De Blauwe Schuit: Het lied van de vergeten ooms
De Blauwe Schuit-uitgaven hadden geen vast formaat. Voor elke uitgave werden variaties op eerdere formaten bedacht.
Het papier bepaalde natuurlijk ook het formaat en daarbij waren de uitgevers (zie hun biografieën) sterk afhankelijk van de beschikbare papiersoorten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Drukker H.N. Werkman bezat gelukkig nog een vooroorlogse voorraad waaruit hij kon putten om toepasselijke papieren te selecteren. De Duitse bezetter had allerlei beperkingen aan de verstrekking van papier gekoppeld.
Papier voor de tekstpagina's
De eerste keer dat Werkman van papier voor deze uitgave sprak, was op 23 februari 1943. Het ging vooral om het effect dat het papier zou hebben op het drukproces:
Misschien druk ik de vijf ooms wel heelemaal op de handpers, met vochtig papier, dat geeft een mooie moet van de druk en dan op elke pagina een kleurvorm, heel bescheiden.
Die kleuren op elke pagina wamen er niet. Op 10 maart kon hij de papiersoort al preciseren, al was de formulering wat aan de haastige en slordige kant:
Ik heb er wel een aardig papier voor, maar mocht het bijvoorbeeld uitkomen dat het wint aan uiterlijk wanneer we het drukken op folio schrijf formaat, bijwijze van een officieel verslag of register: 22 x 32,5 cM. Van mej. Jansonius [E.H. Jansonius, van Boek- en Kunsthandel P. Raman, Winschoten] heb ik een partijtje oud en handgeschept maar erg ruw en niet om te bedrukken met lettertypen want die gaan ermee naar de maan. Dat zou dan zoo ongeveer in de vorm van de beide eerste uitgaven van de BS worden wat het formaat aangaat (Predigt en Gesänge). Je krijgt dan een lange pagina en het wordt niet benepen.
Dit was het papier dat hij zou gebruiken: het heeft als watermerk een wapen met 'Pro Patria Eendragt maakt magt' en als contramerk de letters 'VDL'. Dit is een negentiende-eeuws papier gemaakt door de papiermolen van Van der Ley. Deze Zaanse molen brandde eind negentiende-eeuw af.
Henkels vond het Pro Patria-papier een vondst: 'Die vlekken en verkleuringen in het papier zelf zijn zeer fraai en passend.' (Brief van 7 mei 1943)
Papier voor het omslag
Intussen was Werkman aan het proberen omslagpapier te betrekken bij uitgever A.A. Balkema in Amsterdam, maar begin mei schreef hij: 'ik heb alleen nog maar monsters gekregen, er schijnt geen voorraad te zijn'.
Uiteindelijk viel de keus op een ongekleurd karton, met een zachte kartonkwaliteit, zonder bewerking.
Een privé-uitgave van August Henkels
Het gedicht in Het lied van de vergeten ooms werd geschreven door Henkels terwijl hij gevangen zat in Sint Michielsgestel, maar verscheen ruim een half jaar na zijn vrijlating. Het ging over zijn eigen oom Frits, Richard, Abram, Robert, nog een Frits en hun ervaringen tijdens de vorige, de Eerste Wereldoorlog. De familie van Henkels was Duits. Zijn ouders waren in 1910 neergestreken in Groningen en werden tot Nederlander genaturaliseerd, maar bleven Duits spreken en kozen tijdens de Tweede Wereldoorlog de kant van de bezetter. Dominee Henkels had daarom geen contact meer met hen en ontving ook als gijzelaar geen enkel briefje van hen.
Vanwege het persoonlijke karakter van het gedicht wilde Henkels het in kleine oplage uitgeven, het werden er 30. Het vele zetwerk maakte dit een dure uitgave (kosten: 80 gulden).
Een complicatie was dat hij dit keer geen 'drukplan', geen ontwerp voor de uitgave kon maken. De probeersels verscheurde hij en hij vroeg aan Werkman: 'wil jij het ditmaal eens heelemaal alleen probeeren? Op grond van onze vriendschap, die al zoo vaak blijk heeft gegeven dat we elkaar "aanvoelden"?'
Werkman antwoordde dat hij zich geen zorgen hoefde te maken: 'Gewoonlijk heb ik erg graag een drukplan waar ik mij kant en klaar aan houden kan', maar deze keer had hij zelf bij het voorlezen van het gedicht meteen ideeën gekregen. De vijf ooms werden op de eerste pagina afgebeeld. Henkels was enthousiast:
'Ik vindt de bladzij met de 5 koppen prachtig; vooral dat uitvloeiende blauw is mooi, met die raamachtige kruis-constructie in het midden.'
Werkman had de oranje koppen met sjablonen gedrukt. De blauwe lijnen tekende hij met de zijkant van zijn inktroller. Ze zijn in elk exemplaar anders.
Persoonlijke opdrachten
[Auteur van deze bijdrage: Paul van Capelleveen]
Copyright
© De tekst van F.R.A. Henkels wordt hier gereproduceerd met exclusieve toestemming van de Erven Henkels.
Beschrijving van BS26
[F.R.A. Henkels], Het lied van de vergeten ooms. [Druksels van H.N. Werkman.]
16 pagina's, ingenaaid in omslag, 349x 222 mm.
Juni 1943.
Letter: Egyptienne (opdracht en colofon: corps 9; motto: corps 8; tekst: corps 12); een Smalle Vette Egyptienne (?) (titel) en een variant op de Vette Antieke Cursief (ondertekening gedicht).
Oplage: 30 (brief van H.N. Werkman, 4 augustus 1943).
Papier: Ongekleurd karton, zachte kartonkwaliteit, zonder bewerking (omslag); handgeschept papier ‘Pro Patria Eendragt maakt magt’, met de initialen van de papiermaker VDL (Van der Ley) (binnenwerk).
Colofon: 'Gedrukt en verlucht door H.N. Werkman rondom Pinksteren 1943 in een oplage van 25 exemplaren die niet in den handel komen.'
Literatuur
- Groninger Museum, Werkman Archief [Online].
- Jan Henk Hamoen, Het schip der zotten. Vught, 2010.
- F.R.A. Henkels, Logboek van de Blauwe Schuit. Groningen, 1982.
- Schepelingen van De Blauwe Schuit: brieven van Bertus Aafjes, K. Heeroma, M. Nijhoff, S. Vestdijk en Hendrik de Vries aan F.R.A. Henkels, 1940-1946. Den Haag, 2003.
- Hendrik Nicolaas Werkman, Brieven rond De Blauwe Schuit (1940-1945). Nijmegen, 2008.
- Ate Zuithoff, Hendrik Werkman en De Blauwe Schuit: herinneringen van een schipper. Utrecht, 1995.