De Blauwe Schuit: De houtdiefstal
Onder de gijzelaars in Sint Michielsgestel waren Simon Vestdijk en August Henkels. Ze zaten tijdens de oorlog, vanaf mei 1942, samen gevangen.
Zij deelden een kleine kamer met de 'generaal', kamer 33. De 'generaal' was Pieter Gort (1888-1945), een gepensioneerde KNIL-majoor die wonderbaarlijk vrolijke verhalen kon vertellen. De uitgave van De Blauwe Schuit gaat over een voorval in het kamp waar op de binnenplaats een voorraad hout gereed lag voor een nieuwe vleugel aan het gebouw. Gort had zijn ogen erop laten vallen om in hun kamer een keukentje te bouwen. Op een avond sleepten hij en Vestdijk enkele planken naar dat hol. De houtdiefstal was een feit.
Over het leven in een gijzelaarskamp
Zo'n vergrijp in een kamp vol gevangenen kon levensgevaarlijk zijn. De kleinste dingen konden tot repercussies leiden. Met 750 man zo dicht opeen gepakt was onmin al evenmin uitzondering. De schrijver Vestdijk zelf was betrokken in een kort handgemeen in de wasruimten. Ook werd hij op het matje geroepen nadat hij briefjes het kamp uit smokkelde. Dit soort zaken kon bestraft worden met een transport naar kamp Amersfoort waar vandaan een volgend transport naar een concentratiekamp in Duitsland of Polen in het verschiet lag. Afgezien daarvan konden willekeurige gevangenen worden doodgeschoten als represaillemaatregel voor delicten buiten het kamp: sabotage bijvoorbeeld.
Na de houtdiefstal wees dominee Henkels zijn kamergenoten op de gevaren van hun daad. Vestdijk reageerde zoals het een schrijver betaamd: hij schreef een sonnet. Henkels zelf schreef een pastiche op het bekende gedicht 'Satyr en Christofoor' van M. Nijhoff. Nadat allen uit het kamp waren losgelaten, schreef Henkels nog een impressie van de gebeurtenis. In maart 1944 stuurde hij alles als kopij aan de drukker van De Blauwe Schuit, Hendrik Werkman. (Zie H.N. Werkman, korte biografie.)
Relatie tussen tekst en illustraties
Henkels bedacht hoe de tekst en de illustraties van Werkman zich tot elkaar moesten verhouden.
De illustraties voor deze uitgave over een kampgeschiedenis wilde Henkels liefst eenvoudig houden. Er zijn dan ook geen kleurrijke druksels door Werkman voor gemaakt. Wel had hij aanvankelijk het idee om de vier lettergrepen van de titel op het omslag elk een eigen kleur te geven: groen, geel, bruin en blauw. Maar een proef daarvan werd afgekeurd. Henkels koos toen voor een in blauw gedrukte titel (Werkman maakte er ook nog een in zwart, omdat hij toevallig net een zwarte rol in de hand had...) De titels zijn gezet uit een reclameletter; de moet van deze houten biljetletters is aan de ommezijde goed zichtbaar. Het lettertype lijkt een variant van de Smalle Vette Antieke, die gebruikte is in Een moscovitische legende. Maar deze letter heeft een afgeschuinde stam van de 't'. Die komt overeen met de letter die is gebruikt in Turkenkalender 1942 (maand: augustus).
August Henkels en zijn vrouw Julia vonden de eerste tekstpagina op het bruine papier nogal afsteken tegen het wit aan de binnenzijde van het omslag. Henkels vroeg daarom om 'een eenvoudige raam-aanduiding'. Die maakte Werkman met horizontale en verticale dunne banen bruine inkt, getrokken met een kleine roller. Dit 'raam' komt voor in de allereerste zin van de tekst:
Terwijl de schemering van de herfst draalt achter de kleine vuile ruiten, bedenk ik welk een uitkomst het mag heeten in deze daverende samenleving van een 750 mannen in het bezit te zijn gekomen, hoe dan ook, van deze kamer no. 33 [...].
Speciale papiersoorten
Werkman vond voor het omslag en het binnenwerk twee toepasselijke papieren. Het omslagpapier is een papier met een imitatie van een houtnerf. Voor het binnenwerk vond hij een bruingekleurd papier met ingesloten vezels geschikt. Beide papieren maken een houterige indruk die goed past bij het verhaal over de diefstal van planken. Het papier kan als extra illustratie worden beschouwd.
Initialen en lettertypen
Voor de tekst selecteerde Werkman een lettertype dat hij vaker gebruikte voor de Blauwe Schuit-uitgaven: de Egyptienne. Maar de beginletter, de initiaal, is geen gegoten letter. De hoofdletter T is in bruin gedrukt met behulp van een sjabloon.
In het colofon werd de Egyptienne gecombineerd met een Breede Halfvette Antieke (voor de twee regels over het seminarie) en iets dat lijkt op een Vette Antieke Cursief (de opdracht bovenaan).
[Auteur van deze bijdrage: Paul van Capelleveen]
Copyright
© De teksten van F.R.A. Henkels en S. Vestdijk worden hier gereproduceerd met exclusieve toestemming van de Erven Henkels en de Erven Vestdijk.
Beschrijving van BS34
[F.R.A. Henkels, S. Vestdijk], De houtdiefstal. [Druksels: H.N. Werkman].
4 pagina's in omslag (gelijmd tegen binnenzijde achteromslag), 300x216 mm.
April 1944.
Letter: Variant op de Smalle Vette Antieke (titel), Egyptienne (tekst: corps 12, colofon: corps 9), Breede Halfvette Antieke (colofon: corps 9) en een variant op de Vette Antieke Cursief (colofon).
Oplage: 30 (colofon).
Papier: Papier met een houtnerfimitatie (omslag); bruingekleurd papier met ingesloten vezels (binnenwerk).
Colofon: 'Aan Pieter Gort kameroudste van kamer no. 33 Seminarie Beekvliet Sint Michielsgestel aangeboden ter herinnering en ter viering van zijn terugkeer als laatste van ons drietal rondom Kerstmis 1943. Gedrukt en verlucht door H.N. Werkman in het prille voorjaar van 1944 in een oplage van 30 ex., waarvan enkele beschikbaar zijn voor vrienden van De Blauwe Schuit.’
Literatuur
- Diewertje Dekkers, Jikke van der Spek, Anneke de Vries, H.N. Werkman, Het complete oeuvre. Rotterdam, Groningen, 2008.
- Groninger Museum, Werkman Archief [online].
- F.R.A. Henkels, Logboek van De Blauwe Schuit. Amsterdam, 1982.
- Letterproef. Spécimen de caractères. N.V. Lettergieterij "Amsterdam" voorheen N. Tetterode. Amsterdam, 1932.
- Letterproef der Lettergieterij "Amsterdam" voorheen N. Tetterode. Spécimen général de la fonderie "Amsterdam" successeur de N. Tetterode. Amsterdam, 1916.
- Hans Visser, Vestdijk en Henkels. Een literaire vriendschap in oorlogstijd. Maassluis, 1993.
- Hendrik Nicolaas Werkman, Brieven rond De Blauwe Schuit (1940-1945). Nijmegen, 2008.
- Ate Zuithoff, Hendrik Werkman en De Blauwe Schuit. Herinneringen van een schipper. Utrecht, 1995.