Agathe

De dichter Paul Valéry was vanaf zijn jeugd al een amateurschilder en -tekenaar. In Parijs kwam hij via de industrieel Ernest Rouart in contact met de impressionist Edgar Degas. Degas zette Valéry aan het werk in het Louvre, waar hij leerde schilderen op de traditionele manier: het kopiëren van oude meesters, zoals Vittore Carpaccio en Andrea Mantegna. In zijn boek Degas, danse, dessin vertelt Valéry vele anekdotes over (zijn tijd met) Degas. Valéry heeft een klein aantal van zijn eigen werken geïllustreerd: voor het postume Agathe is ook een eigen illustratie gekozen.

Alberto Tallone

Van de Italiaanse uitgever endrukkerTallone bezit de Koopman Collectie tien boeken met teksten die de voorkeuren van de uitgever verraden. Hij gaf klassieke Franse auteurs uit, zoals Baudelaire, Ronsard, Scève en Racine, in een strakke, onopgesmukte vormgeving en typografie. Uitgeverij Tallone gebruikte een eigen lettertype, de 'Tallone', en bestaat tot op de dag van vandaag. Alberto Tallone (1898-1968), de oprichter, was afkomstig uit een kunstzinnig milieu; zijn vader, Cesare, was een verdienstelijke schilder, zijn moeder was dichteres. Zijn zussen, broer en vrouw, Teresa, waren respectievelijk musici, antiquaar en kunstcritica. Alberto had echter een voorliefde voor de boekdrukkunst en in het bijzonder voor de edities van Manutius en Bodoni. Hij besloot in de leer te gaan bij de Franse meesterdrukker Maurice Darantière, van wie hij later ook materiaal overnam.

Agathe

De dochter van Valéry, geboren in 1906, werd Agathe genoemd (later Agathe Rouart-Valéry), maar de auteur gebruikte de titel Agathe al eerder, in 1898 voor een nooit voltooid opstel. Hij had er ook andere titels voor in gedachten: Manuscrit trouvé dans une cervelle en Agathe, Sainte du Sommeil. De illustratie van Valéry is een zittend naakt. Behalve de gedrukte tekst bevat deze uitgave ook een facsimile van het handschrift van Valéry, met doorhalingen en al.