Paris de ma fenêtre

Jaar: 1961

Auteur: Colette (1873 - 1954)

Kunstenaar: André Dignimont (1891 - 1965)

Uitgeverij: Trinckvel

Paris de ma fenêtre, vooromslag

Het lijkt een vrouwvijandig cliché, de ontwikkeling van een van de meest vrije geesten van haar tijd - Colette - te relateren aan de levens van een drietal echtgenoten. Toch zijn hun gedragingen in menig opzicht essentieel geweest. Groot talent alleen was niet genoeg voor een meisje uit de provincie en de literaire laagvlieger Henry Gauthier-Villars, alias Willy, die haar in 1893 wegplukte uit Bourgondië, was vakman genoeg om haar talent te zien en haar schrijven te leren. Resultaat: de Claudine-romans (1900-1905), geschreven door Colette, door Willy voorzien van pikanterieën en onder zijn naam gepubliceerd met ongelooflijk succes.

Stads en provinciaal

Colette zelf wordt er niet gelukkig door. Zij begint zich te manifesteren als vrije vrouw en publiceert Sept dialogues de bêtes (1905) en het lyrische Les vrilles de la vigne (1908), beide uitingen van haar liefde voor bloemen en dieren, haar bijgebracht door haar moeder, die ze in 1929 zal eren met Sido. Colette leeft in 1906 al samen met Mathilde de Morny ('Missy'), een coryfee uit de kringen rondom de legendarische Nathalie Clifford Barney, de 'Amazone' van Rémy de Gourmont. In die sfeer begint haar carrière als revue-en mimespeelster, het leidde tot menig schandaal en tot boeken als L'envers du music-hall (1913) en Mitsou (1920). Ze levert ook bijdragen aan Le matin, de krant van Henry de Jouvenel, met wie zij in 1912 trouwt. De journalistiek, vooral toneelkritiek, wordt een dagelijkse bezigheid, romans als La Vagabonde(1910) en Chéri (1920) verschijnen eerst als feuilleton.

Colette ontwikkelt zich tot een beroemdheid in het Parijse leven, en langzamerhand zelfs tot een nationale figuur. Opvallend is dat zij haar afkomst nooit verloochent; een gelukkiger samengaan tussen provincie en hoofdstad is niet denkbaar. De laatste twintig jaar van haar leven is zij de Colette die menigeen herinnert: wonend en werkend in haar appartement in het Palais-Royal, nu met aan haar zijde Maurice Goudeket, die daar tot aan het einde toe is gebleven. Ondanks gezondheidsproblemen is zij onverminderd productief: romans, herinneringen, scenario's, Het zijn even zovele getuigenissen van haar liefdevolle aandacht voor bloemen, planten, kinderen, dieren, haar geboortegrond, de liefde in al haar facetten en niet te vergeten voor de woorden waarvan zij zich bedient. Colette was een van de grootste prozaïsten van de twintigste eeuw.

Beroemd venster

Van alle eerbewijzen heeft één haar ongetwijfeld veel plezier gedaan: het lidmaatschap en later voorzitterschap van de Académie Goncourt. Op het laatst toch nóg een schandaal; de Kerk weigerde deel te nemen aan de nationale begrafenis van de heidense 'reine de la terre'. Het zou haar waarschijnlijk weinig hebben gedaan. Op 7 augustus 1954 werd haar de laatste eer bewezen op hetzelfde plein waaraan zij woonde: Port-Royal. De bundel Paris de ma fenêtre– Parijs vanuit mijn raam – slaat op dat plein en de directe omgeving: 'Het Louvre en zijn bloembedden, Rivoli en zijn arcades'. De stukken dateren uit het begin van de Tweede Wereldoorlog. Colette schrijft dat de meeste bouquinistes een soort leesbibliotheken waren geworden voor jongeren, die zich de aanschaf van de boeken niet konden veroorloven en die 'vandaag vijftig pagina’s lezen, morgen net zoveel, en de rest overmorgen'.

Het raam van Colette's appartement vormde de omlijsting van ettelijke beroemde foto's van de oudere Colette. Ook in dit boek vond dit raam een plaats, zowel van binnenuit gezien – zoals op het frontispice – als van buitenaf. De illustraties zijn litho's naar aquarellen van de ijverige illustrator André Dignimont. In zijn prenten zit Colette als een kleine figuur in haar elegante interieur. Het boek bevat ook zwart-wit illustraties: ze zijn afgedrukt naar houtsnedes van Henri Renaud die gebaseerd zijn op Dignimonts schetsen. Het boek werd in november 1961 gedrukt door Jean en Raymond Crès naar een ontwerp van Henri Jonquières, die ook als uitgever actief was.

Deze overpeinzingen van Colette worden niet tot haar beste werk gerekend, maar zijn wel het werk van een gerijpte schrijver, die zich in dit geval speciaal tot haar sexe-genoten richtte. De eerste uitgave verscheen in 1942, in 1944 verscheen een herziene uitgave in Zwitserland. De editie van Trinckvel is de zevende uitgave en de derde geïllustreerde uitgave. Clément Serveau en Louis Touchagues gingen Dignimont voor in het tot leven wekken van de intieme taferelen met interieurs, bloemen en dieren.

Bibliografische beschrijving

Beschrijving: Paris de ma fenêtre / par Colette ; préf. de Francis Carco ; ill. de Dignimont. - Paris : Trinckvel, 1961. - 202 p. : ill. ; 35 cm

Drukker: Jean en Raymond Crès (tekst) Antoinette Vivant (illustraties)

Oplage: 500 exemplaren

Exemplaar: Nummer 271 van de 500 op vélin blanc

Bibliografie: In liefde verzameld-193; Monod 3032

Aanvraagnummer: KW Koopm A 337

Literatuur

  • Colette, Oeuvres, IV. Paris, Gallimard, 2001. (Bibliothèque de la Pléiade, 481)
  • Nicole Ferrier-Caverivière, Colette l'authentique. Paris, Presses Universitaires de France, 1997
  • Hortense Dufour, Colette la vagabonde assise. Monaco, Rocher 2000