Le voyage d'Urien

Jaar: 1893

Auteur: André Gide (1869 - 1951)

Kunstenaar: Maurice Denis (1870 - 1943)

Uitgeverij: Librairie de l'Art indépendant

Titelpagina van Le voyage d'Urien

De eerste uitgave van de symbolistische novelle Le voyage d'Urien (1893) wordt gerekend tot de voorlopers van het kunstenaarsboek vanwege de samenwerking tussen de auteur André Gide en de kunstenaar Maurice Denis. De rol van de uitgever is vaag. Over Edmond Bailly, eigenaar van de boekwinkel en uitgeverij Librairie de l'Art indépendant, is tergend weinig met zekerheid bekend. Hij leek volgens Michelet op een tovenaar, die ondanks zijn bril een indringende blik had. Zijn naam is een pseudoniem van Henri-Edmond Limet (1850-1916). Zijn opleiding moet in de muzikale sfeer worden gezocht; waarschijnlijk was hij tussen 1877 en 1886 student aan het conservatorium. Onder de naam Henri-Edmond Limé publiceerde hij in 1887 bij Ancienne maison Janet in Parijs een eigen compositie, Mazoure en fa majeur op. 10. Omstreeks die tijd voerde hij de redactie van het muziektijdschrift La musique populaire (musique des familles). Zijn overige publicaties lagen op het vlak van de esoterie, zoals Le chant des voyelles uit 1912. Ook de tijdschriften die bij zijn uitgeverij verschenen waren gericht op de occulte wetenschappen (La haute science: revue documentaire de la tradition esotérique et du symbolisme religieux, 1893-1894, en L'idée libre, 1892-1895). Zijn eerste daad als uitgever schijnt ook op dit vlak te liggen: in 1887 verscheen een uitgave van Sepher Jesirah.

De in oktober 1889 geopende winkel ontwikkelde zich tot een trefpunt voor de literaire wereld. De boekhandel was eerst gevestigd 11, rue de la Chaussée d'Antin (waar eerder Eduard Dujardin zijn Revue indépendante huisvestte). Later verhuisde de firma naar 10, rue Saint-Lazare, op welk adres ook de uitgeversnaam Publications théosophiques werd gebruikt. Tussen 1890 en 1895 ontmoetten auteurs, componisten en kunstenaars elkaar in de zijstraat van de Boulevard Hausmann, de Rue de la Chaussée d'Antin: Villiers de l'Isle-Adam, Félicien Rops, Odilon Redon, Erik Satie, Claude Debussy, Toulouse Lautrec, Gustave Moreau, Stéphane Mallarmé en André Gide. Het literaire tijdschrift Chimère (1891-1893) werd vanaf aflevering 2 door de Librairie de l'Art indépendant gedistribueerd. Daarin publiceerden niet alleen Verlaine en Valéry, ook Stuart Merrill was een van de auteurs. Hij stond net als Pierre Louÿs en Marcel Schwob in relatie met Oscar Wilde, wiens enige Franstalige toneelstuk Salomé door Bailly werd uitgegeven. In hun correspondentie zien wij hoe Bailly aan Wilde voorrekende hoeveel hij hem aan drukkosten daarvoor was verschuldigd en voor hoeveel Francs Wilde honderd exemplaren kon overnemen voor distributie in Londen (Matthews and Lane waren als mede-uitgever op de titelpagina vermeld, maar kochten hun exemplaren van Wilde zelf). Louÿs en Schwob ontvingen de drukproeven voor het boek dat in februari 1893 verscheen.

Wilde's vriend André Gide publiceerde zes boeken bij de Librairie de l'Art indépendant: Le traité du Narcisse(1891), Les cahiers d'André Walter (1891), Les poésies d'André Walter (1892), La tentative amoureuse (1893), Le voyage d'Urien (1893) en Paludes (1895). Vijf van deze boeken zijn niet bijzonder vormgegeven en hebben geen illustraties, behalve het uitgeversmerk op de titelpagina en/of het omslag. Dat vignet was ontworpen door Félicien Rops en stelde een fabeldier voor: 'La Sirène Ailée', een gevleugelde sirene met vampiertanden en een vissenstaart. Het motto, 'Non hic piscis omnium' was overgenomen van Baudelaire's uitgever Poulet-Malassis en zinspeelde erop dat de boeken niet voor iedereen, maar voor de happy few bedoeld waren. Het fonds van Bailly bevatte overigens ook werken van Mallarmé, Henri de Regnier, Paul Claudel, en later tevens van de theosofen Annie Besant en H.P. Blavatsky.

Er vonden in de winkel séances plaats waarbij Debussy en Satie vaak aanwezig zijn geweest. Bijna dagelijks speelden zij hun muziek op de piano die in de achterkamer was geplaatst. De boekhandel had ook een klantenkring voor andere zaken dan de eigen uitgaven: Paul Valéry liet Bailly zijn handschrift van een boek over Leonardo da Vinci verkopen. Ook Valéry ontmoette in de winkel oude en nieuwe vrienden, zoals Gide, André Lebey en Jean de Tinan. Bailly was geen kunsthandelaar, zoals Vollard, en de beeldende kunst nam in het fonds geen vooraanstaande plaats in. Evenmin was hij erg zakelijk ingesteld en hij zag zijn auteurs vaak snel verdwijnen naar andere uitgevers. Gide zou in 1895 overstappen naar Mercure de France.

  • Pagina [1] met litho door Maurice Denis

Maurice Denis sprak in zijn theoretische teksten de verwachting uit dat auteurs en kunstenaars op een nieuwe manier zouden samenwerken. Illustratie en decoratie vielen daar niet onder, het moest meer zijn dan dat. De samenwerking tussen Gide en Denis begon nadat Gide in 1891 ongepubliceerde tekeningen voor Verlaine's Sagesse zag. In augustus 1892 schreef Gide dat de tekst nog niet gereed was. Hij voorzag herzieningen om het niveau van de illustraties te evenaren op een moment dat Denis nog aan zijn bijdrage moest beginnen; Gide dacht wellicht nog aan de Sagesse-illustraties. Wel had Denis al kaders ['encadrements'] voorgesteld: de tekst zou omringd worden door decoraties. Gide liet hem vrij de pagina's zo vorm te geven, maar benadrukte wel de verdeling van de tekst in drie hoofdstukken en drong erop aan de illustraties per hoofdstuk van tint te laten verschillen: 'les trois parties qui le composent doivent être d'une tonalité toute différente'. Inderdaad verspringt de kleur van chamois naar oker naar groen. In breedsprakige beleefdheidsfrases schreef hij dat zijn idee van het boek wellicht pedant klonk, of vaag, want zij waren tenslotte ongelijksoortige kunstenaars: 'êtes-vous comme moi?' Uit deze correspondentie blijkt dat het kunstenaarsboek – met zijn vanzelfsprekende samenwerkingspatronen – nog in de kinderschoenen stond. Ook de uitgever liet zijn stem horen. Bailly vond het prachtig dat Denis zijn eigen litho's zou uitvoeren (vaak werd de tekening van een kunstenaar door een ateliermedewerker op de lithosteen aangebracht). Hij vreesde wel dat een in lithografie gereproduceerde tekst te wensen over zou laten. De tekst werd daarom apart gedrukt, door Paul Schmidt, terwijl de litho's werden gedrukt bij Edward Ancourt.

In augustus 1892 stelde Denis voor om verspreid over het boek grote litho's te plaatsen, even groot als de tekstblokken. Hij stelde voor zo'n litho midden op de pagina te zetten en dan boven en onder een of meerdere tekstregels te drukken, zodat de gehele bladspiegel in evenwicht bleef met de volle tekstpagina daar tegenover. Dat is een paar keer gedaan en daarmee is afwisseling in de opmaak van de pagina's gekomen. Deze litho's hebben inhoudelijk een duidelijke relatie met het verhaal. Er zijn daarnaast ook kleine, abstracter litho's die de hoofdstukken openen en litho's van een paar regels hoogte die over de hele breedte als het ware een geïllustreerde streep over de pagina trekken ('on pourrait couper vers le milieu la page par une bande de dessin'). Ook de grotere litho's verschillen onderling van formaat. Alle litho's ondersteunen het sensuele droom-karakter van het boek, onder meer door ogen vaak gesloten of geloken af te beelden en door Japans-aandoende arabesquen. In totaal waren er dertig litho's en één houtsnede (de omslagillustratie). Het boek moest er van Denis ernstig en mysterieus (sévère et mystérieux) uit gaan zien; de stijl moest zowel renaissancistisch als middeleeuws worden. Het idee van kaders had hij toen al verlaten. En, schreef Denis, over de kleuren moesten ze nog eens praten. Daarvoor kwam hij speciaal naar Parijs.

In april 1893 bleek dat de drukker niet genoeg letters bezat om de hele tekst in één keer te zetten. Hij drukte daarom de latere hoofdstukken apart. Het boek werd gedrukt in katernen van acht pagina's, dus Gide's indruk dat hij elke twintig pagina's apart drukte moet op een misverstand berusten. Het was trouwens Denis die de typografie bepaalde. Er werden 300 exemplaren gedrukt. Daarnaast werd één exemplaar gedrukt op Japans papier (nu in Harvard College Library) en één op Chinees papier. In mei 1893 verscheen het boek. Denis zelf was niet helemaal tevreden en zou voortaan bij boekillustraties niet meer voor de lithotechniek kiezen. Gide rapporteerde enkele persstemmen: Paul Adam vond dat de illustraties het kille verhaal van Gide tenminste enige warmte inbliezen; Huysmans dacht dat de interessante en vreemde illustraties ('intéressants et curieux') gemaakt waren voor dromen ('propices aux rêveries') en Maeterlinck noemde de illustraties een parallel gedicht ('l'incomparable poème parallèle de Maurice Denis'), waarmee hij als eerste het wezen van het kunstenaarsboek herkende. Ook Henri de Régnier vond dat de interpretatie van Denis goed afstand hield van de tekst ('Le jeune Denis a fait son devoir et son interprétation est à bonne distance du texte et d'une imagerie charmante'). De samenwerking werd bezegeld door de wijze waarop de namen op de titelpagina gelijkwaardig zijn gezet, beide als auteur: 'André Gide, Maurice Denis'. Deze reis was samen gemaakt, schreef Gide in het exemplaar voor Denis: 'ce voyage est vraiment fait ensemble'.

Bibliografische beschrijving

Beschrijving: Le voyage d'Urien / André Gide ; [lithographies de] Maurice Denis. - Paris : Librairie de l'Art indépendant, 1893. - 105 p. : ill. ; 21 cm

Drukker: Paul Schmidt (Parijs) (tekst), Edw. Ancourt (Parijs) (litho's)

Oplage: 300 exemplaren

Exemplaar: Nummer 292 van de 300 op vélin

Boekbinder: A. Devauchelle

Bibliografie: Bénézit 4-446 ; Carteret IV-184 ; Hogben 5 ; Monod 5370

Aanvraagnummer: KW Koopm M 802M

Literatuur

  • Edmond Bailly, Le chant des voyelles comme invocation aux dieux planétaires suivi d'une restitution vocale avec accompagnement. Nice, Boumendil, 1976
  • Jean-Paul Bouillon, Maurice Denis. Genève, Skira, 1993
  • Pierre Cailler, Catalogue raisonné de l'œuvre gravé et lithographié de Maurice Denis. Nouv. éd. San Francisco, Alan Wolfsy Fine Arts, 2000
  • Paul van Capelleveen, Sophie Ham, Jordy Joubij, Voices and visions. The Koopman Collection and the Art of the French Book. The Hague, Koninklijke Bibliotheek, National Library of the Netherlands; Zwolle, Waanders, 2009
  • Maurice Denis, Journal. Tome I (1884-1904). Paris, La Colombe, 1957
  • André Gide, Henri de Régnier, Correspondance (1891-1911). Lyon, Presses Universitaires de Lyon, 1997
  • André Gide, Maurice Denis, Correspondance 1892-1945. Paris, Gallimard, 2006
  • Jacques Guignard, 'Maurice Denis et l'illustration du livre', in: Maurice Denis, illustrateur. Tours, Association des amis de la Bibliothèque municipale et du Musée des Beauxarts de la ville de Tours, 1966, p. 11-23
  • François Lesure, Debussy. Genève, Minkoff & Lattès, 1980
  • Victor-Emile Michelet, Les compagnons de la Hiérophanie. Souvenirs du mouvement hermétiste à la fin du XIXe siècle. Paris, Dorbon-aîné, 1937
  • The turn of the century 1885-1910. Art Nouveau, Jugendstil books. Boston, Harvard University, 1970
  • Gerard Vaughan, 'André Gide and Maurice Denis, Le Voyage d'Urien', in: Print quarterly, 1 (1984) 3 (sept.), p. 173-187