De Blauwe Schuit: Ballade van de bruiloftskinderen

Een gedicht bij een huwelijk: het is een eeuwenoude traditie, die ook tijdens de Tweede Wereldoorlog in ere werd gehouden door De Blauwe Schuit.

Dit huwelijksgedicht werd voorgelezen op de bruiloft van Kees Klooster en Tiny Koops in Groningen en werd voor die gelegenheid door H.N. Werkman gedrukt.

Uitgave voor de familie

De bruidegom was de broer van Julia Henkels en dus een zwager van dominee Henkels, een van de oprichters van De Blauwe Schuit. August Henkels zat gevangen in Sint Michielsgestel en schreef vanuit Brabant aan Werkman in Groningen dat hij veel met zijn zwager op had en dus graag iets voor hem zou maken. Hij zou als dominee het huwelijk bevestigen, maar dat kon nu niet. Wel schreef hij dit gelegenheidsgedicht:

Vannacht kon ik de slaap niet vatten en toen kwam de ballade los, vanmorgen en vanmiddag heb ik het ding opgeschreven en bijgevijld. Van het een komt het ander. Toen ik zoover was, kwam de gedachte: kan Hendrik er niet nog op tijd een plaquette van maken? (brief van Henkels, 7 juni 1942).

Het was een familie-uitgave en daarom ging de rekening niet naar De Blauwe Schuit (om verdeeld te worden over de drie redacteuren/uitgevers), maar naar Julia Henkels. Julia zou ook zorgen voor 'een sonore mannenstem die het op de bruiloft kan voordragen'.

Geheel of gedeeltelijk vrij

Henkels maakte, zoals gebruikelijk, een drukplan, met aanwijzingen voor de illustratie, omvang en indeling, oplage en papier. Opvallend was dat hij deze keer tot vier keer zei dat Werkman het ook heel anders mocht aanpakken:

Over het drukplan: een drukplan, waar je natuurlijk van af moogt wijken

Over het formaat: Of vindt je iets grooter mooier?

Over de omslagillustratie: Maar je bent natuurlijk geheel vrij.

Over het geheel: Enfin, je ziet maar eens - als je het anders wilt doen, is dat opperbest.

(Brief van Henkels aan Werkman, 7 juni 1942)

Ondanks alle vrijheid die Werkman kreeg, volgde hij vrij nauwgezet de instructies van Henkels op. Er kwam maar één illustratie, op het omslag, met de voorstelling van een bruidspaar.

Aanvankelijk maakte Werkman een omslag dat er heel anders uitziet.

Henkels had gevraagd om iets dat leek op een blad uit de eerste reeks van de Chassidische legenden: 'Het bruidspaar onder de baldakijn'. Die prent was in wording en zou kort ná De ballade van de bruiloftskinderen verschijnen.

In de proef zien we ook nog resten van een baldakijn in de vorm van een geschulpte rand. Er is een moddergroen kader. Het baldakijn zou verdwijnen, van de rand bleef een heel anders gemaakte geschulpte rand over. De figuren zijn in de proef veel realistischer getekend dan in het uiteindelijke omslag: kapsels, gelaatsuitdrukking en kleding werden geheel geabstraheerd. Ook werden de kleuren vrolijker en de hele voorstelling veel eenvoudiger en helderder van opzet. We zien alleen silhouetten, in één kleur, waarbij de man zwart is en de vrouw magenta.

Werkman aan het werk

De klus voor deze uitgave viel weer uiteen in twee afzonderlijke taken: het zet- en drukwerk van de tekst, die verdeeld werd over twee pagina's, met daarvoor een titel en erna een colofon. En dan was er het tekenwerk voor het omslag, dat Werkman eerst dubbel vouwde voordat hij zijn sjablonen afdrukte. Er waren afzonderlijke sjablonen voor de bruidssluier, de bruid, de bruidegom, de rand (één keer links en twee keer rechts gebruikt) en de ondergrond bij de voeten. Bovenaan werd een geel vlak gerold, waarbij eerst de hoofden werden afgedekt; zoiets is ook gebeurd bij het gele vlak rechtsonder. Flink wat handelingen en vier verschillende kleuren die tussendoor steeds moesten drogen.

Henkels vroeg of Werkman voor zijn mede-gevangenen iets op papier wilde zetten over zijn techniek, die ze niet goed konden doorgronden. Maar dat deed Werkman natuurlijk niet. Wel schreef hij:

Dat de mensen vreemd staan tegenover de techniek en het maken van de druksels is geen wonder eigenlijk. Er komt van alles bij kijken, allerlei foefjes en trucjes moeten er bij uitgehaald worden. Soms gaat het razend vlug en soms wil het helemaal niet. (18 juni 1942)

Proef voor titelpagina van F.R.A. Henkels, Ballade van de bruiloftskinderen (1942) (Joods Historisch Museum)

Op 12 juni schreef Werkman dat hij aan het werk was begonnen. Vijf dagen later vroeg Henkels of het mogelijk was de oplage van vijftien exemplaren te vergroten door 'nog 25 exemplaren gewoon op eenvoudig papier' af te drukken. Een vreemd verzoek, want de uitgaven van De Blauwe Schuit werden allemaal gedrukt op niet al te kostbaar en redelijk gangbaar papier. Daarbij wilde hij dan een extra zinsnede afgedrukt hebben.

Er is één proefblad van die titelpagina bewaard gebleven. Daarop staat linksonder: 'Gedicht van Ds. F.R.A. Henkels, voorgelezen op de bruiloft van twee jonge menschen wier huwelijk hij, door gevangenschap verhinderd, niet kon bevestigen.' Werkman kwam niet meer terug op deze vraag en zal het waarschijnlijk bij een proefje gelaten hebben.

De partij was op tijd gereed voor het huwelijk op 22 juni. Van de kleine oplage vonden inmiddels zeven exemplaren hun weg naar een bibliotheek- of museumcollectie: Universiteitsbibliotheek Amsterdam, de KB, Groninger Museum, Universiteitsbibliotheek Leiden, Joods Historisch Museum, Frans Hals Museum en het Stedelijk Museum Amsterdam.

[Auteur van deze bijdrage: Paul van Capelleveen]

Copyright

© De tekst van F.R.A. Henkels wordt hier gereproduceerd met exclusieve toestemming van de Erven Henkels.

Beschrijving van BS12

F.R.A. Henkels, Ballade van de bruiloftskinderen. [Druksel: H.N. Werkman].

4 pagina's, genaaid in omslag, 255x205 mm.

Juni 1942.

Letter: Hollandsche Mediaeval, corps 24 (titel), corps 12 (tekst van gedicht en colofon), corps 16 (titel colofon); Hollandsche Mediaeval cursief, corps 12 (aanhef 'Prince').

Oplage: 15.

Papier: ?.

Colofon: 'Colophon Gedicht van Ds. F.R.A. Henkels, als gijzelaar gevangen te St. Michielsgestel, en voorgelezen op de bruiloft van Kees Klooster en Tiny Koops in de goede stad Groningen, den 22sten Juni 1942. Gedrukt en verlucht door H.N. Werkman in een oplage van 15 ex. voor bruuiloftsgangers en vrienden van De Blauwe Schuit.'

Literatuur