Sept poèmes : automne tardif. Sieben Gedichte : Spaetherbst

Jaar: 1998

Auteur: Rainer Maria Rilke (1875 - 1926)

Kunstenaar: Jean Vodaine (1921 - 2006)

Uitgeverij: Jean Vodaine

Omslag van Sept poèmes : automne tardif

De bloei van het Franse kunstenaarsboek is voor een groot deel te danken aan immigranten: kunstenaars die tijdelijk of definitief in Frankrijk zijn neergestreken. De beroemdste is wel Picasso. Van de surréalisten komen bijvoorbeeld Dalí en Miró uit verschillende streken in Spanje. In de Tweede Wereldoorlog vluchtten veel Franse kunstenaars op hun beurt naar Amerika, waar New York het nieuwe centrum voor de moderne kunst werd. In de jaren twintig emigreerden ook Slovenen naar Frankrijk. Tot die groep behoorde Jean Vodaine (pseudoniem van Vladimir Kaucic). Hij werd op 6 juli 1921 in Volče geboren en kwam met zijn ouders naar Frankrijk in 1924. Zij vestigden zich in Metz (Moselle). Vodaine was werkzaam als auteur, vertaler, illustrator en tijdschriftredacteur. Zijn belangrijkste activiteit combineert al deze hoedanigheden: hij was zijn eigen drukker.

Gerezen wit

Op het eerste gezicht lijkt zijn typografie er een van willekeur. Hoofdletters, kleine letters, romein en cursief, letters en tekens worden door elkaar gebruikt. Soms vechten verschillende experimenten op eenzelfde pagina om de voorrang. Nu eens overheerst de speelsheid van Dada, dan weer elementen van Art brut, toch is alles in balans. In zijn beste momenten is Vodaines werk zowel inventief als poëtisch. Voor zijn illustraties maakt hij gebruik van houtsnede, linosnede, collage, knipsels en verf.

Aanvankelijk was het drukwerk onbeholpen: de regels registerden niet goed, de druk was vaak ongelijk. In een van zijn experimenten wordt dit technisch onvermogen op de hak genomen: bij het drukken van een tekst met losse loden letters, zorgt een blokje lood voor een spatie tussen de woorden. Soms komt het blokje in het zetsel naar boven tijdens het drukken en dan ontstaat een zwarte rechthoek. Dat heet 'gerezen wit'. Elke drukker kent dit fenomeen. Het is typerend voor Vodaine, dat hij in een technische onvolkomenheid meteen een decoratieve mogelijkheid ziet. Voor zijn vertaling van Rilke heeft hij juist grote zorg besteed aan dit 'gerezen wit'. Tussen alle woorden zijn zwarte rechthoekjes opzettelijk aangebracht, waarmee het is omgetoverd tot een versierend ornament.

Een Duitser in het Frans

Het meertalige gebied Elzas-Lotharingen - in de loop der geschiedenis afwisselend Duits en Frans grondgebied -is bij uitstek geschikt voor een tweetalige uitgave van Rainer Maria Rilke. In 1902 bezocht Rilke voor het eerst Parijs en maakte hij kennis met de beeldhouwer Auguste Rodin, over wie hij een monografie schreef en wiens privé-secretaris hij voor korte tijd werd (1905-1906). Dat werk bevredigde opdrachtgever noch werknemer, maar van Rodin - en van Cézanne - leerde Rilke naar eigen zeggen kijken, wat zijn weerslag kreeg in Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge (1910) met de beroemde opening: 'So, also hierher kommen die Leute, um zu leben, ich würde eher meinen, es stürbe sich hier' ('Zo, dus hier komen de mensen naar toe om te leven, ik zou eerder denken dat ze hier dood gaan.'). Ook nam hij Rodin’s arbeidsethos over: 'je moet altijd werken'. Rilke schreef naast zijn Duitse gedichten ook gedichten in het Russisch en het Frans, daarbij soms geholpen door zijn vrienden. Hij kende Paul Valéry, André Gide en Roger Martin du Gard, die zich herinnerde dat Rilke naast hem verschillende boeken tegelijkertijd zat te lezen in de Bibliothèque nationale. In juni 1926 (zeven maanden voor Rilke’s dood) verscheen Vergers, suivi des Quatrains valaisans (gedrukt eind maart) en in 1935 werden zijn Poèmes français gebundeld.

De zeven gedichten die Vodaine publiceerde kregen tijdens Rilke’s leven geen uitgever. Hij schreef ze tijdens de Eerste Wereldoorlog in München (1915), maar zijn vrienden daar vonden deze fallische gedichten te schokkend. Met Lou Andréas Salomé had hij in 1913 gesproken over de erectie en de seksuele daad als thema voor gedichten. Onvermijdelijk hing dit thema samen met een ander: de dood. Later werden de gedichten opgenomen in het tweede deel van het verzameld werk (Sämtliche Werke, Zweiter Band, 1956). Een Franse vertaling door Jacques Legrand werd in het tijdschrift Tel quel gepubliceerd (1965), maar Vodaine maakte een nieuwe vertaling, zette zelf de teksten en voorzag ze bovendien van eigen illustraties: tien linosneden. De oplagen die Vodaine maakt zijn nooit groot, want hij moet de tekst tenslotte ook zelf drukken. In dit geval deed hij dat in 1998 tijdens het carnaval (mardi gras), terwijl hij de feestelijkheden via de televisie volgde. Het colofon vermeldt uitdrukkelijk maskerades en boerendansen. De afbeeldingen en het colofon zijn in rood gedrukt. In totaal maakte Vodaine 107 exemplaren, waarvan er 7 werden genummerd, gesigneerd en uitgebreid met 10 losse kleurencollages in de stijl van Niki de Saint Phalle. Daarvan is dit nummer 7.

Bibliografische beschrijving

Beschrijving: Sept poèmes : automne tardif = Sieben Gedichte : Spaetherbst / Rainer Maria Rilke ; [trad. nouvelle, typographie et 10 linographies de Vodaine]. - Baslieux en Lorraine : Jean Vodaine, 1998. - [25] p. : ill.; 26x36 cm

Drukker: Jean Vodaine (Baslieux en Lorraine)

Oplage: 107 exemplaren

Exemplaar: Nummer 7 van de 7 door de kunstenaar gesigneerde exemplaren

Bijzonderheid: Met 10 collages in kleur door Jean Vodaine

Aanvraagnummer: KW Koopm E 40

Literatuur

  • Paul van Capelleveen, Sophie Ham, Jordy Joubij, Voices and visions. The Koopman Collection and the Art of the French Book. The Hague, Koninklijke Bibliotheek, National Library of the Netherlands; Zwolle, Waanders, 2009
  • Paul van Capelleveen, Sophie Ham, Jordy Joubij, Voix et visions. La Collection Koopman et l'Art du Livre français. La Haye, Koninklijke Bibliotheek, Bibliothèque nationale des Pays-Bas; Zwolle, Waanders, 2009
  • Ralph Freedman, Life of a poet: Rainer Maria Rilke. New York, Farrar, Straus and Giroux, 1996
  • Maurice Martin du Gard, Les mémorables, 1918-1945. Paris, Gallimard, 1999
  • Jean Vodaine. Bassac, Plein Chant, 1995. (Speciaal nr. van: Plein chant, (1995) 57-58)
  • Rainer Maria Rilke, De aantekeningen van Malte Laurids Brigge. Amsterdam, Balans, 1992
  • Rainer Maria Rilke, 'Sept poèmes', in: Tel quel, (1965) 22 (été), p. 76-78