Cahiers

Jaar: (1957 - 1961)

Auteur: Paul Valéry (1871 - 1945)

Kunstenaar: Paul Valéry (1871 - 1945)

Uitgeverij: Centre National de la Recherche Scientifique

Cahiers, titelpagina

Zeker na een existentiële crisis in 1892, toen hij tijdens 'de nacht van Genua' getergd werd door irrationele gevoelens, werd de werking van de menselijke geest Valéry's belangrijkste onderzoeksgebied. Toch werd hij door Jean Paulhan een 'literaire terrorist' genoemd, omdat hij de noodzaak en mogelijkheid van literair werk ter discussie stelde. Paul Valéry was niet alleen één van de grootste symbolistische dichters, maar ook een belangrijke ideeënvormer over kunst, literatuur en politiek en hij werd vooral gefascineerd door de capaciteit van de bewuste geest, de ratio.

Na dat moment van fundamentele twijfel besloot Valéry de literatuur vaarwel te zeggen, maar stoppen met schrijven deed hij niet. Integendeel, hij begon met het aanleggen van een soort logboek: de Cahiers. Deze schriften waren niet bedoeld voor publicatie, maar om analyses vast te leggen. Volgens sommigen dienden de Cahiers aanvankelijk vooral therapeutische doeleinden en was het schrijven een training in het bedwingen van de hartstocht, maar Valéry had nog een andere motivatie. Eigenlijk wilde hij marinier worden, maar hij was niet door de keuring gekomen. Bij wijze van alternatief koos hij voor een spirituele, intellectueel avontuurlijke reis. Vandaar dat hij zijn eerste schrift 'Scheepsjournaal' noemde.

Geestelijke ochtendgymnastiek

Uiteindelijk zou Valéry in vijftig jaar maar liefst 261 schriften vullen, bij elkaar ongeveer 30.000 bladzijden. Vanaf 1894 stond hij elke morgen om vijf uur op om zich vóór zijn werk te wijden aan deze geestelijke ochtendgymnastiek, al rokend en koffiedrinkend. Elke gedachte moest zo nauwkeurig mogelijk worden opgeschreven ter oefening van de geest: typerend voor Valéry, het meest veelzijdige studiehoofd van de eeuw, maar niet zozeer een coherente denker. Zijn werk is fragmentarisch en zelden van lange adem.

In de schriften noteerde hij- vaak onuitgewerkte- gedachten over alles wat denkbaar is: literatuur, kunst, taal, de werking van het geheugen en wiskunde. Hij deed dat in lyrische prozagedichten, essays, zelfanalyses, tekeningen en mathematische tabellen. Wat de verschillende onderwerpen en tekstsoorten overeenkomstig hebben, is dat het producten zijn van de menselijke geest. Het is immers de geest die de chaos van sensaties, invallen en dergelijke via eindeloze schiftingen en combinaties structureert tot een zinvol bouwsel. Dat geldt voor een gedicht maar ook voor een wiskundige formule of voor een schilderij.

Van 1957 tot 1961 publiceerde het Centre National de la Recherche Scientifique (CNRS) de volledige Cahiers in een facsimile-editie die 29 dikke banden beslaat. Het is vooralsnog de enige complete uitgave van de Cahiers. Wel zijn er talloze bloemlezingen uit de logboeken samengesteld, zowel tijdens het leven van Valéry als daarna. Het voordeel van deze fotomechanische herdruk boven een getranscribeerde versie, is dat in het handschrift zichtbaar is welke verbeteringen en doorhalingen de auteur aanbracht. Bovendien zijn de vele berekeningen, tabellen en tekeningen een bijna even belangwekkend onderdeel van de Cahiers als de tekst. De in beperkte oplage- in totaal 1100 exemplaren- gedrukte reeks is nu een belangrijke bron. In de Koopman Collectie bevindt zich nummer 762 van de 1000 voor de handel bestemde exemplaren.

Bibliografische beschrijving

Beschrijving: Cahiers / Paul Valéry ; [préf. par Louis de Broglie]. - Paris : Centre National de la Recherche Scientifique, 1957-1961. - 29 dl. : ill. ; 30 cm

Drukker: Impr. nationale (Parijs)

Oplage: 1100 exemplaren

Exemplaar: Nummer 762 van de 1000 exemplaren

Bibliografie: In liefde verzameld, p. [91]

Aanvraagnummer: KW Koopm A 252-280

Literatuur

  • Autour des Cahiers. Paris, Lettres Modernes Minard, 1999
  • Denis Bertholet, Paul Valéry 1871-1945. Paris, Plon, 1995
  • Gabriele Fedrigo, Valéry et le cerveau dans les cahiers. Paris, Harmattan, 2000
  • Paul Valéry, De macht van de afwezigheid. Groningen, Historische Uitgeverij, 2004