Douwe Dabbert

Het weekblad Donald Duck, dat sinds 1952 in Nederland verscheen, bevatte naast de verschillende Disney-verhalen ook puur Nederlandse strips en tekstverhalen. Zo werden tussen 1955 en 1969 achtenvijftig avonturen van Tom Poes en heer Bommel gepubliceerd, en strips van Jan van Haasteren, Jan van der Voo en Fred Julsing. 

In 1974 ging redacteur Thom Roep op zoek naar een nieuw vervolgverhaal. Hij kende het werk van Piet Wijn dankzij een strip in het tijdschrift Tina, die hij samen met Andries Brandt maakte: Jennifer Scott. De hoofdredacteur van Donald Duck stelde voor dat Thom Roep een scenario zou schrijven voor een sprookjesverhaal, zodat Piet Wijn het verhaal kon tekenen. Zo ontstond een verhaal over een verwende prinses, die opgevoed moest worden. Door de prinses te koppelen aan een dwerg ontstond geleidelijk het eerste verhaal van Douwe Dabbert. Het ging van start in het eerste nummer van Donald Duck in 1975. Dankzij enthousiaste reacties van de lezertjes werd al snel besloten om een tweede verhaal te schrijven.

Thom Roep 

Thom Roep (geboren op 10 april 1952) werkte vanaf 1973 bij Donald Duck, eerst als redacteur en vanaf 1984 als hoofdredacteur. In 1974 bedacht hij Douwe Dabbert, een strip die hij samen met Piet Wijn ontwikkelde. In 1982 begon hij met Co Loerakker de stripserie Van Nul tot Nu, waarin de Nederlandse geschiedenis in beeld werd gebracht. In augustus 2013 beëindigde hij zijn functie als hoofdredacteur van Donald Duck.

Piet Wijn 

Piet Wijn werd in 1929 in Hilversum geboren. Hij wist op jonge leeftijd al dat hij tekenaar wilde worden. Hij rondde een tekenopleiding aan een particuliere school af in 1947. Daarna ging hij werken bij Toonder Studio’s in Amsterdam, op de afdeling tekenfilms. Eenmaal daar onder dak kon Wijn als achttienjarige zijn eerste strip De zwarte hertog gaan tekenen, die verscheen in het weekblad Tom Poes. Omdat het minder goed ging met de afdeling tekenfilms, kwam Wijn in 1949 weer op straat te staan. Hij ging freelance aan de slag: iedere dag bracht hij vele uren achter de tekentafel door. Diverse strips kwamen van zijn hand, waaronder de serie van Aram, waarvan tot 1960 veertig verhalen verschenen. Ook maakte hij stripbewerkingen van bekende boeken als De scheepsjongens van Bontekoe (1959) en Alleen op de wereld (1961), op tekst van Hans Jacobs. Na een jaar of tien keerde Piet Wijn terug bij Toonder Studio’s. Hij ging meewerken aan de verhalenseries over Panda, Kappie, Koning Hollewijn en Tom Poes. Met Douwe Dabbert begon voor Piet Wijn in 1975 een successerie die een bekroning op zijn carrière betekende.

Wegvluchten

Piet Wijn voelde zich thuis in de sprookjesachtige wereld van de ‘kabouter met een magische knapzak’. In een interview zei hij: “Strips hebben niets met de werkelijkheid te maken en dat zal ze ook wel aantrekkelijk maken. De mensen kunnen er in wegvluchten. De situatie in de wereld is beangstigend, maar Douwe Dabbert die hoor je niet over inflatie”.

De gezondheid van Piet Wijn

In 1986 moest Piet Wijn zijn tekenwerk onderbreken, toen een beroerte hem voor een tijd uitschakelde. Hij raakte rechts gedeeltelijk verlamd en kon met die hand niet meer werken. Hij zette zich ertoe met links te tekenen. Met veel doorzettingsvermogen slaagde hij daarin. Velen zullen nauwelijks verschil met zijn eerdere werk hebben gemerkt. Tot in 2001 beleefde Douwe Dabbert in Donald Duck zijn avonturen. Een tweede beroerte in 1997 deed Piet Wijns gezondheid verder achteruitgaan, zodat hij nadien niet echt meer heeft getekend. Zo moest een zeer productief en toegewijd tekenaar afscheid nemen van zijn geliefde werk. Dick Matena maakte de tekeningen voor het laatste avontuur. Piet Wijn ontving in 1984 de Stripschapprijs voor al zijn werk. Op 6 oktober 2010 overleed hij in zijn woonplaats Leidschendam. Douwe Dabbert werd vanaf 2013 opnieuw uitgegeven door Uitgeverij L.