Patty Scholten en de kritiek

De debuutbundel van Patty Scholten Het dagjesdier (1995) werd genomineerd voor de VSB-Poëzieprijs, een eer die ook haar derde bundel Ongekuste kikkers (1997) ten deel viel. Scholten werd onderscheiden met verschillende lokale poëzieprijzen.

Naar aanleiding van de bundel Ongekuste kikkers (1997) schreef Peter de Boer in Trouwvan 2 januari 1998 over de sonnetvorm: 'Scholten kan uitstekend met deze versvorm overweg. Ondanks het strakke keurslijf plooit haar taal zich soepel naar de vaak komisch-ontroerende inhoud. Zij schrijft geestig, verstaanbaar en gevoelvol en als zodanig is ze een typische vertegenwoordigster van het light verse. De genre mag door zwaarwichtige lieden als kunst met ene kleine 'k' worden aangevoeld, maar dat is natuurlijk onzin. Ook in het lichte genre zijn grote dingen mogelijk, zoals Kees Stip, Drs. P., Willem Wilmink, maar ook incidentele adepten als Buddingh' en Komrij, genoegzaam hebben bewezen'.

Over haar dierengedichten zei De Boer: 'Patty Scholten portretteert de dieren echt. Als zij een stel zebra's achter tralies "een boevenpakje" aanmeet en zich het hoofd breekt over hun "streepjescodekonten", is dat zowel grappig als ontroerend. Wat bij Scholten in de eerste plaats opvalt is haar treffende beeldspraak. Ze kijkt goed en weet wat zij ziet scherp te verbeelden'.

Koen Vergeer publiceerde in De morgen op 11 oktober 2000 een recensie over de derde gedichtenbundel, Een tuil zeeanemonen (2000): 'Een tuil zeeanemonen is eigenlijk ook een rariteitenkabinet, waarin vele fonkelende, briljante verzen te pronk staan'.

Rob Schouten noemde deze sonnettenbundel (in Vrij Nederland, 4 november 2000) 'rustgevend'. En hij schreef: 'Het aardige van de poëzie van Patty Scholten is misschien wel dat ze zo onmiskenbaar geschreven is door een keurige mevrouw. Geen ellendig getob, geen oeverloos gepsychologiseer, geen dodelijke ironie, geen verheven gefilosofeer, en ook geen ingewikkeld en exclusief geëpateer voor de ingewijde lezer, maar gewoon smaakvolle gedichten, kleinoodjes haast voor in een vitrinekast'. Schouten eindigde zijn bespreking met de opmerking: 'Woelige baren rondom, maar deze sonnetten blijven hetzelfde. Nogal voorspelbaar eigenlijk, maar ook wel rustgevend'.

Peter de Boer oordeelde eigenlijk niet veel anders over Slapen zonder weerga (2002). In zijn recensie (Trouw, 14 september 2002) schreef hij: 'Van de drie afdelingen is de eerste, "Smakelijk!", misschien wel het meest typerend voor Scholtens manier van dichten. Weinig diepgravend vaak, maar met een puntig scherpe geest en milde (zelf)spot schetst zij haar ervaringen in een reeks restaurants. Daar zitten zeer chique bij, zoals dat van Hotel Sacher in Wenen, maar ook gunt zij ons inkijkjes in een lunchroom en zelfs in de plaatselijke gaarkeuken'.

Dirk de Geest recenseerde de dichtbundel Bizonvoeten (2004) in Leesideeën Off Line van 1 januari 2005. Hij oordeelde over deze bundel en over Scholtens bundels in het algemeen: 'een uiterst leesbare mix van technisch vakmanschap, lyrische verbeelding en een taalgebruik dat een ruim lezerspubliek kan aanspreken.' De gedichten over haar ervaringen en ontmoetingen tijdens haar reis door Amerika leveren volgens De Geest 'goed geconstrueerde sonnetten' op, 'waaraan enige humor niet ontbreekt'. Toch blijven de sonnetten 'erg vrijblijvend': het gaat eerder om 'light verse' dan om lyriek.

Ook Yvonne Broekmans prees de leesbaarheid van Scholtens gedichten in haar recensie in Meander magazine van 1 augustus 2004. 'Patty Scholten geeft haar scherpe observaties trefzeker weer in de lichte, levendige kleuren van de humor die haar hele oeuvre kenmerkt.'

Peter de Boer vond Scholten 'op dit moment de beste vertolker' van het genre light verse (in zijn recensie van Looiedetten, 28 oktober 2006). Hij noemde de bundel 'aangenaam toegankelijk, komisch, soms ernstig'. Looiedetten 'blinkt regelmatig uit in opzienbarende beeld-, taal- en klankpirouettes'. De Boer vond de beschrijving van de safari door Kenia 'wat warrig' maar de dierportretten maken volgens hem veel goed.

In haar recensie van Looiedetten op www.nu.nl (6 november 2006) noemde Anne Jongeling de bundel een 'liefdevolle dichtbundel'. 'Scholten boort met vederlichte toon een hele staalkaart van emoties aan: geïmponeerd, ontroerd, ontdaan, geamuseerd, betrokken.' Tegelijk vond Jongeling dat de toegankelijkheid van Scholtens gedichten een nadeel heeft: 'Je bent zo snel door deze nog geen vijftig gedichtjes heen, en het is niet het soort poëzie dat je keer op keer blijft lezen om er steeds nieuwe dingen in te ontdekken.'

In 2009 verscheen de bundel Noem mij dier. Mario Molegraaf vond Scholten 'de Nederlands kampioen van het sonnet', in een recensie in Brabants dagblad (28 maart 2009). 'Ondanks dat strikte schema voelt zij zich in het sonnet geen aap in een kooi, maar een olifant in een modderbad.'

Guus Middag recenseerde De ziel is een pannenkoek in NRC Handelsblad van 10 maart 2011. Hij schreef over de autobiografische sonnetten: 'Je zou het allemaal niet lezen als je niet voelde dat er steeds iets broeide in de wrange ironie waarmee Scholten naar zichzelf kijkt.' Middag vond de gebeurtenissen in Scholtens leven niet allemaal even interessant, maar 'Scholten is steeds eerlijk en dus kwetsbaar – dat houdt haar sonnetten spannend.'

Mario Molegraaf schreef over De ziel is een pannenkoek in De stentor (27 augustus 2011) dat een autobiografie in sonnetten klinkt als 'een onmogelijke onderneming'. Maar Molegraaf vond Scholtens poging zeer geslaagd: 'Met haar geraffineerde techniek maakt ze over het zwaarste onderwerp toch een licht gedicht.' Hij concludeerde dat Scholten van een onmogelijke onderneming een 'vanzelfsprekend geheel' heeft gemaakt.