Hagar Peeters
Hagar Peeters heeft gedichten geschreven over de liefde, maar ook geëngageerde poëzie over de verdrukten.
In 2019 publiceerde zij met een nieuwe gedichtenbundel ook een stelling over poëzie: 'De schrijver is een alleenstaande moeder'.
Een optreden bij het Double Talk-festival in 1997 maakte zoveel indruk, dat dichteres Hagar Peeters daarna op alle belangrijke poëziefestivals verscheen nog voordat haar eerste bundel werd uitgegeven. Dat debuut verscheen in 1999 onder de titel: Genoeg gedicht over de liefde vandaag. Het zijn laconieke en subtiele, soms satirische gedichten over de liefde, genoeg liefde, te weinig liefde, voorbije liefde, en over uiteenlopende zaken als Maagdenhuisbezetters, dementie, de aanhef van brieven, geluk, dood, de blues en het knippen van baarden.
'De taal van het gedicht moet niet moeilijk zijn', vindt ze: 'maar de inhoud wel'. Die moet prikkelen, nieuw zijn. Peeters trad op in Nederland en België, maar ook in Indonesië, Suriname en Duitsland.
Haar bundels zijn succesvol, winnen prijzen en worden vaak herdrukt.
In het najaar van 2008 publiceerde zij de bundel Loper van licht, waarin een stem werd gegeven 'aan degenen die in de verdrukking zijn gekomen', zoals uitgeprocedeerde asielzoekers en in de steek gelaten moeders. De laatste onderwerp werkte zij uit tot een hele dichtbundel in 2019: De schrijver is een alleenstaande moeder.
Hagar Peeters (1972) studeerde Cultuurgeschiedenis en Algemene Letteren aan de Universiteit van Utrecht, was redacteur bij het Historisch nieuwsblad en publiceerde haar scriptie in 2001 onder de titel Gerrit de stotteraar. Biografie van een boef. In 2015 publiceerde zij haar eerste roman, Malva.