Le promenoir des deux amans
Jaar: 1949
Auteur: Tristan L’Hermite (1601 - 1655)
Kunstenaar: Valentine Hugo (1887 - 1968)
Uitgeverij: G.L.M. [Guy Lévis Mano]
Oude teksten in een nieuw jasje
De ontstaansgeschiedenis van deze editie is in meerdere opzichten bijzonder. Want hoewel het oeuvre van Tristan l’Hermite (1601-1655) en zijn beroemdste gedicht ‘Le promenoir des deux amans’ aan het begin van de twintigste eeuw weer aan populariteit wonnen, lag een heruitgave door GLM niet in de lijn der verwachtingen. Mano, die zich al jong specialiseerde in het uitgeven van poëzie, was sinds 1935 voornamelijk werkzaam voor de surrealisten. Veel rijk geïllustreerde, originele edities werden in deze jaren bij GLM gepubliceerd. Na de oorlog gaf hij echter de voorkeur aan het uitgeven van poëzie die hem persoonlijk raakte. Zo publiceerde hij vanaf 1945 naast het werk van talentvolle tijdgenoten vele vertalingen, alsook heruitgaven van oudere teksten, met name uit de zestiende eeuw.
De opmaak van de Franse postincunabelen uit de zestiende eeuw was eveneens een bron van inspiratie. Deze vrij sobere vormgeving, typisch voor de latere uitgaven van GLM, is ook zichtbaar in Le promenoir des deux amans. Gezet uit de Garamond, een van zijn zes meest gebruikte lettertypes na 1945, oogt deze heruitgave toch verrassend modern. Zeker in vergelijking met de heruitgave van het gedicht door Jacques Haumont, gepubliceerd in augustus 1945, valt de eigentijdse vormgeving op. Waar Haumont toewerkte naar het zo trouw mogelijk volgen van het origineel en slechts een enkele houtsnede toevoegde, creëerde GLM samen met Valentine Hugo een geheel nieuwe editie.
Van harmonieus lijnenspel tot illustratie
Valentine Hugo, een van de belangrijkste illustratoren van de Ballets russes en de surrealisten, illustreerde vanaf 1935 regelmatig boeken die bij GLM werden uitgegeven. De sinds 1907 in Parijs woonachtige kunstenaar bouwde hier al snel een professionele reputatie op. Vanwege haar drang naar artistieke vrijheid kreeg ze de bijnaam ‘de onafhankelijke’. Hiernaast was ze ook een bekende in literaire en muzikale kringen. Jean Cocteau - een van haar beste vrienden uit de jaren 1910 - noemde haar liefkozend ‘de Zwaan van Boulogne’, vanwege haar lange nek en geboorteplaats Boulogne-sur-Mer.
Van houtsneden, lithografieën en etsen die ze in haar eigen atelier drukte, tot pastelschilderijen of decor- en kostuumontwerp, Hugo was van vele markten thuis. En ook Hugo heeft in de jaren dertig zeer actief samengewerkt met de surrealisten. Ze was bovendien de eerste reeds beroemde kunstenares die zich aan deze avant-garde groep toevoegde. Haar stijl bleef echter klassieker. Hugo’s werk toont niet alleen de invloeden van het naturalisme, het symbolisme en de art nouveau, maar ook van laat negentiende-eeuwse illustratiestijlen. Bloemen, dieren, ogen en met name een weelderig lijnenspel komen hierin als terugkerende thema’s naar voren. Zo ook in de vier zwart-wit illustraties van het 28 strofen tellende liefdesgedicht ‘Le promenoir des deux amans’, dat zich richt tot een van de vele waternimfen uit de Griekse mythologie, Climeine. Qua stijl neigen deze illustraties overigens meer naar haar vlotte schetsen dan naar de voor Hugo zo kenmerkende, verfijnde litho’s en etsen.