Les nuits chaudes du Cap français

Jaar: 1936

Auteur: Hugues Rebell (1867 - 1905)

Kunstenaar: Ch.-A. Edelmann (1879 - 1950)

Uitgeverij: Fequet et Baudier

Les nuits chaudes du Cap français, titelpagina

Het pseudoniem Hugues Rebell, dat Georges Grassal koos, moet worden opgevat als een programma: het 'klinkt', duidt op opstandigheid en exotisme en vormt aldus een geschikt contrapunt bij de eigen familienaam met zijn wat vadsige connotatie ('gras' betekent: vet). Hij was in 1887 uit Nantes naar Parijs gekomen en leidde een kort maar buitenissig leven, waartoe een grote erfenis hem in staat stelde. Hugues Rebell kan men ruwweg karakteriseren als een geraffineerde genotzoeker die steeds meer wilde en een man van grote maar weinig schoolse eruditie. Hij was behept met een verzamelwoede gericht op boeken, kunst en vrouwen. Hij reisde graag en was een hartstochtelijke gastronoom. Drinken deed Rebell niet, al kwam hij veel in het literaire café Vachette, waar de symbolistische dichter Jean Moréas troonde.

Dandy in verval

Rebell had in zijn geboortestad al iets gepubliceerd, als de gegoede dilettant die hij wellicht zou zijn gebleven als hij beter op zijn fortuin had gepast. Maar zijn leven als dandy en zijn erotische avonturen (hij werd gechanteerd) kostten veel geld. Tot 1896 had hij zich bepaald tot min of meer symbolistische gedichten en een anti-democratisch tractaatje. Hij had onaangename ideeën die verder gingen dan de élitaire pose van een fin de siècle-kunstenaar en die hem, door de invloed van Charles Maurras, tot een extravagant paradepaard van uiterst rechts maakten. In 1896 verscheen La Nichina, het eerste van een door geldnood afgedwongen reeks, waarvan Les nuits chaudes du Cap français als het hoogtepunt wordt beschouwd. Toen Les nuits in 1902 uitkwam, was de auteur volkomen afgeleefd en zou hij daarna niet veel bijzonders meer tot stand brengen. Hij leed aan artritis, werd belaagd door schuldeisers en leefde van voorschot op voorschot.

De totstandkoming van Les nuits chaudes du Cap français was moeizaam. Toen zijn uitgever Boès de publicatie aankondigde, schreef een andere uitgever (Maison d'art van Paul Derniot en Paul Redonnel) dat de rechten van het boek al aan hem waren verkocht en Maison d'art dreigde met een proces. Boès vertelde Rebell dat dit hem niet beviel. De auteur – die nog driftig aan het schrijven, schrappen en corrigeren was - nam een geldschieter in de arm om de gedupeerde uitgever Maison d'art tevreden te stellen. Het boek, waarin gewaagde onderwerpen als vrouwelijke homoseksualiteit, flagellatie en seks met minderjarigen en zwarte vrouwen aan bod kwamen, kreeg nauwelijks recensies en verkocht niet best. Boès zag er redenen in om het aangekondigde vervolg niet te publiceren. Er was één positieve kritiek, die behalve het boek ook de auteur en diens andere werken de hemel in prees: in al zijn romans brandde hetzelfde vuur en ze waren met dezelfde gedrevenheid en bezetenheid geschreven. Hij werd door de criticus een rasverteller genoemd, maar dit mocht niet baten. Het boek werd zijn laatste publicatie, drie jaar later stierf hij onder erbarmelijke omstandigheden, maar nog wel in het bezit van zijn bibliotheek waarvan hij nooit afstand wilde doen.

Pikant en tijdloos

Hugues Rebell is lange tijd vergeten geweest. Inmiddels heeft zijn geboortestad Nantes een jaarlijkse literaire prijs naar de schrijver vernoemd, de Prix Hugues Rebell. Marius Boisson meldde dat Rebells nalatenschap voor een groot deel uit onleesbare aantekeningen voor libertijnse werken bestond. In een selecte kring van liefhebbers bleef zijn werk bekend en een van hen heeft Les nuits chaudes 'aux dépens d'un amateur' (op kosten van een liefhebber) laten uitgeven op een manier die representatief is voor het luxe boek in Frankrijk voor de Tweede Wereldoorlog: enigszins 'tijdloos', met illustraties in verscheidene staten, in een beperkte oplage gedrukt. Ook de drogenaaldprenten van de Elzasser schilder Charles-Auguste Edelmann voldoen aan de verwachtingen: elegant en pikant, misschien iets te onschuldig, gezien de perverse inslag van de tekst. Naakten waren overigens een specialiteit van Edelmann, die ook straatscènes schilderde. Hij was vooral goed in het met treffende lijnen snel schetsen van figuren en illustreerde dan ook een groot aantal romans en verhalen. De Koopman Collectie bevat 11 werken die door hem zijn geïllustreerd, waaronder romans van Octave Mirbeau en Joseph Kessel.

Van Rebells Les nuits chaudes zijn in de Koopman Collectie ook andere geïllustreerde uitgaven. Hermine David maakte in 1927 kleine, fraaie, vierkante ingekleurde drogenaaldetsen, met niet meer dan drie naakten. Voor een uitgave uit 1939 maakte Henriette Bellair litho’s en verzorgde Jean Vital Prost de houtsneden. Deze als pikant bedoelde illustraties neigen (vooral de houtsneden) naar het stripverhaal-achtige.

De oplage van de Edelmann-editie uit 1936 bedraagt 300 genummerde exemplaren, waarvan de eerste 25 exemplaren ongepagineerde bijlagen bevatten: 36 drogenaald-etsen in eerste staat op Chinees papier, 34 in definitieve staat op lompenpapier van Marais, 34 in definitieve staat en gekleurd op hetzelfde papier, en 34 ontwerp-etsen op lompenpapier van Lana. Ook is een van de gebruikte koperplaten ingesloten in de binnenkant van het voorplat. Dit is exemplaar nummer 8 met de koperplaat voor de illustratie op pagina 173.

Bibliografische beschrijving

Beschrijving: Les nuits chaudes du Cap français / Hugues Rebell ; pointes sèches orig. de Ch.-A. Edelmann. - [S.l.: s.n.] (Paris: Fequet et Baudier), 1936. - 192 p. : ill. ; 34 cm

1e uitgave: 1902 Drukker: M. Fequet et P. Baudier (Parijs)

Oplage: 300 exemplaren

Exemplaar: Nummer 8 van de 50 op Isle de France

Lettertype: Garamond

Bijzonderheid: Met vier extra sets illustraties op Chinees papier, Marais en Lana. Met originele koperplaat

Bibliografie: Accoord CR-185 ; Monod 9502

Aanvraagnummer: KW Koopm A 9

Literatuur

  • Accoord C.R.: Een keuze uit de bijzondere aanwinsten verworven tijdens het bibliothecariaat van dr. C. Reedijk. 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 1986
  • Marius Boisson, Hugues Rebell, intime. Paris, Seheur, 1930
  • Hubert Juin, Écrivains de l’avant-siècle.Paris, Seghers, 1972
  • Thierry Rodange, Le diable quitte la table ou La vie passionnée d'Hugues Rebell. Paris, Mercure de France, 1994