Les géorgiques
Jaar: 1950
Auteur: Publius Vergilius Maro (70 - 19 v.Chr.)
Kunstenaar: Aristide Maillol (1861 - 1944)
Uitgeverij: Philippe Gonin, éditeur
Inmiddels vatte Kessler al in 1914 het plan op voor een editie van de 'Georgica', maar verder dan een proefdruk voor een Duits-Latijnse editie is het niet gekomen. Er waren op dat moment nog geen houtsneden beschikbaar en hoewel hij minstens één houtsnede vervaardigde in die periode ('Les épis de blé', ca. 1915), is Maillol pas aan een reeks van houtsneden voor Les géorgiques begonnen toen de gebroeders Gonin hem in 1939 serieus aanspoorden. De houtsneden illustreren het leerdicht over de landbouw, dat door Vergilius overigens niet bedoeld was als een agrarisch handboek. Het was een hulde aan het leven op het platteland, verdeeld in vier boeken over landbouw, bos- en wijnbouw, veeteelt en bijenteelt. De mythe van Orpheus en Eurydice werd verwerkt in het laatste deel. Het in hexameters geschreven leerdicht wisselde beschrijvingen van de boerenpraktijk af met lyrische passages en werd in 1769 door abt Jacques Delille (1738-1813) vertaald in het Frans. Hij vertaalde het niet alleen voor kunstkenners of classici. Zijn opzet was om de 'Georgica' te presenteren aan een breed publiek. Voltaire meende dat dit onmogelijk was, maar de vertaling werd een enorm succes, dat deels te danken was aan de hernieuwde belangstelling voor de landbouw (tussen 1750 en 1820) en de oprichting van wetenschappelijke genootschappen.
De 121 houtsneden werden door Philippe Gonin gedrukt op een handpers. De oplage van de twee delen bedroeg 750 – op de pers genummerde – exemplaren op lompenpapier met een watermerk (een zittend naakt met daaronder de namen Maillol en Gonin) dat sterk lijkt op het Cranach Presse watermerk van de eerste Vergilius-uitgave. Op de linkerpagina's is de Franse, op de rechterpagina's is de Latijnse tekst gedrukt. In de marge zijn de regelnummers en initialen voor elke strofe gedrukt, in zwart, net als de rest van de tekst. Dit is een opvallend homogeen zwart-wit kunstenaarsboek: er zijn geen afleidende kleuren gebruikt en de densiteit van de houtsneden is steeds aangepast aan de zwarting van de tekstpagina. De lijnvoering is die van een beeldhouwer, die de rondingen van menselijke gestaltes door dik-dun contrasten tot leven wekt, en die in zijn houtsneden zijn instrument (de guts) door hoekige en soms onderbroken lijnen laat herkennen. Veel van de houtsneden zijn bijna 12 centimeter in het vierkant. De afbeeldingen bestaan uit schetsmatige lijntekeningen (contouren van schapen bijvoorbeeld), meer uitgewerkte en gedetailleerde landschappen (met bijvoorbeeld dansende boeren of erotische naaktfiguren en Poussin-achtige herderstaferelen), of detailstudies van gewassen, soms voorzien van de namen (zoals 'laurier'). Maillol merkte dat Vergilius in zijn leerdicht de vijgenboom oversloeg en voegde een afbeelding ervan toe aan zijn serie houtsneden.
Maillol maakte de uitgave niet meer mee: het boek verscheen zes jaar na zijn dood. De fraaie lay-out van de Gonin-uitgave met sobere in plaats van gedecoreerde initialen, de goed overdachte balans tussen de Latijnse en de Franse tekst, de uitvoering in twee delen met half perkamenten omslagen kan zeker wedijveren met de boeken van de Cranach Presse. Is de Cranach-'Eclogae' uitgekozen tot een van de honderd mooiste boeken van de twintigste eeuw, Les géorgiques is dan toch ten minste nummer 101.
Bibliografische beschrijving
Beschrijving: Les Géorgiques / Virgile ; texte latin et version française de Jacques Delille ; gravures sur bois de Aristide Maillol. - Paris : Philippe Gonin, éditeur, 1937 [i.e.1950]. - [174] p. : ill. ; 34 cm
Drukker: Dumoulin (Parijs) (tekst) Philippe Gonin (houtsneden)
Oplage: 750 exemplaren
Exemplaar: Nummer 27 van de 750 op zuiver lompenpapier, met het watermerk Maillol Gonin
Lettertype: Kopie van een vijftiende-eeuws lettertype
Bibliografie: Bénézit 9-32 ; Monod 11339 ; Strachan 337
Aanvraagnummer: KW Koopm K 312-313
Literatuur
- Aristide Maillol als Illustrator. Neu-Isenburg, Tiessen, 1977
- John Dieter Brinks, Das Buch als Kunstwerk. Die Cranach Presse des Grafen Harry Kessler. Laubach, Triton, 2003
- Paul van Capelleveen, Sophie Ham, Jordy Joubij, Voices and visions. The Koopman Collection and the Art of the French Book. The Hague, Koninklijke Bibliotheek, National Library of the Netherlands; Zwolle, Waanders, 2009
- Paul van Capelleveen, Sophie Ham, Jordy Joubij, Voix et visions. La Collection Koopman et l'Art du Livre français. La Haye, Koninklijke Bibliotheek, Bibliothèque nationale des Pays-Bas; Zwolle, Waanders, 2009
- Édouard Guitton, Jacques Delille (1738-1813) et le poème de la nature en France de 1750 à 1820. Paris, Klincksieck, 1974
- Marcel Guérin, Catalogue raisonné de l'œuvre gravé et lithographié de Aristide Maillol. Tome deuxième: Les lithographies, les eaux-fortes. Genève, Cailler, 1967
- Martin Hutner, Jerry Kelly, A century for the century. Fine printed books from 1900 to 1999. New York, The Grolier Club, 1999
- Bertrand Lorquin, Aristide Maillol. Paris, Seuil, 2002
- Renate Müller-Krumbach, Harry Graf Kessler und die Cranach-Presse in Weimar. Hamburg, Maximilian-Gesellschaft, 1969
- John Rewald, The woodcuts of Aristide Maillol: A complete catalogue with 176 illustrations. New York, Pantheon, 1951