Dolorine et les ombres

Jaar: 1911

Auteur: Jean de Bosschère (1878 - 1953)

Kunstenaar: Jean de Bosschère (1878 - 1953)

Uitgeverij: Bibliothèque de l'Occident

Dolorine et les ombres, vooromslag

Het centrale thema van Dolorine et les ombres (1911) is de tegenstelling tussen droom en leven, goddelijke en wereldlijke liefde. Ze zijn onverenigbaar in dit poëtische boek van Jean de Bosschère (later gespeld als De Boschère). De oude alchemist Palamoune - de vader van Dolorine - probeert met kleuren het universum na te bootsen. Hij streeft naar het Hogere en zoekt naar puurheid. Zijn leerling - en tevens schoonzoon - Tristan Terne-Soron deelt de idealen van de oude man. De wereld, het leven en de liefde doen hem pijn en op zeker moment kiest hij voor de droom. Dolorine, die juist veel waarde hecht aan het leven, moet boeten voor de onmogelijke queeste van haar vader en haar echtgenoot. Wanneer Palamoune en Tristan trachten terug te keren in de realiteit, blijken zij niet in staat hun oude plek in te nemen en zij blijven schimmen. Dolorine baart een gedrocht, het symbool van de mislukte verbintenis tussen leven en droom. Uiteindelijk sterft Palamoune en Tristan pleegt - volledig gedesillusioneerd - zelfmoord.

Obscuur

De auteur van dit werk, de in het Belgische Ukkel geboren Jean de Bosschère schreef in een brief aan zijn vriend André Suarès dat hij zichzelf identificeerde met de tragische Tristan. Ook hij voelde zich eenzaam en leed aan het leven. Ook hij streefde naar puurheid, naar een metafysische werkelijkheid. Biografe Monique Fol merkte dan ook op, dat veel van de teksten van De Bosschère zijn op te vatten als een zoektocht naar het eigen ik. In elk geval is dit 'prozagedicht' (roman-poème) - het verhaal wordt herhaaldelijk onderbroken door poëzie die los van het verhaal lijkt te staan - een duidelijk poëticaal manifest, waarin De Bosschère afscheid neemt van het symbolisme. Deze kunststroming waarmee hij in aanraking kwam door vrienden als Paul Valéry, Ezra Pound en T.S. Eliot, stelde hem uiteindelijk teleur.

Achterplat, rug en voorplat boekband door de Koninklijke Bibliotheek

De Bosschère was niet alleen schrijver, hij was ook actief als grafisch kunstenaar - en dan voornamelijk als boekillustrator. Hij illustreerde onder meer werken van Oscar Wilde en Antonin Artaud. Vanaf 1905 voorzag hij regelmatig ook zijn eigen boeken van gravures, zoals Édifices anciens (1908), Twelve occupations (1916) en Job le pauvre (1923). Ook Dolorine et les ombres verluchtigde hij zelf. Hij werkte in de stijl van 'art nouveau', ook wel 'Jugendstil' of 'modern style' genoemd. De laatste term is wellicht het meest treffend, daar De Bosschère's stijl vooral gelijkenis vertoont met het werk van Aubrey Beardsley (1872-1898). Zo tekende De Bosschère net als Beardsley veel golvende, versierende vormen en gestileerde planten en maakte hij handig gebruik van de zwart/wit verdeling van het vlak. De in zwart en oker gedrukte tekeningen in Dolorine et les ombres getuigen van De Bosschère's interesse in het occulte en obscure.

Typografie

Dankzij het feit dat de schrijver en de kunstenaar één persoon zijn, sluiten de afbeeldingen bij het verhaal bijzonder goed aan bij de tekst - onder de meeste tekeningen is zelfs een tekstcitaat weergegeven. Hoe doordacht De Bosschère te werk ging, blijkt ook uit het lange voorwoord, waar hij uitgebreid ingaat op het samenspel van woord en beeld. Maar de eenheid die het boek uitstraalt is eveneens te danken aan de uitgever en de drukker van het boek. Geïnspireerd door William Morris en zijn fameuze Kelmscott Press streefden De Bosschère en drukker Paul Buschmann naar een perfecte uiterlijke verschijningsvorm van het boek. Het werk werd dan ook uitgegeven door de Bibliothèque de l'Occident. Deze uitgeverij was gespecialiseerd in bijzondere werken en gerelateerd aan het tijdschrift L'Occident - door Gide beschouwd als een voorloper van de Nouvelle Revue Française. De uitgever streefde naar een harmonie van tekst en illustratie en publiceerde ook sobere typografische werken zoals Cinq grandes odes (1910) van Paul Claudel. De bijzondere aandacht van de uitgeverij voor papier en typografie paste in de mode van het Mooie Boek, die sinds de Kelmscott Press opgeld deed. Het ontbreken van reclame in het boek sloot daarbij aan, al liet de uitgever hier niet de gelegenheid voorbij gaan enkele andere boeken van De Bosschère aan te prijzen. De oplagen van deze mooie uitgaven bedroegen meestal niet meer dan 300 exemplaren; de kosten waren vaak voor de auteurs zelf. Bekende schrijvers die werk lieten uitgeven bij het door André Mithouard en Albert Chapon opgerichte L'Occident waren bijvoorbeeld André Gide, Maurice Barrès en Francis Jammes.

Ook de drukker was geen onbekende in het (Belgische) bibliofiele circuit, het werk werd gedrukt bij de Antwerpse drukkerij van J.-E. Buschmann, de 'huisdrukker' van de Antwerpse Société des bibliophiles. In 1911 werd de drukkerij inmiddels door zoon Paul geleid, die tevens het zetwerk voor zijn rekening nam: de duistere sfeer van het verhaal wordt versterkt door het gebruik van de unciaalletter waaruit de tekst is gezet. De Antwerpse kunstenaar René Leclercq (1880-1944) voorzag Dolorine et les ombres van een portret van Jean de Bosschère. Het exemplaar in de Koopman Collectie is nummer 237 van de 250 op Engels papier. Voor de band is okerkleurig sierpapier gebruikt. Op de band is net als in het boek De Bosschères naam nog gespeld als De Bosschère, de officiële schrijfwijze. Vanaf 1944 schreef de kunstenaar/auteur zijn naam echter met één 's' en de latere kunst- en literatuurbeschouwers hebben die schrijfwijze overgenomen.

Bibliografische beschrijving

Beschrijving: Dolorine et les ombres / Jean de Bosschère ; avec un portr. par René Leclercq, - Paris : Bibliothèque de l'Occident, 1911. - [213] p. : ill., 26 cm

Drukker: Buschmann, Paul

Oplage: 300 exemplaren

Exemplaar: Nummer 237 van de 250 op Anglais

Boekbinder: M. Spaans (Koninklijke Bibliotheek)

Bibliografie: Bénézit 2-597

Aanvraagnummer: Koopm A 871

Literatuur

  • Christian Berg, Jean de Boschère ou le mouvement de l’attente: étude biographique et critique. Bruxelles, Palais des académies, 1978
  • G.-Jos. Buschmann, Une officine anversoise. Anvers, Buschmann, 1924
  • Monique Mol, Jean de Boschere ou le chemin du retour. New York, Lang, 1987
  • Wolfgang Sachsenröder, Adrien Mithouard und seine theorie des "occident": Zum Traditionalismus in der französischen Literatur vor dem ersten Weltkrieg. Bonn, Romanisches Seminar der Universität, 1973
  • Jean Warmoes, Jean de Boschère: le centenaire de sa naissance. Bruxelles, Archives et Musée de la Litterature, 1978