Florie

Jaar: 1946

Auteur: Colette (1893 - 1954)

Kunstenaar: Louis Touchagues (1893 - 1974)

Uitgeverij: Éditions de la Joie de vivre

Florie, titelpagina

Toen in 1946 twee verhalen van Colette voor het eerst in druk verschenen, waren ze al zeven jaar oud, ze waren beide van net voor de Tweede Wereldoorlog.

Het eerste van deze verhalen speelt zich af in de wereld die Colette uit eigen ervaring zo goed kende: het theater, de revue. Florie, die al dertig jaar in het vak zit, wordt verliefd op een veel jongere jongleur, maar het is een liefde die geen stand kan houden. Niet omdat de jongeman haar gevoelens niet beantwoordt – dat doet hij namelijk wel. Niet omdat het leeftijdsverschil aanstoot geeft - dat is geen punt. Het probleem is dat hij door zijn verliefdheid zijn werk verwaarloost. Colette laat haar eigen gevoel voor discipline doorklinken in dat van Florie. Het werk gaat voor alles en Florie verbreekt de relatie.

Colette zelf werkte haar hele leven hard. Was het niet- afgedwongen door haar eerste echtgenoot- aan een lange rij populaire romans over het liefdesleven van de adoloscente Claudine, dan was het wel- na de scheiding - als actrice. Ze trad zelfs op als pantomime-danseres in de beroemde nachtclub Moulin Rouge, een optreden dat door haar lesbische gedrag tot politie-ingrijpen aanleiding gaf. Die lesbische avonturen waren deels nog het resultaat van machinaties door haar echtgenoot Henri Gauthier-Villars (bekend als Willy) die zulke scenes graag mocht gadeslaan. Colette raakte vaak verzeild in uitdagende en ongewone situaties; tijdens haar tweede huwelijk, met Henri de Jouvenal bijvoorbeeld, nam ze zijn zoon Bertrand tot minnaar. Een leven vol herinneringen, die ze later overigens niet steeds betrouwbaar optekende.

Sensualiteit en lichamelijke veroudering

De sensualiteit van vrouwen en het ouder worden van het lichaam heeft Colette voor altijd vastgelegd. Het tweede, korte verhaal in deze 'édition originale' (eerste druk) gaat over de rivaliteit tussen twee vrouwen, de vriendinnen Clara en Antoinette, van wie er maar één kan winnen. Inzet is de gunst van een man; Antoinette zegeviert en gaat op reis, waarna Clara zich verveelt. Dat zij de man niet heeft kunnen veroveren is volstrekt onbelangrijk, maar dat ze de stimulerende rivaliteit met haar vriendin nu moet missen maakt haar diep treurig.

Florie werd gepubliceerd door de Éditions de la Joie de vivre in 1946. In de correspondentie uit die tijd heeft Colette er nooit aan gerefereerd. De uitgave bevat tien etsen van Louis Touchagues. Touchagues was afkomstig uit de Rhône-streek en na studies in Lyon begon hij in Parijs aan een opleiding tekenen, liep hij stage bij een architect en leerde decoraties en stoffen ontwerpen, wat hij voor veel toneelstukken en opera's zou doen. Hij debuteerde als illustrator op een door Gus Bofa geïnitieerde tentoonstelling en richtte zich op het luxe en half-luxe boek. Zijn stijl kenmerkte zich door een zekere vorm van abstractie en zwart-wit contrasten, geïnspireerd door uiteenlopende kunstenaars als Watteau, Frogonard en Toulouse Lautrec. Hij maakte ook portretten van belangrijke Parijzenaars.

Geen toegang

Touchagues ontving in 1948 het Légion d'honneur, een onderscheiding die Colette al in 1920 mocht ontvangen (in 1953 werd ze daarvan zelfs 'grand officier'). Maar een andere eer ontging haar. Hoewel ze in 1945 werd benoemd tot lid en voorzitter van de Académie Goncourt en al eerder (in 1935) was toegetreden tot de Académie royale de Belgique, werd ze - als vrouw - niet toegelaten tot de Académie française. Op de toelating van een vrouw tot dat gezelschap moest Frankrijk tot 1980 wachten, toen Marguerite Yourcenar uitverkoren werd.

Zoals ze zelf het proces van het ouder worden van vrouwen vastlegde, zo hebben de fotografen en tekenaars dat gedaan met Colette zelf. Wie het Album Pleïade bekijkt- die onovertroffen iconografische reeks van uitgever Gallimard- ziet haar veranderen van een braaf klein meisje in een verleidelijke vrouw met bloemen in het opgestoken haar en van een schaarsgekleed theaterbeest in een grand old lady met een scherpe blik onder een pluizig en indrukwekkend kapsel.

Bibliografische beschrijving

Beschrijving: Florie / Colette ; eaux-fortes de Louis Touchagues. - Cap d'Antibes : Éditions de la Joie de vivre, 1946. - [55] p. : ill. ; 32 cm

Drukker: Audin (Lyon)

Oplage: 950 exemplaren

Exemplaar: Nummer 460 van de 930 op Johannot

Bibliografie: In liefde verzameld-201 ; Monod 3005

Aanvraagnummer: KW Koopm A 578

Literatuur

  • Colette, Oeuvres, IV. Paris, Gallimard, 2001. (Bibliothèque de la Pléiade; 481)
  • Hortense Dufour, Colette la vagabonde assise. Monaco, Rocher, 2000
  • Nicole Ferrier-Caverivière, Colette l’authentique. Paris, Presses Universitaires de France, 1997
  • Adele King, French women novelists: Defining a female style. Basingstoke, Macmillan, 1989
  • Claude Pichois, Vincenette Pichois, Album Colette. Paris, Gallimard, 1984