Hannah van Binsbergen en de kritiek
Kwaad gesternte (2016)
Hannah van Binsbergens debuutbundel Kwaad gesternte is over het algemeen lovend ontvangen. Vaak worden haar jonge leeftijd (ze is 23 als ze de VSB Poëzieprijs wint) en haar eigen stem benadrukt. Zo schrijft Obe Alkema in De Volkskrant (20 januari 2017): ‘Ik zie in Kwaad gesternte een jonge dichter die een plaats opeist omdat zij werkelijk iets te zeggen heeft.’ Lodewijk Verduin (De Reactor, 7 februari 2017) prijst de ‘stilistische behendigheid van Van Binsbergen’ die de bundel tot ‘een innemend en glorieus debuut’ maken. Ook hij is het met de eigenheid van haar stem eens: het is ‘een stem die terecht bekroond is en krachtig genoeg zal zijn om de torenhoge verwachtingen te torsen.’ In literair e-magazine Meander (door Levity Peters, geplaatst augustus 2016) wordt Van Binsbergen ‘zonder enige twijfel een natuurtalent’ genoemd.
Het juryrapport van de VSB Poëzieprijs oordeelde: ‘De poëzie van Van Binsbergen staat met twee benen in onze tijd. Met de zelfverzekerde parlandotoon waarmee ze haar weifelingen tot uitdrukking brengt sluit ze duidelijk aan bij generatiegenoten als Maarten van der Graaff, maar ze doet dat met een krachtige eigen stem. Niets aan Kwaad gesternte verraadt dat het een debuutbundel is, of het moet nu juist de onbevangenheid zijn waarmee de dichteres haar lezers tegemoet treedt, niet gehinderd door de last van de verwachtingen. Het werk van Hannah van Binsbergen is een grote aanwinst voor de Nederlandse poëzie.’
Volgens Piet Gerbrandy (De Groene Amsterdammer, 11 augustus 2016) raakt Van Binsbergen met de toon van haar zinnen de ziel van de lezer. Hij noemt het debuut ‘een kwaad en kwetsbaar, grillig en geestig boek’. Daarnaast noemt hij haar, zoals meer critici doen, een ‘representante van haar generatie’, omdat ze een politiek betrokken toon aanslaat in haar gedichten, net zoals onder meer dichters Maarten van der Graaff, Frank Keizer en Arno Van Vlierberghe. Ook Chrétien Breukers is deze ‘generatie’ opgevallen; hij noemt hen op zijn weblog (3 februari 2017) de ‘Nieuwe Politieken’.
Een enkele keer vallen er een paar kritische noten. Remco Ekkers (Tzum, 3 december 2016) vindt Kwaad gesternte ‘allemaal nog wat ongecoördineerd’, hoewel hij de urgentie wel duidelijk voelt. Dieuwertje Mertens (Poëziekrant, december 2016) noemt Van Binsbergens poging ‘iets (overstijgends) te zeggen over een generatie, de huidige tijdgeest,’ bewonderenswaardig, maar volgens haar is de bundel soms ook ‘navelstaarderig en puberaal’. Ze prijst het debuut ‘vanwege de ambitie die ervan uitgaat,’ maar stelt ook dat Van Binsbergen ‘nog zoekende’ is.