De poëzie van Huub Beurskens maakte een ontwikkeling door van hermetische naar open poëzie en van 'talig' naar persoonlijk. Hij schreef ook geëngageerde gedichten over milieuvervuiling.
Het eigenlijke debuut van Huub Beurskens als dichter was in 1975 met Blindkap, gepubliceerd in België en ontsnapt aan de kritiek. De eerste bundel bij zijn vaste uitgever Meulenhoff verscheen twee jaar later, in 1977: Cirkelgang. Sindsdien volgden vele bundels die in 1997 in één band verzameld werden onder de titel: Bange natuur: en alle andere gedichten tot 1998. Uit veel gedichten blijkt Beurskens' belangstelling voor beeldende kunst, vooral de schilderkunst. Hij is zelf ook werkzaam als schilder en volgde een opleiding aan de kunstacademie. Ook schreef hij essays, romans en vertaalde hij poëzie.
Zijn werk is breed geschakeerd: vol geuren en klanken, zowel ernstig als speels en voor zijn gedichten gebruikt hij neologismen als 'zoemgeruchten', 'bloesembloeien', 'vollekleurenstraatje', 'hoorspelstudioblik' en 'nimfenverschijnen'.