Médard de Paris

Jaar: 1929

Auteur: René Arcos (1880 - 1959)

Kunstenaar: Frans Masereel (1889 - 1972)

Uitgeverij: Éditions du Sablier

Médard de Paris, boekband

In de herfst van 1906 stuiten de bevriende dichters René Arcos en Charles Vildrac tijdens een wandeling langs de oever van de Marne op hun droomhuis: een verlaten abdij met een grote tuin. Het is in hun ogen de ideale plaats om zich samen met een groep verwante geesten in alle vrijheid te kunnen wijden aan de kunst. Twee weken later betrekken naast Arcos en Vildrac ook de dichter Georges Duhamel en de schilders Henri Martin en Albert Gleizes de abdij van Créteil.

De dichters vormen samen met de reguliere gasten Jules Romains, Luc Durtain en Georges Chennevière de groep 'L'Abbaye'. Ook richten de bewoners van het kunstenaarsklooster hun eigen drukkerij op onder leiding van Linard, in de hoop dat ze van de opbrengsten kunnen leven.

Na veertien maanden viel de woongroep uit elkaar, omdat de financiële middelen van de vrienden te kort schoten. De vriendschappen tussen de verschillende schrijvers en kunstenaars die op een of andere manier met L'Abbaye verbonden waren leefden echter voort. Ook artistiek hebben de vrienden elkaar blijvend beïnvloed. Zo ademt in het werk van René Arcos het idee van het 'unanimalisme', een door Jules Romains uitgewerkt begrip. Steeds wordt in Arcos' teksten duidelijk hoe het individu bepaald wordt door een collectieve geest. Dat collectieve kan zich op verschillende niveaus afspelen, bijvoorbeeld binnen een klein organisme als een vriendenkring, maar ook in de verschillende subculturen van een grote stad als Parijs.

Uitgeversmerk met zandloper

Arcos leerde tijdens de Eerste Wereldoorlog Frans Masereel kennen in Genève, waar in de redactie van het tijdschrift La feuille zaten. Beiden waren geschokt door de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog. In 1918 tekende Masereel het omslag van de roman Le mal van Arcos en een jaar later verzorgde hij de houtsneden voor diens bundel anti-oorlogsgedichten Le sang des autres. Kort daarop ontstond bij de vrienden het plan om gezamenlijk een uitgeverij te beginnen. In 1919 was uitgeverij Éditions du Sablier een feit. De zandloper (sablier) in het door Masereel ontworpen uitgeversmerk van de uitgeverij symboliseert niet alleen de cyclus van leven en dood, maar representeert ook het boek als bron van licht, reden waarom de zandloper tevens als lantaarn is afgebeeld. Uit het fonds van de uitgeverij blijkt hoe sterk de vriendschapsbanden van Arcos waren: vier van de eerste acht Sablier-uitgaven zijn van de hand van L'Abbaye-auteurs. Maar ook in Masereels kennissenkring werden auteurs gevonden, onder wie Andreas Latzko en Romain Rolland.

Frans Masereel, 'de grootste Vlaamse graficus', werd in 1889 in Blankenberge geboren. Hij schilderde en aquarelleerde, maar werd vooral beroemd om zijn innovatieve illustraties in houtsnede. Hij was professor aan de kunstacademie van Saarbrücken en werd in 1951 benoemd tot lid van de Koninklijke Academie van België. Hij illustreerde boeken van ondermeer Maeterlinck, Cendrars, Montherlant, Barbusse en Tolstoi. Mon livre d’heures (1926), een 'roman in beelden' die volledig uit houtsneden bestond, zou als zijn mooiste werk de geschiedenis ingaan. Masereel liet duizenden houtsneden na, die zijn scherpe kritiek op de samenleving weerspiegelen. Vaak beeldde hij de drukke straten van Parijs af -vooral Montmartre- maar ook werd hij geïnspireerd door buitenlandse reizen, zoals naar China en Tunesië. In totaal illustreerde hij bijna veertig werken, waaronder een groot aantal voor zijn eigen uitgeverij. Net als Arcos had Masereel een fascinatie voor groepen en werd hij beïnvloed door het unanimisme. In zijn werk ligt steeds de nadruk op het universeel menselijke, zelfs in zijn portretten van individuen.

Parijse sfeer

Medard de Paris (1929) was een van de laatste boeken die Masereel voor Sablier maakte, want zijn houtsneden werden door de Franse boekhandelaren niet gewaardeerd. Arcos had de uitgeverij inmiddels verplaatst van Genève naar Parijs, maar tot veel publicaties kwam het niet. In Médard de Paris, het vijfenzevenstigste deel in de serie 'oeuvres originales', vertelt hoofdpersoon Médard verschillende verhalen over het leven in de Franse hoofdstad. Masereel maakte tekeningen die de sfeer van de grote stad in de jaren twintig uitademt: mensenmassa's bij helverlichte bioscopen en in de walm van een kermis brengen het moderne leven in het interbellum tot uitdrukking. Ook eerder in La ville (1925) en Bilder der Grossstadt (1926) had Masereel treffend het leven in een metropool geschetst. In zijn visie is de drukke rumoerige stad de bron van het menselijk leed en de oorzaak van het verlies van individualiteit. De impressie die Masereel geeft van Parijs- een stad waar het altijd nacht lijkt te zijn- is dan ook grimmig.

Médard de Paris bevat een in pochoir gereproduceerdeaquarel en negen houtsneden van Masereel. Het omslag, de titelpagina en de eerste tekstpagina zijn gedrukt in zwart en paars. De tekst is geplaatst tussen dikke zwarte kaders. Het exemplaar in de Koopman Collectie is nummer 199 van in de 311 en is voorzien van een persoonlijke opdracht van Arcos aan Anny Antoine en Louis Koopman. Er was bij het werk tevens een origineel manuscript gevoegd van Arcos dat bestemd was voor de verzameling van Anny Antoine. Dit fragment is met de andere correspondentie tussen Arcos en Koopman ingebonden en te raadplegen onder signatuur KW 77 G 3.

Opdracht van de auteur aan Anny Antoine en Louis Koopman

Bibliografische beschrijving

Beschrijving: Médard de Paris / René Arcos ; aquarelle et bois de Frans Masereel. - Paris: Éditions du Sablier, 1929. - [114] p. : ill. ; 25 cm

Drukker: Marius Audin (Lyon)

Oplage: 411 exemplaren

Exemplaar: Nummer 199 van de 350 op Arches

Bijzonderheid: Met opdracht in handschrift van René Arcos aan Anny Antoine en Louis Koopman

Bibliografie: Bénézit 9-318 ; Carteret V-14 ; Monod 412

Aanvraagnummer: KW Koopm A 121

Literatuur

  • Marie-Louise Bidal, Les écrivains de l’Abbaye, Georges Duhamel, Jules Romain, Charles Vildrac, René Arcos, Luc Durtain, Georges Chennevière. Paris, Boivin, [1938]
  • Joris van Parys, Masereel: Een biografie. Antwerpen, Houtekiet, 1995
  • Pierre Vorms, Masereel: Catalogue raisonné. Antwerpen, Mercatorfonds, 1976