Les lépreuses

Jaar: 1947

Auteur: Henry de Montherlant (1896 - 1972)

Kunstenaar: Kees van Dongen (1877 - 1968)

Uitgeverij: NRF

Les Lépreuses, titelpagina

Kunstenaars, intellectuelen en schrijvers uit alle hoeken van de wereld trokken vanaf het einde van de negentiende eeuw naar de Franse hoofdstad: Parijs was het culturele centrum van Europa. Onder hen waren veel Nederlanders, zoals de kunstenaars Jongkind en Van Gogh in de negentiende eeuw en schilders als Mondriaan en Karel Appel in de twintigste. Ook de in Delfshaven geboren Kees van Dongen hield het in Nederland al snel voor gezien en vestigde zich in 1900 in Parijs. In Parijs begon hij zijn carrière in de kunst schoorvoetend door illustraties te leveren voor tijdschriften als L'assiette au beurre.

De Franse taal leerde Van Dongen naar eigen zeggen tussen de lakens bij de hoeren die hij bezocht. Maar niet alleen leerden de dames hem Frans, zij waren ook een dankbare inspiratiebron. Op gedurfde schilderijen beeldde Van Dongen de rand van de samenleving af, een wereld van alcohol en prostitutie. Zijn voorkeur voor het schilderen van naakte vrouwen - prostituees, maar ook zijn eigen vrouw en zijn minnaressen – gebeurde onder het motto 'de vrouw is het mooiste landschap' en dit leidde nogal eens tot een schandaal. Zowel in Parijs in 1913 als in Rotterdam in 1949 werd 'Torse', een schilderij van zijn vrijwel naakte vrouw Augusta (Guus), als te obsceen van een tentoonstelling verwijderd.

Fauvistische voorstellingen

Echt succesvol werd Van Dongen pas nadat de beroemde uitgever en kunsthandelaar Ambroise Vollard in 1904 een tentoonstelling van zijn werk organiseerde en vooral na de Salon d'Automne van 1905, een expositie waar naast werk Van Dongen ook doeken van Matisse, De Vlaminck en Derain te zien waren. De invloedrijke kunstbeschouwer Louis Vauxcelles betitelde de makers van de levendige, kleurige schilderijen met gesimplificeerde voorstellingen als 'fauves' (wilde beesten) waarmee de kunststroming 'fauvisme' geboren was. De fauvistische schilderijen van Van Dongen zijn beïnvloed door Toulouse-Lautrec, Steinlen en Daumier. Ze werden heel populair en Van Dongen kwam in de hoogste kringen. Ook raakte hij bevriend met Picasso en auteurs als Apollinaire kwamen regelmatig bij hem over de vloer.

Hoewel Van Dongen vooral bekend is geworden om zijn schilderkunst, heeft hij zich ook zijn hele leven op hoog niveau bezig gehouden met grafisch werk als lithografieën en etsen. Vooral na de Tweede Wereldoorlog was hij zeer actief als portrettist en boekillustrator. Al in de roerige jaren twintig was hij bezig met het uitproberen van nieuwe drukmethoden. Zijn favoriete onderwerpen waren vrouwen, portretten, mondaine scènes en bloemen. Door sommigen werd hij later beschouwd als een 'Andy Warhol avant-la-lettre': niet alleen om zijn afwijkende druktechnieken, maar vooral ook door beroemdheden als onderwerp te kiezen, zoals zijn buurman Anatole France, die hij tot ontzetting van velen neerzette als een oude, afgeleefde man. In de jaren dertig hield Van Dongen op met zijn experimenten met (bijvoorbeeld) de pochoir-techniek en werd vrijwel al zijn grafische werk lithografisch. In de jaren veertig illustreerde Van Dongen verscheidene beroemde boeken met zijn steendrukken. Voorbeelden zijn La princess de Babylone van Voltaire (1948), La révolte des anges van Anatole France (1951) en Les fleurs du mal van Charles Baudelaire (1968).

Karakteristieke illustraties

In 1947 werd ook Les lepreuses (1939), het vierde en laatste deel van de controversiële romancyclus Les jeunes filles van Henry de Montherlant, door de NRF/Gallimard opnieuw uitgegeven in een bibliofiele editie geïllustreerd door de kunstenaar. De steendrukken voor dit werk zijn - net als voor de andere boeken van Van Dongen - gedrukt in het atelier van Fernand Mourlot (1895-1988). Mourlot drukte het werk van vrijwel alle grote kunstenaars in Parijs en maakte naam als uitvoerder en promotor van de lithografie. In Mourlots atelier tekende en schilderde Van Dongen de verschillende kleurgangen van de litho's. Het resultaat voor Les lepreuses zou men 'typisch' Van Dongen kunnen noemen. De 26 illustraties (omslag meegeteld) zijn kleurrijke voorstellingen van bloemen, katten, honden, naakte vrouwen en enkele strand- en restaurantscènes.

Bibliografische beschrijving

Beschrijving: Les lépreuses / par Henry de Montherlant ; avec des lithogr. de Van Dongen. - Paris : N.R.F., 1947. - [260] p. : ill. ; 34 cm

1e uitgave: 1939

Drukker: Jourde en Allard (Parijs) Mourlot (Parijs) Lucien Détruit (Parijs)

Oplage: 390 exemplaren

Exemplaar: Nummer 70 van de 354 op Rives B.F.K.

Lettertype: Bodoni Bibliografie: Bénézit 4-667 ; Monod 8374 ; Prout II-470-03

Aanvraagnummer: KW Koopm A 399

Literatuur

  • Paul van Capelleveen, Sophie Ham, Jordy Joubij, Voices and visions. The Koopman Collection and the Art of the French Book. The Hague, Koninklijke Bibliotheek, National Library of the Netherlands; Zwolle, Waanders, 2009
  • Paul van Capelleveen, Sophie Ham, Jordy Joubij, Voix et visions. La Collection Koopman et l'Art du Livre français. La Haye, Koninklijke Bibliotheek, Bibliothèque nationale des Pays-Bas; Zwolle, Waanders, 2009
  • Louis Haumeil, Van Dongen, l'homme et l'artiste, la vie et l'oeuvre. Genève, Cailler, 1967
  • Jan Juffermans, Kees van Dongen: Het grafische werk. Zwolle, Waanders, 2002
  • Fernand Mourlot, Gravés dans ma mémoire. Paris, Opera Mundi, 1979
  • Pierre Sipriot, Montherlant sans masque: 'écris avec ton sang' 1932-1972, T. II. Paris, Laffont, 1990