Ingmar Heytze treedt met succes op, vaak samen met andere dichters. Zijn heldere, toegankelijke gedichten zijn met souplesse en humor geschreven - en uit al hun poriën stromen citaten.
In 2001 werden de eerste drie dichtbundels van Ingmar Heytze gebundeld ter gelegenheid van een jubileum: hij was tien jaar dichter. Gerrit Komrij (destijds Dichter des Vaderlands) voorzag de gezamenlijke herdruk van een voorwoord waarin hij schreef dat Heytze een dichter is die 'weigert entertainment en helderheid als vloekwoorden te beschouwen'. Daarbij citeert hij achteloos andere dichters, maar ook liedjes: 'Hij is een cultuurproduct, schrijvend met het gemak van een natuurtalent', dat door zijn 'lichtvoetigheid en directheid' het gebruik van 'grote woorden' acceptabel maakt.
Het leek er toen opdat Ingmar Heytze de functie van Utrechtse stadsdichter vervulde, zoveel gedichten schreef hij over Utrechtse toestanden en locaties: een van zijn dichtbundels werd helemaal gewijd aan Utrechtse gedichten (2001), hij was een jaar lang de huisfilosoof van het Centraal Museum te Utrecht en uit zijn zomerdagboek Hier heeft de oudste steen gelijk blijkt dat hij Utrecht nauwelijks verliet (vanwege reisangst) en dat hij in het Utrechtse kunstcircuit net zo actief was als in het Utrechtse kroegleven. Het verbaasde dan ook niet dat Heytze van 2009 tot 2011 de officiële stadsdichter van Utrecht werd. Vervolgens werd de functie overgedragen aan het Utrechts Dichtersgilde, waarvan hij zelf ook lid is.