De Blauwe Schuit: Gesprek

Eén van de uitgaven van De Blauwe Schuit heeft een schilderij van H.N. Werkman als onderwerp.

Gesprek werd geschreven door dominee August Henkels in 1942. Samen met Ate Zuithoff werkte Henkels tijdens de Tweede Wereldoorlog aan een - niet voltooide - oeuvrecatalogus van Werkman. (Zie de biografieën over de uitgevers van De Blauwe Schuit.)

Schilder en drukker

De drukker H.N. Werkman vond het lastig om behalve de maker van het boek ook het onderwerp ervan te zijn. Maar hij was wel ingenomen met het stuk dat Henkels schreef. Het schilderij 'Gesprek' stamde uit 1938 en daarop zijn vier personen in gesprek te zien. De eerste paragraaf van Henkels' verklaring ervan gaat over het spontane ontstaan van een schilderij:

De schilder was alleen, toen begon de stem het Gesprek. Hij ging naar huis, nam het linnen, de verf en de penseelen. Hij schilderde het Gesprek, dat begonnen was door de stem. Hij was niet meer alleen. Het Gesprek was er.

De vele poëtische herhalingen in de tekst en de personificatie van het schilderij als een metgezel typeren het soort beschouwing dat Henkels maakte. Werkman schreef daarover: 'Zooals jij het beschrijft, zoo is het inderdaad. Zulk een schilderij ontstaat geheel vanzelf, er komt een vinkje en het vuur gaat branden.' (Brief van 13 maart 1942).

Tekst in vier kleuren

Voor de meeste uitgaven van De Blauwe Schuit is de tekst gewoon in zwart gedrukt, maar voor sommige teksten werd een kleur gekozen zoals rood (in Ascensus ad inferos (1942) of blauw Alleluja (1941). In Gesprek begint de tekst in zwart, gaat dan over op paars, dan oranje, vervolgens blauw en bruin voordat de laatste regels weer in zwart zijn gedrukt. In het fonds van De Blauwe Schuit is dat uitzonderlijk.

Tekstpagina's van [F.R.A. Henkels, H.N. Werkman], Gesprek (1942) (exemplaar Huis van het boek)

Die kleuren komen niet overeen met de geschilderde figuren, maar corresponderen wel met de in de tekst genoemde kleuren:

Hij nam het paars van vele angstige nachten, een vochtig zwart en uit een oud wiegelied het teedere geel.

Henkels noemt meerdere kleuren en die verwijzen wél naar de geschilderde fuguren, in dit geval de figuur met het gele hemd.

Toen nam de schilder het rood, het onverzettelijk rood.

Daarmee schilderde hij de figuur links op het schilderij (voor een afbeelding, zie Het complete oeuvre, pagina 425). Werkman koos echter voor oranje. De volgende figuur is een luisteraar:

Voor hem heeft de schilder het geel genomen, een verzonken geel en het metaalblauw van een bergmeer.

Voor die tekst koos Werkman blauwe inkt. De vierde persoon krijgt in de tekst geen kleur toebedeeld.

De schilder weet niet meer welke verven hij genomen heeft voor den vierden man.

Die tekst is gedrukt in bruinrood. De tekstpagina's werden gedrukt op de snelpers, in verschillende drukgangen vanwege de kleuren.

Titelpagina en omslag in kleur

De kleuren van de personages en de teksten worden geëtaleerd - maar weer net iets anders - op de titelpagina, waarop vier torso's te vanaf de vier zijden van het blad naar het centrum neigen. Eén is groen, één geel, één zwart en één rood. De titel zelf is met grote biljetletters gedrukt in blauw (dit type grote letters werd normaal gebruikt voor reclames en affiches; Werkman gebruikte deze specifieke letters eerder in de Turkenkalender 1942 voor het kalenderblad van oktober). De titel werd het eerst gedrukt, waarschijnlijk op de handpers: in sommige exemplaren staat de titel veel lager (gemeten vanaf de bovenrand) dan in andere. De figuren werd er daarna omheen gegroepeerd en daardoor is bij sommige torso's van het 'lichaam' meer zichtbaar.

De koppen werden door middel van een sjabloon gemaakt. Dat is goed te zien met een vergrootglas: de kop van de zwarte figuur is gedrukt over het blauw van de titel. Ook is goed te zien dat de houten biljetletters niet meer helemaal gaaf waren (zoals de G).

Op het omslag komen ook nog bruin en blauw voor. Aan de binnenzijde van het voor- en achteromslag zijn bovendien verticale kleurenbanen aangebracht met de inktrol. Voorin zijn dat bruin en blauw, achterin zwart en paars. De hele uitgave speelt zo subtiel met de kleuren door kleine variaties in de verschillende combinaties.

Afwerking in twee partijen

Op 31 maart 1942 meldde Werkman aan Henkels dat hij 120 exemplaren had gedrukt, maar 'ze zijn nog niet alle klaar'. Wel verzond hij de eerste zestig exemplaren vast, zodat die (zoals de bedoeling was) voor Pasen konden worden verspreid. De andere helft van de oplage was dus nog niet klaar, maar Werkman deed nogal vaag over wat er nog mee moest gebeuren. Tien dagen later was hij met de 'afwerking' nog niet begonnen: 'Intusschen heb ik nog de rest van Gesprek af te werken'.

Wat er bedoeld werd met dat afwerken is onduidelijk. Dat kon bijvoorbeeld gaan over het simpelweg bijsnijden van het papier, maar ook om het nog drukken van een deel van de tekst. Aangezien de tekstpagina's op de snelpers waren gedrukt is dat laatste echter onwaarschijnlijk. De binnenpagina's in kleur waren vast allemaal klaar. Gold dat ook voor het colofon? Sommige exemplaren vertonen in het colofon gerezen wit (waarbij een blokje voor de spatie tussen blauwe en schuit naar boven is gekomen en deels inkt heeft aangenomen en afgedrukt op het papier). Dat kan echter ook tijdens één drukgang gebeuren.

Waarschijnlijk ging het bij dat afwerken juist om de met sjablonen of met de inktrol aangebrachte illustraties op bladen waarvan de éne zijde nog te drogen lag. Dat gold bijvoorbeeld voor die op de binnenzijde van het omslag. Voor- en achterzijde daarvan zijn tegelijk gedrukt, dus als vier kleurenbanen naast elkaar, van rechts naar links: eerst paars, dan zwart, dan blauw, dan roodbruin op het dan nog uitgevouwen vel.

Verschillen in de kleurstelling én in de wijze waarop de inktrol is gehanteerd kunnen daarbij zijn ontstaan. Maar dat geldt voor alle uitgaven van De Blauwe Schuit, omdat Werkman ook tijdens het drukken niet ophield met experimenteren en kleine verschillen bewust nastreefde.

Een mogelijk verschil betreft ook het omslag: bij sommige exemplaren lijkt de afbeelding niet alleen aan de onderzijde van het papier te lopen, maar ook aan de bovenzijde. Bij de exemplaren in de KB en in Huis van het boek is er boven de omslagafbeeldingen nog duidelijk een onbedrukte strook wit papier zichtbaar.

Op het omslag drukte Werkman eerst de centrale kolom: eerst blauw, dan de rode vorm; dan daarnaast groen en geel met complementaire sjablonen (die gemaakt zijn door het centrale sjaboon af te drukken en de weerszijden af te snijden om als sjabloon te gebruiken), beneden is zwart ook complementair (van blauw); het zwart is als laatste aangebracht.

Kosten en verkoopprijs

Op 16 april was de hele oplage klaar. De prijs voor het boekje was inmiddels gesteld op één gulden. De kosten waren eind maart al vastgesteld op vijftig gulden, waarbij nog de kosten voor enveloppen kwamen, toen geschat op 4.80. Als alle exemplaren verkocht zouden zijn, bedroeg de winst dus ongeveer 45 gulden. Maar daar ging het niet om bij De Blauwe Schuit en men kon zich veroorloven om de helft van de exemplaren weg te schenken aan vrienden en relaties.

Facsimile-uitgave 1995

In 1995 verscheen van deze uitgave (samen met zes andere) een facsimile-uitgave, gedrukt met een rastercliché. Duidelijk zijn tussen de letters de stippels van het raster zichtbaar; op het omslag zijn het strakke evenwijdige lijnen. Die zijn natuurlijk in het origineel niet aanwezig.

[Auteur van deze bijdrage: Paul van Capelleveen]

Copyright

© De tekst van F.R.A. Henkels wordt hier gereproduceerd met exclusieve toestemming van de Erven Henkels.

Beschrijving van BS24

[F.R.A. Henkels], Gesprek. [Druksels van H.N. Werkman]
4 pagina's, genaaid in omslag, 318x222 mm
Maart 1942 (eerste 60 exemplaren), april 1942 (tweede helft oplage).
Oplage: 120 (colofon vermeldt: 100, maar zie brief van H.N. Werkman aan F.R.A. Henkels, 31 maart 1942).
Letter: Annonce-Antieke (eerste paragraaf tekst: corps 14; rest van de tekst en titel van colofon: corps 12; tekst van colofon: corps 10); onbekende biljetletter (zoals gebruikt in Turkenkalender 1942, blad oktober) (titel).
Papier: [?] Wit gesatineerd omslagkarton (omslag); wit gesatineerd papier (binnenwerk) (gebaseerd op gegevens Groninger Museum, Werkman Archief).
Colofon: 'Colophon Deze beschrijving van het schilderij "Gesprek" van H.N. Werkman (1938), geschreven door een schipper van de Schuit, werd door den schilder zelf gedrukt en verlucht in een oplage van 100 ex. in Maart 1942 en in de Stille Week van dat jaar gezonden aan de vrienden van De Blauwe Schuit.'

Literatuur

  • Groninger Museum. Werkman Archief [Online]
  • F.R.A. Henkels, Logboek van de Blauwe Schuit. Groningen, 1982.
  • Hendrik Nicolaas Werkman, Brieven rond De Blauwe Schuit (1940-1945). Nijmegen, 2008.
  • Uit De Blauwe Schuit. H.N. Werkman 1882-1945. Groningen, 1995
  • Ate Zuithoff, Hendrik Werkman en De Blauwe Schuit: herinneringen van een schipper. Utrecht, 1995.