Joost van den Vondel: biografie

1587     Joost van den Vondel geboren aan de Grosse Witschgasse in het huis 'Zur Fyolen' te Keulen (17 november)

1595     Het gezin verlaat Keulen in verband met de geloofsvervolging van de doopsgezinden

1596     Vondels vader begint een hoeden- en kousenhandel aan de Warmoesstraat in Amsterdam

1605     Schrijft 'Schriftuerlijck bruylofts reffereyn' (het oudste bewaard gebleven gedicht van zijn hand) ter gelegenheid van het huwelijk van zijn buurmeisje Clare van Tongerlo met Jacob Haesbaert

1606     Wordt (vóór 22 oktober 1606) lid van de Brabantse rederijkerskamer 't Wit Lavendel;

Wordt gedoopt bij de Waterlandse doopsgezinden

1607     Zijn eerste drie gedichten verschijnen in de liedbundel Den nieuwen verbeterden lust-hof

1608     Vader overlijdt, moeder Sara neemt de zaak over

1610     Huwelijk met Maeyken de Wolff (5 december);

Eerste drama Het pascha ofte de verlossinge Israels wt Egypte wordt gespeeld door leden van 't Wit Lavendel

1612     Zoon Joost wordt geboren

1613     Zet de zaak aan de Warmoesstraat voort;

Verzorgt teksten voor de embleembundel Den Gulden Winckel;

Dochter Anna wordt geboren

1616     Wordt diaken bij de Waterlandsche Doopsgezinde kerk (tot 1620)

1620     Treedt af als diaken vanwege depressie

1621     Wijdt zich gedurende een paar jaar aan studie van Latijnse taal en klassieke literatuur

1622     Bespreekt literatuur en regels voor de Nederlandse taal samen met Hooft en Reael ten huize van Roemer Visschers dochters Anna en Maria Tesselschade (tot 1623)

1623     Publiceert het hekeldrama Palamedes oft Vermoorde onnooselheyd waarvoor hij later een boete van 300 gulden krijgt

1625     Dochter Saartje wordt geboren

1628     Maakt reis naar Denemarken

1630     Werkt gedurende drie jaar aan heldenepos over Constantijn de Grote, maar vernietigt het werk voor het voltooid is.

1632     Zoon Constantijn wordt geboren en overlijdt binnen een jaar

1633     Dochter Saartje overlijdt in september

1635     Vrouw Maeyken overlijdt (15 februari)

1637     Moeder overlijdt (Vondel is in 1628 al deels onterfd)

1638     Opening van de Amsterdamse Schouwburg met Vondels tragedie Gysbreght van Aemstel (3 januari)

1640     Gaat over tot de rooms-katholieke kerk

1644     Eerste publicatie van verzameling van zijn lyrische poëzie: Verscheide gedichten

1650     Publiceert uitgebreide en herziene versie van Verscheide gedichten, getiteld J. v. Vondels Poëzy of verscheide gedichten

1652     Doet de zaak op de Warmoesstraat over aan zijn zoon en verhuist met Anna naar de Prinsengracht

1653     Wordt op het Sint Lucas feest als dichter gehuldigd met een lauwerkrans (20 oktober)

1658     Wordt benoemd tot suppoost aan de 'banck van leeninge'

1659     Zoon Joost sterft op zijn reis naar Indië

1661     Publiceert een verdediging voor het toneel Tooneelschilt of Pleitrede voor het tooneelrecht

1675     Dochter Anna overlijdt

1679     Vondel overlijdt in Amsterdam (5 februari) en wordt begraven in de Nieuwe Kerk