De Blauwe Schuit: De grot
Soms werden uitgaven van De Blauwe Schuit 'verboden', niet door de Duitse bezetter, maar door de auteur. Dat gebeurde in 1943 met De grot.
De grot bevat een gedicht van Martinus Nijhoff. De dichter gaf daarvan een handschrift aan August Henkels, toen die hem in Maarn bezocht op 13 en 14 oktober. Maar het was niet bedoeld voor een uitgave.
Nijhoffs weigering
Nijhoff vond het gedicht te zwaarmoedig voor De Blauwe Schuit, het was hem te uitzichtloos. Hij was bovendien boos dat hij geen proef had ontvangen. En hij had de tekst willen aanpassen. Vooral de regel 'doortinteld van blij vogelengerucht' vond hij nu 'verschrikkelijk'. Die mocht niemand onder ogen komen.
Maar het was te laat, Werkman had zijn illustratie al af en het was te veel werk om alles opnieuw te doen. Besloten werd alles in de kachel te laten verdwijnen. Maar dat gebeurde helemaal niet. Eerst werden ze 'binnen gehouden', vervolgens, maanden later, kregen de drie redactieleden van de Blauwe Schuit elk vijf exemplaren en na de dood van Werkman werden er nog circa 35 aangetroffen in zijn inboedel. Alle 60 exemplaren hadden de eindstreep gehaald.
Werkmans illustratie
In het gedicht wordt een grot beschreven: nergens is licht te zien, er druipt water naar beneden, de wanden zijn klam. Het gezelschap in de grot zoekt een weg naar buiten, maar kan die alleen vinden in de verbeelding. Ze denken daarbij aan het 'nooit genoeg aanschouwde licht der zon'.
De afbeelding op het omslag is gemaakt met de inktrol (het geel) en met behulp van verschillende sjablonen. De volgorde van de kleuren zoals die zijn aangebracht door Werkman spiegelde, in omgekeerde volgorde, de gewenste tocht van het donker naar het licht. Het werk aan de prent volgde dus de route van de verstekelingen in de grot. De lezer kijkt nu van achter de hoofden van de verdwaalden de grot uit.
Benadrukte Nijhoff juist de hopeloosheid van de mensen in de grot, die geen uitkomst konden zien, Werkman illustreerde juist de ontsnapping aan de grot, de heroverde vrijheid.
Werkman drukte eerst het geel (het zonlicht), vervolgens het rood, daarna het blauw (de grotopening) en tenslotte het zwart.
[Auteur van deze bijdrage: Paul van Capelleveen]
Copyright
© De tekst van M. Nijhoff wordt hier gereproduceerd met exclusieve toestemming van de Erven Nijhoff.
Beschrijving van BS29
[M. Nijhoff], De grot. [Druksel van H.N. Werkman]
4 pagina's, 240x167 mm
November 1943.
Oplage: 60.
Letter: Hollandsche Mediaeval (corps 24, 16, 12 en 10).
Papier: Lichtcreme gekleurd tweezijdig gekalanderd karton.
Colofon: 'Colophon Dit gedicht werd voor de vrienden van De Blauwe Schuit gemaakt door één hunner en gedrukt in enkele exemplaren door H.N. Werkman in November 1943'.
Literatuur
- Diewertje Dekkers, Jikke van der Spek, Anneke de Vries, H.N. Werkman, Het complete oeuvre. Rotterdam, Groningen, 2008
- F.R.A. Henkels, Logboek van de Blauwe Schuit. Groningen, 1982.
- M. Nijhoff, Gedichten. Historisch-kritische uitgave. Deel 2, Commentaar. Assen, Maastricht, 1993.
- Schepelingen van De Blauwe Schuit: brieven van Bertus Aafjes, K. Heeroma, M. Nijhoff, S. Vestdijk en Hendrik de Vries aan F.R.A. Henkels, 1940-1946. Den Haag, 2003.
- Hendrik Nicolaas Werkman, Brieven rond De Blauwe Schuit (1940-1945). Nijmegen, 2008.
- Ate Zuithoff, Hendrik Werkman en De Blauwe Schuit: herinneringen van een schipper. Utrecht, 1995.