René Huigen maakte deel uit van de roemruchte Maximalen, die met veel kabaal de poëzie van de jaren tachtig kwamen verlevendigen.
René Huigen werkt als vertaler, romancier, dichter en essayist. Huigen heeft zich als snel afgescheiden van de Maximalen. Hij concentreert zich steeds meer op de vraag wat poëzie eigenlijk is en waarom poëzie betekenis heeft.
De toon van de gedichten van Huigen wisselt: soms grappig, soms anekdotisch, af en toe filosofisch, bespiegelend of ernstig. Hij schrijft over uiteenlopende zaken als de wandelende tak, de laatste der Mohikanen en het informatietijdperk. In de latere bundels komt steeds vaker de gedachtenwereld van Zen aan de orde.
In 1994 publiceerde Huigen een bundel met de titel Laatste gedichten, maar vervolgens deed hij er niet het zwijgen toe en schreef een bundel over alle facetten van het dichtproces. Hij beweerde dat hij de poëzie van het onbeduidende nastreefde, waarbij het onbeduidende iets onbegrijpelijks en fascinerends als het schuttersvisje kan zijn en dan het liefst in een wereld die zichzelf niet te serieus neemt.