Erik Jan Harmens en de kritiek
2003-2005: Het debuut
In het Parool (7 oktober 2003) waren recensenten Ed van Eeden en Adriaan Jaeggi eensgezind over de debuutbundel In menigten. Van Eeden: 'En het grootste lichtpunt in de nieuwe poëzie is de debuutbundel In menigten van Erik Jan Harmens. De gedichten van de Nederlandse kampioen 'poetry slam' blijken ook buiten het podium heel te blijven. Sterker nog: ze zijn welhaast onontkoombaar'. In dezelfde krant (19 december 2003) noemde Jaeggi deze bundel 'wat mij betreft de verrassing van 2003, al wisten insiders al heel lang dat hij eraan kwam. Schaterend tandenknarsen, dit debuut'.
Zelfs verklaard tegenstander van slam poëzie Ilja Leonard Pfeijffer was in NRC-Handelsblad (10 oktober 2003) lovend: 'Waar de gedichten van typische slamdichters in druk op hun best weinig meer blijken te zijn dan rapachtig gezever of licht verteerbaar cabaret, daar zijn de teksten van Harmens ook op papier echte poëzie'.
Zelf verklaarde Harmens over het schrijven voor slams (De Volkskrant, 21 februari 2003) dat 'de "poetry battles" ervoor zorgen dat gedichten beter en scherper worden. "Wat je te vertellen hebt, moet onmiddellijk duidelijk zijn. De zap-generatie wil gelijk weten waar het om gaat. Daarom is het ware volkspoëzie, want het zijn gedichten die iedereen kan doorvertellen. Zoals het eigenlijk ook hoort".'
2005-2008:Underperformer & Gospels en psalmen
In 2005 verscheen de tweede bundel Underperformer van Erik Jan Harmens, die veelal goed tot zeer goed werd ontvangen. Dirk de Geest vatte de toon van Underperformer samen in *De Leeswolf * (1 mei 2005): 'De dichter is nu eens ernstig en haast dramatisch, maar tegelijk is hij doorlopend ironisch, neemt hij afstand van het zware portret dat hijzelf ophangt'.
Marc van Oostendorp vroeg zich op zijn blog Marc Las! (9 mei 2005) af waar de titel Underperformer naar verwijst: 'Underperformer maakt namelijk veel meer de indruk van één lang gedicht te zijn, over, eh, tja... over een underperformer? Nee, veel meer over de taal, de taal van vandaag de dag'.
Ilja Leonard Pfeijffer oordeelde over Underperformer in NRC Handelsblad (22 april 2005) het volgende: 'Underperformer is nog beter' dan Harmens debuut In menigten. Hij gaf de volgende reden: 'Harmens maakt in taal zichtbaar en voelbaar hoe een ik-figuur moedig maar kansloos ploetert in een wereld die van richtingloosheid, nep en namaak aan elkaar hangt'. Daarom hebben de sprekers behoefte aan 'authenticiteit', al lukt dat niet in 'een wereld waarin iets pas echt is als het op televisie is geweest'. Piet Gerbrandy schreef over Underperformer in de Volkskrant (20 mei 2005): 'De gedichten in dit boek zijn hypernerveuze, soms op de rand van het psychotische afgevuurde tirades, waarbij niet altijd duidelijk is hoeveel sprekers er aan het woord komen’. Hij legde de hoofdpersoon, een ‘underperformer’ als volgt uit: ‘Hij moet overleven in een onbegrijpelijke wereld die permanent een performance van hem vereist die alleen de hardste manager kan opbrengen'. Recensent Laura Stamps benadrukte het poetry slam verleden van Harmens: 'De rauwe gedichten van Harmens lijken sowieso gehoord te moeten worden, wil je ze op waarde kunnen schatten' (8WEEKLY, 23 december 2005). Ook oordeelde ze: 'Wie van poëzie mooischrijverij en een troostende werking verwacht, is bij Harmens aan het verkeerde adres'.
De volgende, derde bundel kwam uit in 2008: Gospels en psalmen. Over het algemeen werd de bundel positief ontvangen, al hadden de recensenten moeite met de tegenstrijd tussen hip taalgebruik en een dieperliggende boodschap. Piet Gerbrandy oordeelde in de Volkskrant (9 januari 2009): 'Erik Jan Harmens (1970) is op dit moment de geestigste dichter van ons taalgebied, en hij weet het'. Volgens Gerbrandy is dit gelijk het zwakke punt aan de bundel: 'Het probleem is dat veel gedichten het van dergelijke [grappige] vondsten moeten hebben'. Toch 'ontwaart [de lezer] wel degelijk een dichter die iets te vertellen heeft', vanwege de 'religieuze inslag', die 'een schreeuw om aandacht, om rechtvaardigheid in een door en door foute wereld' is.
Yella Arnouts was een zelfde mening toegedaan over Gospels en psalmen in Leesideeën Off Line (30 juni 2011). Hoewel Harmens taalgebruik een 'stormram' is, stelde Arnouts: 'Onder al dat ruws en rauws ontwaar je effectief bewogenheid en kwetsbaarheid, die Harmens zelf weglacht'.
Hilde Bosma was iets minder te spreken over Gospels en psalmen in Liter (maart 2009): 'Ik op mijn beurt zoek naar regels die zo ontroerend, mooi of verrassend zijn dat ze zich patsboem in mijn hoofd vasthaken, maar die vind ik niet'. Johanna Cassiers gooide het over een andere boeg en interpreteerde de bundel Gospels en psalmen als volgt in Kunsttijdschrift Vlaanderen (juni 2009): 'Het is alsof Harmens een God eist die bereid is de mens te ontmoeten in het dagelijks leven, eerder dan op metafysisch niveau. God moet aanspreekbaar en zelfs bruikbaar zijn'.
2009-heden
Erik Kok recenseerde Echte mannen scheiden niet (2012) in het Haarlems Dagblad (27 juni 2012): 'Verwacht geen zoetgevooisde, ritmische rijmen van De Leeuw en Harmens. Ze schreven gedichten met veel lef, waarin de hedendaagse beelden werkelijk over elkaar heen buitelen in ultramoderne woorden'.
De bundel Open mond *(2013) borduurde voort op het thema 'leven is een helse klus', dat tevens de titel is van een positieve recensie door Janita Monna in *Trouw (2 november 2013). Monna oordeelde dat de bundel veel diepgang had: 'Richtingloos zoeken Harmens’ personages een rol in het leven, bevangen door vreemde angsten, voor ballonnen bijvoorbeeld, en voor enge mannen'. Ze vond verder dat de 'gedichten een bevreemdende absurditeit [hebben], die doet denken aan het proza van Esther Gerritsen'. Henry Sepers verbond op Tzum.info – Literair weblog (4 januari 2014) Open Mond met scheidingsproblematiek. Sepers had een positief oordeel en legde de gedichten als volgt uit: 'Harmens' regels lijken bij elkaar geveegd als de resten van een stukgeslagen servies. Scherven van theepotten, ontbijtborden, verlangen, seks, angst. Dit procedé werkt goed. Hoe voorzichtig je deze gedichten ook oppakt, je zult je een paar keer lelijk snijden. Aan een rotwoord, een kreet, een vuile opmerking'.
Tenslotte recenseerde Ilja Leonard Pfeijffer de bundel Open Mond op YouTube (22 december 2013) en vertelde: 'ik wou een lans breken – gewoon omdat het ook belangrijk is – voor Open mond van Erik Jan Harmens'.