Clouk et Chérie

Jaar: 1935

Auteur: Colette (1893 - 1954)

Kunstenaar: André Dignimont (1891 - 1965)

Illustrator (initialen): Jean-Gabriel Daragnès (1886-1950)

Uitgeverij: Amis de Colette

Clouk et Chérie, titelpagina

Ooit was Colette getrouwd met een man die het tot ambassadeur bracht en die velen zagen als de toekomstige president van de Franse republiek- maar zijn vrouw zag men niet zo gauw resideren in het Elysée. Daarvoor was Colette te controversieel. Niet alleen door met ontblote boezem op te treden in een nachtclub of er naast mannelijke minnaars ook lesbische relaties op na te houden, ook haar verhalen bevatten genoeg stof voor discussie.

Veel van wat zij schreef, verscheen oorspronkelijk in tijdschriften en kranten: jarenlang schreef ze voor het dagblad Le matin. Zo begonnen haar romans als feuilletons.

Jonge minnaar

In 1920 verscheen de roman Chéri waarin een nieuw controversioneel thema werd aangeroerd. In 1926 volgde La fin de Chéri (Het einde van Chéri). De romans vertellen het verhaal van een oudere vrouw en haar veel jongere beeldschone minnaar. Het veelvuldig weerkerende thema van de biseksuele liefde heeft Colette populair gemaakt, ook door de onsentimentele, eerder zakelijke stijl. Zij was een moderne schrijfster die op intelligente manier omsprong met autobiografische gegevens en die gevoel had voor marketing. Zo creëerde zij haar eigen cosmeticalijn, die overigens mislukte.

Voor het verhaal van de jonge Chéri en zijn oudere minnares gebruikte Colette het subthema van de driehoeksverhouding. Chéri wordt aanvankelijk alleen gezien als een mooie jongen, maar Léa en hij vatten een zorgzame liefde voor elkaar op. Léa domineert hem en hij domineert op zijn beurt zijn Edmeé, met wie hij zou trouwen. Léa gaat daarna haar eigen weg en Chéri vlucht deels in loos vermaak en opium. Maar de Eerste Wereldoorlog heeft van Léa een zelfstandiger vrouw gemaakt, die vreugde schept in een leven zonder mannen, wat Chéri niet kan begrijpen. Na een korte hereniging, spoort zij hem aan terug te gaan naar zijn vrouw.

Vervolg

Door de hoofdrol aan een seksueel begeerlijke man te geven draaide Colette de traditionele rollen om. Na 1926 kwam Colette af en toe op haar beroemde- later verfilmde- verhaal van Chéri terug, onder andere in Clouk et Chéri uit 1935. Het zijn losse schetsen die de ontwikkeling van de hoofdpersoon laten zien: de vervelende, sentimentele Clouk maakt plaats voor de fraaie en onbetrouwbare Chéri. Notities kortom uit de werkkamer van de schrijfster. Ze werden gebundeld in het eerste deel van Les cahiers de Colette, waarvan er in twee jaar tijd vier zouden verschijnen. Na 1936 was het gedaan met de reeks. De tijd van het luxe, bibliofiele boek liep door de crisis van 1931 ten einde, daar konden de 'Amis de Colette' (vrienden van Colette), die de reeks uitgaven, niets aan veranderen.

De uitgave was het initiatief van de vriendenkring van Colette. Secretaris en penningmeester was de boekhandelaar en galeriehouder Pierre Berès. Het comité bestond verder uit Tristan Bernard, Pierre Brisson, Francis Carco, Jean Giraudoux, Édouard Herriot, François Mauriac en Paul Morand.

Vreemde opdracht

De illustrator van het eerste deel was André Dignimont die- net als Colette- bekend stond als een decadent kunstenaar, in zijn geval vanwege de vele portretten van naakten en zijn erotische tekeningen. Hij was bij uitstek geschikt voor de illustraties bij dit tere onderwerp. De drukker van de vier delen was Jean-Gabriel Daragnès (1886-1950), die de boeken in Montmartre in groot formaat en kleine oplage drukte. Voor de Koopman Collectie werd nummer 89 gedrukt. Het boek verscheen in juni 1935. In het colofon heeft André Dignimont in zijn handschrift geschreven dat het boek op eerste Paasdag gedrukt werd voor 'Mademoiselle Anny Antoine Koopman'. Zij was toen al twee jaar dood en de onterecht toegevoegde naam van haar verloofde Louis Koopman staat een beetje vreemd. Koopman heeft de uitgevers vriendelijk verzocht de opdracht te wijzigen. Om hem daarbij tegemoet te komen heeft de uitgever aan de illustrator gevraagd iets extra's te doen. Dignimont tekende er een typerend vrouwenkopje bij en later heeft Colette in blauwe inkt haar handtekening daaraan toegevoegd. Misschien bij een ontmoeting in Parijs: een briefje voor een afspraak met Colette is bewaard gebleven.

Als steunkleur gebruikte de drukker voor dit boek blauw en dat hield in dat ook de speciaal voor deze uitgave getekende initialen in blauw werden gedrukt. Het zijn sierlijke en imposante initialen die over 18 regels zijn gedrukt en met hun hoogte van 12 centimeter meer dan de helft van de pagina beslaan, wat niet zozeer opvalt bij smalle letters zoals de 'I' of 'J', maar wel bij de 'E', 'L' en vooral de 'M'.

Bibliografische beschrijving

Beschrijving: Clouk et Chéri / [Colette ; avec 6 eaux-fortes de Dignimont]. - Paris : Amis de Colette, 1935. - [99] p. : ill. ; 31 cm. - (Les cahiers de Colette ; 1)

Drukker: Jean Gabriel Daragnès (Paris)

Oplage: 175 exemplaren

Exemplaar: Nummer 89 van de 175 op Arches

Bijzonderheid: Met opdracht in handschrift van auteur en kunstenaar. Met een orginele schets van Dignimont. Met folder en brief van de uitgever aan Louis Koopman

Bibliografie: Bénézit 4-585 ; Carteret IV-108 ; In liefde verzameld 194

Aanvraagnummer: KW Koopm A 590

Literatuur

  • Paul van Capelleveen, Sophie Ham, Jordy Joubij, Voices and visions. The Koopman Collection and the Art of the French Book. The Hague, Koninklijke Bibliotheek, National Library of the Netherlands; Zwolle, Waanders, 2009
  • Paul van Capelleveen, Sophie Ham, Jordy Joubij, Voix et visions. La Collection Koopman et l'Art du Livre français. La Haye, Koninklijke Bibliotheek, Bibliothèque nationale des Pays-Bas; Zwolle, Waanders, 2009
  • Hortense Dufour, Colette la vagabonde assise. Monaco, Rocher, 2000
  • Maurice Martin du Gard, Les mémorables 1918-1945. Paris, Gallimard, 1999.