Le siège de l’air
Taeuber, die zichzelf bescheiden een ‘artiste peintre’ noemde, was een ware pionier van de abstracte en concrete kunst. Ze maakte onder andere textielwerk, interieurontwerpen en muurschilderingen. Hiernaast was ze actief als docente, danser en poppenspeler. Ook illustreerde ze dichtbundels van Arp en was ze hoofdredacteur van het internationale kunsttijdschrift Plastique-Plastic. Haar zoektocht naar universele geometrische vormen, hun verhoudingen en de aanwezigheid van beweging en humor kenmerken haar uitgesproken moderne stijl.
Na haar onverwachte overlijden zette Arp - die tijdens hun leven beroemder was en zijn bezoekers altijd meenam naar het atelier van zijn vrouw - zich onvermoeibaar in voor het promoten van haar veelzijdige werk. Ook bleef hij hun creatieve dialogen voortzetten. Zo maakten hun ‘duos’ plaats voor ‘ré-créations’, die Arp nog steeds als werk van Taeuber beschouwde. Van reproducties van haar werk maakte hij onder andere scheursels en metalen reliëfs. Hun duo-tekeningen uit 1939 verwerkte hij tot collages. Hiernaast bleef hij Taeuber, zijn ‘ster’ (étoile), in zijn poëtische werk eren. Gedichten als ‘chanson pour sophie’ en ‘violettes rouges’ uit Le siège de l’air verwoorden zijn gemis en vermengen rouw met lofzang. In deze korte verzen verschijnt ze zowel als bloem en als schepper van zijn droomwereld - waarin vleugels en gebladerte zich vermengen en dag en nacht in elkaar overlopen.
Een modernistisch unicum
De meeste gedichten uit de bundel lijken echter minder persoonlijk van aard. Arps mystieke zoektocht mag dan regelmatig doorschemeren, de invloed van het dadaïsme en het surrealisme is overduidelijk waarneembaar in zijn teksten. Van spel met repetitie, tot pure klankgedichten vol humor en spot, naar ‘écriture automatique’ en de meest wonderlijke droomassociaties: de gedichten van Arp verrassen. Door het ontbreken van hoofdletters en interpunctie wordt de lezer uitgedaagd de vrije verzen zelf te interpreteren.