Driek van Wissen schreef twee poëziebundels voor kinderen.
Dierendokter Dik
De eerste hiervan, Dierendokter Dik (2005), met illustraties van Philip Hopman, bevat gedichten over een dierendokter die op geheel eigen wijze telkens een nieuw probleem aanpakt. Ieder gedicht begint met:
De grote dierendokter Dik
is heel erg goed, maar niet goed snik.
Hierop komt telkens een ander dier zich beklagen, zoals de olifant, de kip, de adelaar, de koe, de krokodil, of de dromedaris en telkens komt de dokter met een inventieve oplossing. Zo ook bij de mier, die jammert:
Een eindeloze mierenstoet
volgt mij voortdurend op de voet.
Dus breekt het angstzweet bij mij uit,
zo dicht zit men mij op de huid.'
De dokter sprak toen zeergeleerd:
'Roep straks gewoon maar: "Rechtsomkeert!"
En als de troep dat heeft gedaan,
dan loop jij lekker achteraan.'
Helaas, het hielp niet wat hij zei:
de mier liep midden in de rij.
Dus achtervolgde men hem weer,
ook na de grote ommekeer.
(p. 27)
Wat een land!
Van Wissens tweede bundel voor kinderen, Wat een land! (2008) is geschreven in zijn hoedanigheid als Dichter des Vaderlands. In feite is Wat een land! één lang gedicht, geschreven in vierregelige strofes in omarmend rijm. Hierin doet Van Wissen de eigenaardigheden van Nederlanders uit de doeken, zoals het grote stamppoteten:
En 's avonds na kantoor of school
werken de Hollandse gezinnen
het warme eten snel naar binnen,
bijvoorbeeld stamppot boerenkool.
Wie hier z'n kookkunst wil vertonen
doet aardappelen in een pan
en maakt er dan een potje van
met kool, andijvie, prei of bonen.
Stamppot staat dus op elk menu.
Met worst of met een karbonade
die lekker lang is doorgebraden,
en met een kuiltje voor de jus.
(p. 30)
Ook Koninginnedag, het gedoogbeleid, caravans, boterhamzakjes, carnaval, de Efteling, Sinterklaas en schaatsen passeren de revue. Zo is Wat een land!, zoals de tekst op de achterzijde van het boekje vermeldt, 'een soort inburgeringscursus, maar dan voor álle kinderen'.