De Blauwe Schuit: Alleluia

De meeste Nederlandse teksten voor De Blauwe Schuit waren hedendaags, maar er zit ook een oud religieus lied bij.

Alleluia (1941): detail

Alleluia is een oud-Nederlands lied dat in Ootmarsum werd gezongen rond Pasen.

Dan werd niet alleen een groot paasvuur aangelegd, maar liepen mannen en jongens zingend in optocht door het plaatsje, waarbij de stoet vaak door een huis of een herberg heen trok - wat vertraging opleverde door het nuttigen van sterke drank. Het gebruik werd 'vleugelen' genoemd. De tekst van deze derde uitgave van De Blauwe-Schuit beslaat alleen vers 1-3 en 5-7 (vers 4 en 8 werden weggelaten) uit Gezang 58 dat werd overgenomen uit de Psalmen en gezangen voor den eeredienst der Nederlandsche Hervormde Kerk (1938).

Dit is een van de oudere teksten die de uitgevers van De Blauwe Schuit zouden publiceren, maar wel met een moderne vormgeving. (Zie De schippers van De Blauwe Schuit: biografieën)

Nederlandse literatuur bij De Blauwe Schuit

De meeste Nederlandse literaire teksten die De Blauwe Schuit door H.N. Werkman liet drukken waren modern. Er waren vijf uitgaven met teksten door Martinus Nijhoff, elf uitgaven met teksten van F.R.A. Henkels, waarvan twee in samenwerking met Simon Vestdijk, die verder de tekst voor nóg een uitgave schreef. Er waren twee edities van H. Marsman. Verder waren moderne auteurs steeds één keer vertegenwoordigd: Hendrik de Vries, Paul van Ostaijen, Klaas Heeroma en P.C. Boutens.

Oudere dichters waren er ook: een uitgave met tekst van Jacobus Revius en er waren teksten van Vondel en Cats te lezen in de Turkenkalender. Met een anoniem lied was Alleluia een van maar drie edities met een oude Nederlandse tekst.

Het fonds van De Blauwe Schuit bevatte verder teksten in (of vertalingen uit) het Duits en Frans. Engelse teksten werden door de uitgevers niet gekozen. Daar lagen kennelijk de voorkeuren niet. Dominee Henkels koos wel verschillende religieuze teksten, waaronder dit gezang.

'Weer heel iets anders'

Het plan voor deze uitgave moet ergens in maart 1941 zijn ontstaan. De opdracht van Henkels is verloren gegaan. Later zou hij schrijven dat hij het beeld van een middeleeuws missaal voor zich zag, met tekst en muzieknoten, maar dan in een modern jasje.

Werkman reageerde erop in een brief van 28/29 maart:

Dat is weer heel iets anders en dat mag wel even rustig bekeken worden.

Maar het ging om een Paas-uitgave, dus veel tijd was er niet:

Er resten voor Paschen nog wel twee weken, maar in de komende week moet alles afgedrukt zijn om nog even te drogen. U zult ze uiterlijk Woensdag in Uw bezit moeten hebben.

Hier vousvoyeerden Henkels en Werkman elkaar nog, maar in juni spraken ze elkaar al bij de voornaam aan; ze waren intussen vrienden geworden.

  • Alleluia (1941): detail

Explosie van kleur

De muzikaliteit van de tekst moest op een of andere manier benadrukt worden. Werkman schreef daarover

Als de muziek er àf moet spatten mag het wel een beetje bont worden.

Werkman maakte inderdaad gebruik van verschillende tinten geel, rood en blauw om het boekje van begin tot einde te kleuren.

Op 7 april al was hij gereed met de oplage van zestig, waarvan hij de eerste twintig aan Henkels stuurde en de overige veertig aan de andere twee uitgevers. Een reactie is verder niet bewaard gebleven, maar die was positief. Bij een latere opdracht werd daarom eens verwezen naar de kleuren van deze uitgave. Toch zijn het in de eerste plaats de typografie en het ontwerp van de binnenpagina's die deze uitgave bijzonder maken.

Contrasten: diepblauw, geel en rood

Tegenover de titelpagina is de binnenzijde van het omslag diepblauw. Die kleur is met de inktroller in verschillende bewegingen aangebracht. De titelpagina zelf is daarmee in balans met abstracte vormen in de niet dekkend aangebrachte kleuren rood en geel en langs de rechterkant van de pagina de titel in diepblauw. De letters zijn los, in een golf, geplaatst. Dat is per exemplaar steeds net een beetje anders gedaan (een proef laat een heel afwijkende plaatsing zien).

Deze contrasten vinden we ook op de twee tekstpagina's binnenin.

Voor de tekst koos Werkman voor schreefloze letters die in diepblauw werden gedrukt (in een proef zijn ze in zwart gedrukt). Het woord 'alleluia' is daarbij steeds afzonderlijk behandeld: gecursiveerd, in groot corps afgedrukt, boven of onder de regel geplaatst. Het geheel suggereert daardoor een dansend, jazz-achtig ritme. De kleuren ondersteunen de jubelende sfeer van het lied. Deze teksten werden machinaal gedrukt (alle andere juist met de hand). (Brief van 16 april 1941).

Intussen is dit wel een totaal andere manier om een kerkelijk gezang te presenteren. Het liedboek voor de Hervormde Kerken zag er in elk geval niet zo uit. Daar werden de individuele woorden niet opeens met enorme houten biljetletters gedrukt en staan alle woorden netjes in het gelid om over de kleuren maar de zwijgen. Werkman paste de typografie van reclamefolders toe op een religieuze tekst.

Afwijkende omslagen

Werkman experimenteerde met dit omslag, dat het eerste veelkleurige omslag is voor De Blauwe Schuit. een exemplaar in de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam is minder abstract en bevat de afbeelding van een rode kandelaar. In het Klingspor Museum in Offenbach is een exemplaar met lijnen die met de zijkant van de inktroller zijn 'getekend'.

Ook aan de 'reguliere' omslagen is te zien dat Werkman al doende bleef ontwerpen en veranderen. Er zijn vele variaties bijvoorbeeld in de manier waarop hij met haakjes uit de zetkast patronen stempelde. Het experimenteren hield pas op als het laatste exemplaar gereed was.

Een uitgeversembleem ontbreekt in deze uitgave - er was er één, maar Werkman was doende een nieuw merk te ontwerpen.

[Auteur van deze bijdrage: Paul van Capelleveen]

Beschrijving van BS3

Alleluia. [Druksels: H.N. Werkman.]

4 pagina's, ingenaaid in omslag, 243x189 mm.

Maart 1941.

Letter: Annonce-Antieke, corps 48 (onderste regel, p. 2-3), Halfvette Antieke Cursief, corps 20 (liedtekst (m.u.v. het woord 'alleluia' op p. 2-3; colofon, regel 4-6); Nobel-Antieke, corps 20 (colofon, regel 1-3), Nobel-Antieke, corps 8 (colofon, regel 7); andere letters niet geïdentificeerd.

Oplage: 60.

Papier: ?

Colofon: 'De schippers van De Blauwe Schuit en haar meester-drukker H.N. Werkman wenschen U een gezegend Paschen 1941[.] Lof zij den Heer den almachtigen Koning der eere Alleluia[.] De tekst voor deze Paaschgroet werd ontleend aan een oud-nederlandsch Paaschlied uit Ootmarsum.'

Literatuur

  • F.R.A. Henkels, Logboek van De Blauwe Schuit. Amsterdam, 1982
  • Groninger Museum Werkman Archief [online].
  • Hendrik Nicolaas Werkman, Brieven rond De Blauwe Schuit (1940-1945). Nijmegen, 2008
  • Ate Zuithoff, Hendrik Werkman en De Blauwe Schuit. Herinneringen van een schipper. Utrecht, 1995