Journées de lecture

Jaar: 1969

Auteur: Marcel Proust (1871 - 1922)

Kunstenaar: Pierre Lesieur (1922 - 2011)

Uitgeverij: Le livre contemporain, Les bibliophiles franco-suisses

Journées de lecture, omslag met ets door Pierre Lesieur

Proust en Ruskin

In 1899 bracht de 28-jarige Marcel Proust zijn vakantie door in Evian, een kuuroord in de Franse Alpen. Als lectuur nam hij een boek van John Ruskin (1819-1900) mee. Deze Engelse kunstenaar, dichter en kunstcriticus bleef vooral bekend als de instigator van de Neogotiek en voorvechter van de Prerafaëlieten (Modern painters). Hij schreef onder andere over gotische architectuur, de schilderkunst van de vroege Renaissance en over Venetië (The stones of Venice). Hij opende de ogen van tallozen voor sociale moraal, kunst en schoonheid, ook die van Proust.

Proust nam zich voor zijn ambitie om een roman te schrijven uit te stellen en zich te wijden aan een studie van zijn idool van dat moment: Ruskin. Bij diens dood in 1900 schreef hij een In memoriam. Ook bezocht hij dat jaar tweemaal Venetië om de opvattingen van Ruskin aan zijn eigen ervaringen te toetsen. Bij terugkomst stortte hij zich op het vertalen van The Bible of Amiens en Sesame and Lilies. Dat deed Proust, die geen Engels kende, verdienstelijk, maar niet zonder assistentie: voor het éne boek maakte zijn moeder een ruwe vertaling, voor het andere boek deed zijn vriendin Marie Nordlinger dit samen met Proust. In deze vertalingen herkennen we al zijn later beroemd geworden stijl.

Spitsvondige metaforen

Onder de titel Sur la lecture publiceerde Proust in 1905 in het tijdschrift La Renaissance latine de inleiding voor de vertaling van Sesame and Lilies, die een jaar later bij uitgeverij Mercure de France verscheen. In 1919 gaf hij Sur la lecture met enkele kleine wijzigingen opnieuw uit in zijn bundel Pastiches et mélanges, maar onder een andere titel: Journées de lecture. Deze tekst werd in 1969 in een bibliofiele uitgave uitgegeven doorLe livre contemporain en door de Bibliophiles Franco-Suisses.

'Er zijn misschien geen dagen in onze kindertijd die wij zo intens beleven als die waarvan wij dachten dat we ze niet echt beleefden: de dagen die wij doorbrachten met het lezen van een uitverkoren boek'. Zo begint Journées de lecture. In lange, duizelingwekkende zinnen, vol spitsvondige metaforen beschrijft Proust in detail de sfeer waarin hij zich als kind overgaf aan het plezier van het lezen. Want wat ons van het lezen immers vooral bijblijft is, zo betoogt hij, is 'het beeld van de plaatsen en de dagen waarop wij lazen'.

Sesame and Lilies bestaat uit twee voordrachten die Ruskin in 1864 in Manchester hield: Of king’s treasuries en Of queen’s gardens. De eerste voordracht, Of king’s treasuries, gaat onder andere over het belang van boeken en was de aanleiding voor het artikel van Proust. Hij was het niet geheel met Ruskin eens. Ruskin zag lezen als een doel, Proust als een middel. Eerstgenoemde vergeleek lezen met een goed gesprek dat je kunt voeren met gecultiveerde mensen van voorgaande generaties. Voor Proust gaf lezen je op een magische manier toegang tot kamers van de ziel die tot dan toe gesloten bleven, het vormde de kritische geest en maakte de lezer bewust van het eigen gevoelsleven. Lezen wordt volgens Proust juist gevaarlijk wanneer het de lezer niet bewust maakt van zijn eigen geestelijk leven- maar in de plaats komt van dat eigen leven. Want- zegt hij- het vinden van de waarheid is een ideaal dat nooit door het passief lezen van andermans boeken kan worden verwezenlijkt.

  • Titelpagina en frontispice: ets door Pierre Lesieur

Subtiel kunstenaar

De fijn uitgewerkte etsen die Journées de lecture begeleiden zijn van Pierre Lesieur. Na drie dagen de École des Beaux-Arts bezocht te hebben en een korte tijd de academie van de kubistische schilder André Lhote en die van de fauvist Othon Friesz, hield hij het kunstonderwijs voor gezien. Lesieur ontwikkelde zich op eigen kracht tot een subtiel kunstenaar, die zijn inspiratie vond in reizen maar ook in de dingen van alledag. In Journées de lecture worden boeken, boekenkasten, lezende mensen en allerlei details afgebeeld: een open raam, serviesgoed op een salontafel, de commode in de slaapkamer met de pendule onder een glazen stolp, die 'vertrouwelijk babbelde met van ver gekomen schelpen en een oude, sentimentele bloem'.

In Journées de lecture wijdde Proust ook enkele bladzijden aan Nederland in verband met een zoeker naar de 'waarheid', die hij na een vermoeiende reis in Nederland hoopt te vinden. Want daar - in Dordrecht, Utrecht of Amersfoort- vond hij dan misschien wél de waarheid, bijvoorbeeld 'op de bladzijden van een foliant, angstvallig bewaard in een Nederlands klooster'. De etsen van Lesieur- met hun in de grachten weerspiegelde huizen- sluiten mooi aan op de tekst. Anna de Noailles was verrukt van Prousts inleiding op Sesame and Lilies en scheef hem dat al haar kennissen betoverd waren door zijn 'goddelijke bladzijden'. Zij vergeleek zijn zinnen met kostbare zijden draden. Maar Proust - gewend als hij was zelf vleiende woorden te schrijven die niet allemaal gemeend waren, antwoordde haar dat zijn artikel 'exécrable' was, en dat die mooie zijden draden als nougat aan de tanden bleven plakken.

Bibliografische beschrijving

Beschrijving: Journées de lecture / Marcel Proust ; eaux-fortes orig. de Pierre Lesieur. - [Paris] : Le livre contemporain : Les bibliophiles franco-suisses, 1969. - [82] p. : ill. ; 38 cm

Drukker: Marthe Fequet et Pierre Baudier (tekst) Lacourière en Frélaut (etsen)

Oplage: 200 exemplaren

Exemplaar: Nummer 136 van de 180 op grand vélin de Rives, gedrukt voor René Marsal Lettertype: Elzévir ancien

Bibliografie: Bénézit 8-568 ; Monod-9327

Aanvraagnummer: KW Koopm K 327

Literatuur

  • William C. Carter, Marcel Proust:A life. New Haven, CT, Yale University Press, 2000
  • Alain De Botton, Hoe Proust je leven kan veranderen. Amsterdam, Atlas, 2001
  • Lydia Harambourg, L' École de Paris, 1945-1965: Dictionnaire des peintres. Neuchâtel, Ides & Calendes, 1993
  • Marcel Proust, Journées de lecture. Paris, Union générale d'Éditions, 1993
  • Jean-Yves Tadié, Marcel Proust: Biographie. Paris, Gallimard, 1996