Fouilles : poèmes
Jaar: 1980
Auteur: Charles Juliet (1934 - 2024)
Kunstenaar: Bram van Velde (1895 - 1981)
Uitgeverij: Fata Morgana
Fata morgana
De Rencontres (Ontmoetingen) was het eerste boek dat de auteur maakte voor de destijds in Montpellier gevestigde uitgever Fata Morgana. De uitgeverij werd bestierd door de eigenzinnige Bruno Roy, die daarbij werd geassisteerd door proeflezer Marijo Roy. Roy was een verzamelaar, bibliofiel, lector en gerenommeerd uitgever van mooie boeken in kleine oplagen. De uitgeverij werd opgericht in 1966 en heeft inmiddels meer dan 850 publicaties gerealiseerd. Sommige van die uitgaven zijn nu zeer zeldzaam, want in een grote brand bij zijn distributeur ging een derde van de voorraad verloren. Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de uitgeverij verscheen een bloemlezing, bij het dertigjarig bestaan een bibliografie.
Moeilijke prater
Juliet was de juiste persoon om de moeilijke prater Van Velde zijn uitspraken over kunst en leven te ontlokken. Ze zijn een indrukwekkende weerslag van zijn twijfels en opvattingen. Maar ze verraden helaas niets over de werkwijze van Bram van Velde, die deze nooit met iemand heeft besproken. De uitspraken zijn soms even abstract als zijn schilderijen en litho's. In een invloedrijk geworden artikel schreef Samuel Beckett in 1945 over Van Velde: 'Het is onmogelijk orde te scheppen in het elementaire. Je toont het of je toont het niet'. Van Velde memoreerde dat artikel nog vele jaren later: 'Beckett gebruikt in de eerste tekst die hij over mij heeft geschreven niet eenmaal het woord kleur. Dat was belangrijk. Dat trof me' (31 december 1966). Het was waar; overigens sprak Beckett wel over kleur in het gedeelte dat hij aan Brams broer Geer van Velde wijdde.
Uitspraken over kunst en leven
Over zijn eigen zwijgzaamheid was Van Velde helder:
De schilder kan niet met woorden werken. Zijn enige uitweg is een visionair te zijn.
(9 november 1965)
Het leven in Van Velde's ogen was vol verschrikkingen:
Het is allemaal verschrikkelijk. Maar je kunt er alleen maar om lachen.
(31 oktober 1966)
Er zijn meer dode dan levende dagen.
(14 september 1967)
De kunstenaar moet het leed onder ogen zien:
We moeten niets verzachten.
(27 december 1969)
en je moet er niet voor terugdeinzen:
Iedereen lijkt zijn eigen schuilplaats te bouwen. Je moet juist zonder schuilplaats zijn.
(2/3 september 1974)
Schilderen blijft onbegrijpelijk: Zo gauw je kennis hebt, verlies je alles, dan kun je niet verder.
(2 april 1967)
Over inspiratie sprak hij niet:
Er probeert iets te ontstaan. Maar ik weet niet wat het is. Ik vertrek nooit vanuit kennis. Kennis is niet mogelijk. Het ware is geen kennis.
(11 augustus 1972)
Soms moet de kunstenaar praktisch zijn:
Ik schilder gouaches als ik niet sterk genoeg ben om aan een schilderij te beginnen.
(14 september 1967)
De persoon van de schilder is onbelangrijk:
De kunstenaar heeft geen rol. Hij is afwezig.
(28 december 1967)
Het schilderen is een oog, een verblind oog, dat blijft zien, dat ziet waardoor het verblind is,
noteerde Juliet op 31 oktober 1966. En hij voegde er later aan toe:
Het schilderij is een geleide voor de blinde die ik ben.
(2/3 september 1974)
Het resultaat telt:
Het doek is een handeling, een avontuur, een vinding.
(27 december 1969)
Het is altijd serieus:
Teveel kunstenaars blijven in het gebied waar het nog mogelijk is te spelen.
(1 november 1971)
Hoeveel persoonlijke inspanning Van Velde zich getroost in zijn opoffering aan de kunst valt af te lezen aan zijn opmerking op 13 april 1968:
Als ik een recent schilderij terugzie, dan is het lijden dat er in zit ternauwernood te verdragen.
Als Van Velde te lang zweeg, stelde hij vaak zelf voor een wandeling te maken:
Ik loop graag. Lopen is altijd een genoegen.
(3 april 1972)
Slappe lach
Ondanks de ernst van de conversatie kreeg Bram van Velde soms de slappe lach. Van Velde zou een aantal gedichten van Juliet illustreren met litho’s. In 1980 publiceerde Fata morgana de bundel Fouilles in een oplage van 500 exemplaren. Dit exemplaar is een van 60 genummerde exemplaren op papier van Arches met een orginele litho en bovendien is het een van de 30 exemplaren met een extra afdruk van de litho op Japans papier, waarop de druk scherper en de kleur (zwart en grijstinten) dieper is.
Bibliografische beschrijving
Beschrijving: Fouilles : poèmes / par Charles Juliet ; [lithogr. orig. de Bram van Velde]. - Montpellier : Fata morgana, 1980. - [92] p. : ill. ; 23 cm
Drukker: Impr. de la Charité (Montpellier) (tekst) Pierre Badey (Parijs) (lithografie)
Oplage: 500 exemplaren
Exemplaar: Nummer 25 van de 60 op Arches
Boekbinder: Schrijen (Sittard)
Bijzonderheid: Met een extra afdruk van de litho op Japon nacré
Bibliografie: Fata morgana-173 ; In liefde verzameld-48
Aanvraagnummer: KW Koopm A 763
Literatuur
- Rodolphe Barry, Rencontres avec Charles Juliet. Genouilleux, La passe du vent, 2000
- Samuel Beckett, Le monde et le pantalon. Paris, Les Éditions de Minuit, 1989
- Bram van Velde 1895-1981. 's-Gravenhage, SDU uitgeverij, 1989
- Fata morgana 1966-1993.Saint-Clément-la-Rivière, Fata Morgana, 1993
- Charles Juliet, Journal. Paris, Hachette, 1978-1994
- Charles Juliet, Gesprekken met Bram van Velde. Amsterdam, Sauternes, 1993
- Charles Juliet, Rencontres avec Bram van Velde. Montpellier, Fata Morgana, 1984
- Roger Laporte, Bram van Velde ou Cette petite chose qui fascine. Montpellier, Fata morgana, 1980