Narkiss

Jaar: 1908

Auteur: Jean Lorrain (1855 - 1906)

Kunstenaar: O.D.V. Guillonnet (1872 - 1967)

Uitgeverij: Édition du Monument

Jean Lorrain, Narkiss. Vooromslag, met illustratie door O.D.V. Guillonet

Narcissus is één van de symbolen van de homoseksuele subcultuur rond 1900. Lichamelijke schoonheid en een vroege dood zijn onontbeerlijke kwaliteiten voor zulke mythologische figuren. Ganymedus, bijvoorbeeld, is ook zo'n symbool dat in romans en gedichten veelvuldig voorkomt. De Romeinse schrijver Ovidius vertelt het verhaal in zijn boek Metamorfosen, Jean Lorrain heeft er een eigen versie van gemaakt, waarin Narcissus een Egyptische prins is, kleinzoon van Isis, die verrast wordt door de schoonheid van zijn eigen gezicht en verdrinkt in het water dat hem weerspiegelt. De prins van bovennatuurlijke schoonheid wordt door iedereen geëerd als een tweede Isis. Priesters besluiten dat hij beter in het heiligdom van Isis kan opgroeien. Wilde beesten doen hem daar geen kwaad en vrouwelijke nomaden op doortocht vergapen zich soms aan de knaap. Ook goden bezoeken hem: overdag Osiris en 's nachts zijn grootmoeder Isis. Hij echter blijft onwetend van zijn eigen schoonheid. Wanneer hij de - verboden - derde tempel heeft bezocht, ziet hij zijn spiegelbeeld in de fatale vijver. Bedwelmd door kruiden en verrast door het beeld van Isis in het water sterft hij tussen dode offerdieren. De priesters vinden hem pas de volgende morgen.

Decadent

Lorrain leidde een opvallend leven waarin het scandaleuze werd uitgebuit voor zijn kronieken in diverse tijdschriften. Zijn homoseksualiteit was een publiek geheim en hij fladderde van de ene 'ontmoeting' naar de andere. In een van zijn bekende werken, La maison Philibert, over een bordeel, aarzelde hij niet ook de homoseksuele prostitutie in een tafereel te beschrijven. In een achterzaaltje van een brasserie worden enkele oudere heren aangetroffen. De brasserie is overigens strategisch dichtbij een militair opleidingsinstituut gelegen en het gezelschap oudere heren is gefascineerd door een bleekneuzige jongeling. Met uitdagende ensceneringen als deze paste Lorrain goed in het decadente fin-de-siècle. Zijn beroemde roman Monsieur de Phocas lijkt voor een deel geïnspireerd op Oscar Wilde's The Picture of Dorian Gray. Decadente motieven als magische, zeegroene ogen en sadistische taferelen komen in veel van Lorraine’s verhalen voor.

Bibliofiel

In het voorwoord van deze uitgave voert Jérôme Doucet zijn vriend Jean Lorrain sprekend in: 'Jérôme, goede vriend, wanneer maken we samen een bibliofiel boek?' Lorrain vond de romans van zijn tijd lelijk uitgegeven en verlangde naar beter papier en een fraaier ontwerp. Maar hij overleed voor het plan ten uitvoer kon worden gebracht. De vrienden van Lorrain stelden voor zijn verhaal Narkiss bibliofiel te laten verschijnen: de archaïserende illustratries van Guillonnet straalden dezelfde overdadige dromerigheid uit als het verhaal, althans volgens Doucet. De tekeningen van de in zijn tijd beroemde Octave Denis Victor Guillonnet zijn door X. Lesueur voor reproductie gegraveerd. Guillonnet was een veelzijdig kunstenaar: hij tekende en ontwierp glaswerk en interieurs, werkte voor geïllustreerde tijdschriften, exposeerde regelmatig en werd bij prijsuitreikingen niet overgeslagen. Ook illustreerde hij werk van Alphonse Daudet: La mule du pape (1909) en L'Arlésienne (1911).

De kleinere illustraties op de tekstpagina’s zijn niet op het papier gedrukt maar ingeplakt. Net als bij die illustraties is voor de typografie gekozen voor het antiquiserende. Iedere pagina is opgebouwd als een klassieke grafstèle met bovenaan in goud een gevleugelde zonneschijf en alternerend in de linker en rechter benedenhoek een Egyptisch attribuut: een slang, een vaas, de scarabee, het Ankh-teken, en andere met zorg gekozen symbolen, die elk een paar keer herhaald worden. Het omslag toont het gouden dodenmasker van Narcissus, omgeven door narcissen en geflankeerd door cobra's. Het is met al het goud van de omkaderde pagina's een typisch staaltje van art nouveau-kunst geworden, zij het dat de illustraties niet de beroemde wervelingen of sla-olielijnen vertonen. Het verhaal is wel opgedragen aan 'mon ami Lalique', zijn vriend de art nouveau glaskunstenaar René Lalique.

Twee exemplaren

Tijdens Lorrains leven verschenen maar drie bibliofiele uitgaven van zijn werk: La Mandragore (Pelletan, 1899), Ma petite ville (Éditions d'art, 1898) en La princesse sous verre (Tallandier, 1896) - de eerste twee titels maken deel uit van de Koopman Collectie. Narkiss werd gepubliceerd door Fernand Ferroud van de uitgeverij Édition du Monument in 1908. De Koninklijke Bibliotheek bezit van dit boek een van de 50 exemplaren op Japans papier (nr. 18) met 2 staten van iedere illustratie, het geheel gebonden in leer door René Kieffer, die op de binnenplatten en de schutbladen bijzondere decoraties aanbracht (aanvraagnummer van dit exemplaar: 1771 D 3), het exemplaar in de Koopman Collectie is er echter een van de gewone uitgave op papier van Arches.

Bibliografische beschrijving

Beschrijving: Narkiss / Jean Lorrain ; dessins de O.D.V. Guillonnet, grav. par X. Lesueur ; préface de J. Doucet. - Paris: Édition du Monument, 1908.- [78] p. : ill. ; 25 cm

Drukker: La Semeuse (Paris)

Oplage: 300 exemplaren

Exemplaar: Eén van de 225 ongenummerde exemplaren op Arches

Bibliografie: Mahé II-703 ; In liefde verzameld-99

Aanvraagnummer: KW Koopm B 463

Literatuur

  • Pierre Léon Gaulthier, Jean Lorrain: la vie, l’oeuvre et l’art d’un pessimiste à la fin du XIXe siècle. Paris, Lesot, 1935
  • Philippe Jullian, Jean Lorrain ou Le satyricon 1900. Paris, Fayard, 1974
  • Mario Praz, Lust, dood en duivel in de literatuur van de Romantiek. Amsterdam, Agon, 1990