De Blauwe Schuit: De zee

Van alle Werkman-uitgaven is dit de vrolijkste - met een kleurrijke mediterrane sfeer.

Kleine oplage

Nog tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen er verzamelaars die probeerden zoveel mogelijk werken van De Blauwe Schuit bij elkaar te krijgen. In 1944 schreef drukker H.N. Werkman aan een van de uitgevers, F.R.A. Henkels (zie De schippers van De Blauwe Schuit: biografieën), dat een van die liefhebbers 'alle uitgaven zoowat heeft behalve dan de Zee en de Olmen en andere heel kleine oplagen' (13 maart 1944). De oplage van De zee was volgens het colofon maar vijftien exemplaren en later schreef Henkels dat er drie exemplaren waren afgekeurd, dus dat er maar twaalf over waren. Daarmee was het zeker een van de kleinste oplagen van een Blauwe-Schuitboek. Werkman en Henkels constateerden direct na de publicatie al dat er veel belangstelling was. Henkels had geïnteresseerden moeten 'afpoeieren' en Werkman schreef: 'De oplage was ook krap genoeg, achterna beschouwd.' (Zie de brieven van 14 en 21 september 1942)

Hoe klein was die oplage? Op 8 september 1942 stuurde Werkman acht exemplaren aan Julia Henkels, in wiens opdracht het boekje was gemaakt voor de verjaardag van dominee Henkels. Verder ging er steeds één exemplaar naar de jarige Henkels en de andere twee uitgevers (Ate Zuithof en Adri Buning). Werkman behield een exemplaar en verzamelaar Willem Sandberg kreeg er één. Dan had Werkman nog twee exemplaren over 'die niet zoo mooi zijn als de andere', maar die later toch verder verspreid. Samen maakt dat vijftien exemplaren. Aanvankelijk zouden er twintig exemplaren worden gedrukt, zo stond het in het tekstvoorstel voor het colofon dat Werkman van Julia Henkels ontving op 31 augustus.

Tegenwoordig bevinden zich exemplaren hiervan in de collecties van de KB, het Groninger Museum, het Joods Historisch Museum, het Stedelijk Museum Amsterdam en bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam.

De Middellandse Zee en H. Marsman

In juni 1941 was er al een plan voor de uitgave van dit gedicht van de in 1940, aan het begin van de oorlog, bij een scheepsramp overleden dichter Marsman. Maar Werkman vond dat er eigenlijk nieuw literair werk moest worden uitgegeven en het plan verdween van tafel, totdat Julia Henkels hem een jaar later vroeg het gedicht te drukken voor de verjaardag van haar man die toen zat opgesloten in Sint Michielsgestel. Daarom besteedde Werkman er naar eigen zeggen extra werk aan.

Het gedicht verscheen oorspronkelijk in de bundel Tempel en kruis (1940). Met de zee werd de Middellandse Zee bedoeld en wel als bakermat van de Europese cultuur met beschavingen in het oosten, zuiden en ten noorden van de zee. Oriëntatiepunten die Marsman in zijn gedicht noemt zijn Damascus, Etna, Athene, Rome en Babylon, met culturen 'van de moskee, de tempel en het kruis'. Het is een zee waarboven 'het lichten van den creatieven geest' zweeft, schrijft Marsman. Beroemd zijn de eerste regels:

Wie schrijft, schrijv' in den geest van deze zee

of schrijve niet

Letters uit sjablonen gesneden

Werkman maakte vier sjabloon-illustraties voor De zee. Ook de titel op het omslag is met sjablonen gemaakt en dat is niet alleen heel bijzonder binnen het oeuvre van Werkman, voor De Blauwe Schuit is het een unicum. Er zijn dus geen drukletters gebruikt, maar twee sjablonen voor elke letter. Het zijn maar vijf letters, waarvan de 'e' nota bene drie keer voorkomt, maar voor elke 'e' sneed Werkman andere sjablonen.

Van de twee delen van elke letter is die in rood het eerste gedrukt. De eerste 'e' heeft een scherp, puntige boog, de tweede een flauwe boog en van de derde eindigt het spitse uiteinde van de boog iets minder hoog dan bij de eerste. De twee kleuren van de vorm hebben niets met een kalligrafische schrijfwijze van doen, en al evenmin met drukletters. Het zijn speelse combinaties, waarvan vooral die van de diagonaal symmetrisch opgebouwde 'z' opvallend is (die lijkt uit twee letters L te zijn samengesteld).

Landschappen en abstracties

Henkels schreef later dat de details van de illustraties door Werkman verschillen van exemplaar tot exemplaar. Dat is misschien nergens duidelijker dan op de eerste pagina, die uit een bladvullende prent bestaat. Het KB-exemplaar wijkt enorm af van de andere exemplaren in openbare collecties. De lucht is hier niet eerst mager ingerold met blauwe inkt, waarna Werkman met een sjabloon een witte wolk drukte, die hij donkerder maakte door een veeg blauw (zoals het Werkman Archief beschrijft). In de overige exemplaren verschillen de wolken van vorm en zijn er dus verschillende sjablonen gebruikt. Maar het KB-exemplaar toont helemaal geen wolken en in plaats daarvan een diepblauwe donkere lucht. Werkman bleef tijdens de uitvoering van de oplage experimenteren en keurde de eerdere versies dan niet af, maar zag ze als alternatieve kunstwerken.

Voor deze prent - een zandvlakte, een rotsblok waarachter een dam en woelig water te zien zijn - gebruikte hij verschillende technieken: sjabloon en inktroller, afdekking van het papier en inktroller, stempeling met los zetmateriaal (de zwarte lijnen, de witte schuimkoppen), verschillende inktlagen over elkaar.

Waarschijnlijk illustreert de prent regel 2 en 3 van het gedicht:

          hier ligt het maansteenrif

dat stand houdt als de vloed ons overvalt

Maar het kan zijn dat dit beeld ook gevoed is door de regels:

en in de branding dezer kusten brak

de trots van Rome en van Babylon.

De steenvorm in de voorgrond is in veel exemplaren paars, in andere exemplaren echter eerder wijnrood.

Formaat en letter

Het formaat van de uitgave is groter dan de meeste uitgaven van De Blauwe Schuit: 36 x 30,5 cm en daarmee behoren de illustraties ook tot de grotere. De drie tekstpagina's hebben onderaan kleinere illustraties, maar die zijn nog altijd zo'n 12 x 20 cm gemiddeld. Het gedicht is gezet uit de Nobel-Antieke, corps 28, van Lettergieterij Amsterdam. Het colofon is gezet uit corps 12.

De kleinere illustraties tonen een toren op een rots (pagina 2) en hoekige huizen met fonteinen en een regenboog (pagina 3). De tweede illustreert de regels:

hier de fontein die naar het zenith sprong

en regenbogen naar de kusten wierp

De fonteinen lijken ook wat op palmbomen en de kleuren zijn uitgesproken mediterraan aards. De illustraties zijn uit veel meer kleuren samengesteld dan in andere uitgaven van De Blauwe Schuit. Die met de regenboog laat acht verschillende kleuren zien (groen, bruin, wit, blauw, paars, geel, rood, oranje). De regenboog bestaat uit gestempelde vlakjes. De kleuren daarvan komen niet overeen met die in de werkelijkheid. Daar zou de volgorde niet geel, rood, blauw zijn, maar rood, geel en blauw.

De illustratie bij het colofon lijkt abstracter, niet een landschapje. Er is een oranje (of gele) ondergrond met daarop een groene, een blauwe, een paarse (of wijnrode) en een bruine vorm.

Bij publicatie was de prijs per exemplaar: twee gulden. Dat is althans het bedrag dat Willem Sandberg er voor moest neertellen (brief van Werkman, 16 september 1942).

[Auteur van deze bijdrage: Paul van Capelleveen]

Beschrijving van BS16

H. Marsman, De zee. [Druksels: H.N. Werkman].

4 pagina's, genaaid in omslag, 360x305 mm.

September 1942.

Letter: Nobel-Antieke, corps 28 (tekst), corps 12 (colofon).

Oplage: 15.

Papier: Pakpapier (omslag), chamois karton (binnenwerk).

Colofon: 'Dit gedicht van H. Marsman werd ter gelegenheid van den verjaardag van en der schippers van de Blauwe Schuit in September 1942 gedrukt en verlucht door H.N. Werkman in een oplage van 15 exemplaren, waarvan enkele ex. beschikbaar zijn voor vrienden van De Blauwe Schuit'.

Literatuur

  • Groninger Museum Werkman Archief [online].
  • F.R.A. Henkels, Logboek van De Blauwe Schuit. Amsterdam, 1982
  • Hendrik Nicolaas Werkman, Brieven rond De Blauwe Schuit (1940-1945). Nijmegen, 2008
  • Ate Zuithoff, Hendrik Werkman en De Blauwe Schuit. Herinneringen van een schipper. Utrecht, 1995