Marcus waar het Laatste Avondmaal heeft plaatsgevonden. De zetel van Christus is nu leeg. Hij is gekruisigd, uit de dood opgestaan en Pinksteren, de uitstorting van de heilige geest, staat voor de deur. De leider, Petrus, bediscussieert de veroordeling van Judas, de verrader, en allen erkennen zich in zekere zin als Judas te hebben gedragen. Dan bidt Petrus om 'de bovenaardse kracht die wij begeren' om het geloof uit te dragen.

Op dat moment vertelt Maria, de moeder van Christus, over haar visioen:

Ik zag gebouwd worden een huis zo ruim van wanden

dat het de volken kon bevatten kon aller landen
.

In dat huis wordt gebeden om vrede. En na Maria spreken de twaalf apostelen elk vier tekstregels uit. Het spel gaat daarna verder. De uitstorting van de heilige geest zorgt ervoor dat de vier boeken van de sibillen (uit Rome, Griekenland, Lybië en Ur) van tekst worden ontdaan, waarnaar ze door de vier apostelen Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes met hun verhaal over Jezus gevuld kunnen worden. Ze gaan vervolgens als 'kerkstichters en mensenhoeders' de wereld in.

Het toneelstuk ademt een bijna katholieke sfeer; niet zo vreemd, want Nijhoffs moeder was weliswaar oorspronkelijk protestants en heilsoldate, zij bekeerde zich tot het katholicisme toen hij jong was. De geciteerde hymnen, de vier sibillen die het heil symboliseren, en andere elementen zijn afkomstig uit de katholieke benadering van het geloof met de nadruk op het Nieuwe Testament, de twaalf apostelen en de rol van Maria.

Druksel 'boek' van Werkman bij het Pinksterspel

Het gekozen fragment - over de bede om vrede - was natuurlijk bij uitstek geschikt voor een uitgave in het tweede oorlogsjaar. Nijhoff zelf noemde dit fragment 'de Kerkbouw'. Dit was een van de weinige stukken waaraan hij daarna weinig meer zei te hebben veranderd (maar woordelijke verschillen met de definitieve tekst zijn er vele).

H.N. Werkman, druksel voor 'Des Heilands tuin'

Om allerlei redenen werd die uitgave vertraagd tot een jaar later. Terwijl De Blauwe Schuit een fragment aan het voorbereiden was voor deze uitgave, werkte Nijhoff verder aan de tekst. Ook in het proevenstadium - tussen 26 mei en 1 juni 1943 - bracht de auteur nog correcties aan. Het boekje kwam ruim na Pinksteren (13-14 juni) gereed. Er werden 75 exemplaren gedrukt, waarvan tien voor de auteur, twintig exemplaren voor elk van de drie uitgevers en vijf exemplaren voor Werkman.

Werkman maakte twee druksels voor de uitgave. Op pagina één had eigenlijk de titel moeten komen, maar die stond al boven de afgedrukte tekstpagina's 2 en 3. Daarom maakte Werkman een tweede, kleinere illustratie ('nu breng ik daar wat kleur op') van een opengeslagen boek, symbool voor de verkondiging van het Evangelie. De illustratie verwijst ook naar het voorafgaande en erna komende fragment van het spel, waarin immers de boeken van de sibillen en die van de apostelen een rol spelen, die met deze illustratie eveneens zijn gesymboliseerd.

Met twee sjablonen heeft Werkman hier een driekleurendruk gerealiseerd. Eerst drukte hij de lessenaar en de pagina's in blauw, daarna het boek is geel, waardoor de pagina's (geel over blauw) groen werden.

Druksel 'kerk' van Werkman bij het Pinksterspel

De omslagillustratie was vrij groot. Daarop heeft Werkman de 'kerkbouw', zoals Nijhoff dit fragment noemde, verbeeld. Hij schreef hierover:

De kerk heb ik uiterst eenvoudig gehouden, het is zoo al bewerkelijk genoeg en zoo is het wel een passend geheel.

Het idee ervoor kwam van Henkels. Hij schreef op 1 juni 1943 aan Werkman:

Heb je al een ontwerp voor het druksel-omslag? Ik dacht: het moet beslist een kerk zijn. In de geest van het ghetto van de Predigt). Er moet veel wit in zijn en een blank rijzen naar boven. Enfin, het gedicht zelf levert je een keur van motieven die bruikbaar zijn: de vensters met hun gebroken kleur, het stijgende dak, de klokken, het orgel enz. Ik ben wel benieuwd wat je er van maken zult.'

De apostelen zeggen in het tekstfragment welk deel van het 'huis' uit het visioen van Maria zij zullen zijn: de vloer (Petrus), de stenen muren (Jacobus), het dak (Andreas), de ramen (Filippus), de deur (Thomas), de toren (Bartholomeus), de klokken (Jacobus Minor), het orgel (Matthias), de kerkbanken (Judas Jacobi), de preekstoel (Simon de IJveraar), het altaar (Johannes), terwijl Mattheus alleen meldt dat hij een van de vier schrijvers van het heilige boek zal zijn. Bijna alle elementen heeft Werkman in de illustratie weten te verwerken.

Daarbij zijn tussen de omslagen weer kleine verschillen te ontdekken, onder andere in het dak van de toren, maar ook de strepen die de verdiepingen aangeven verschillen van exemplaar tot exemplaar. Ze zijn door Werkman niet met sjablonen (zoals de rest), maar met de zijkant van de inktrol getekend.

  • Fragment van de tekst van [M. Nijhoff, H.N. Werkman], Des Heilands tuin. Een Pinksterhymne. Een fragment. (1943)

[Auteur van deze bijdrage: Paul van Capelleveen]

Copyright

© De teksten van M. Nijhoff worden hier gereproduceerd met exclusieve toestemming van de Erven Nijhoff.

Beschrijving van BS25

[M. Nijhoff], Des Heilands tuin. Een Pinksterhymne. Een fragment. [Druksels van H.N. Werkman.]

4 pagina's, gelijmd in omslag, 231x217 mm.

Juni 1943.

Letter: Halfvette Hollandsche Mediaeval (titel: corps 28, eerste ondertitel en tekst: corps 12; persoonsaanduidingen (in rood) in tekst, colofon: corps 10); Hollandsche Mediaeval cursief (tweede ondertitel: corps 10).

Oplage: 75.

Papier: Lichtbruin Kraft-papier, eenzijdig gekalanderd (pakpapier), niet gevergeerd maar met een persing van evenwijdige lijnen (als in BS-2: Die Predigt des neuen Jahrs) (omslag); lichtbruin gekleurd drukpapier (binnenwerk).

Colofon: 'Dit fragment uit de Pinksterhymne Des Heilands tuin, gedicht door en schepeling van De Blauwe Schuit in den zomer van 1942, werd gedrukt en verlucht door H.N. Werkman in een oplage van 75 ex. in het jaar 1943 en tegen Pinksteren verdeeld onder de vrienden van De Blauwe Schuit.'

Literatuur

  • Groninger Museum, Werkman Archief [Online].
  • F.R.A. Henkels, Logboek van de Blauwe Schuit. Groningen, 1982.
  • Martinus Nijhoff, Verzameld werk. I, Gedichten. Amsterdam, 1982.
  • Schepelingen van De Blauwe Schuit: brieven van Bertus Aafjes, K. Heeroma, M. Nijhoff, S. Vestdijk en Hendrik de Vries aan F.R.A. Henkels, 1940-1946. Den Haag, 2003.
  • Hendrik Nicolaas Werkman, Brieven rond De Blauwe Schuit (1940-1945). Nijmegen, 2008.
  • Ate Zuithoff, Hendrik Werkman en De Blauwe Schuit: herinneringen van een schipper. Utrecht, 1995.