Sur le pas

Jaar: 1959

Auteur: André du Bouchet (1924 - 2001)

Kunstenaar: Pierre Tal-Coat (1905 - 1985)

Uitgeverij: Maeght éditeur

Sur le pas, titelpagina met frontispice (p. [4-5])

André du Bouchet was niet alleen dichter, maar ook meestervertaler van moeilijke auteurs zoals Joyce, Faulkner en Celan. Hij studeerde af aan de gerenommeerde Amerikaanse universiteit Harvard en stond van jongs af aan al in contact met andere talen. Dit stimuleerde niet alleen zijn vertalingen, maar maakte hem als dichter erg gevoelig voor de vreemdheid van woorden, hun ritme, klank en betekenis. In zijn gedichten zou hij altijd de confrontatie aangaan met dat gevoel van vervreemding dat in de taal huist.

De 'pas' van Du Bouchet

Met zijn eigen gedichten in Sur le pas zette André du Bouchet een belangrijke stap richting een herkenbare poëtische stem. Het thema van de (voet)stap of de 'pas' is hierin de overkoepelende metafoor waarmee hij het eigenaardige van taal probeert uit te drukken. Woorden als weg ('route', 'voie' en 'marche') komen regelmatig in zijn versregels terug, net als woorden die verwijzen naar abstracte ruimtes zoals lucht, aarde en land ('air', 'terre' en 'pays'):.

Je conserve le souvenir de la rosée sur

cette route où je ne me trouve pas. -

dans le désespor du vent qui renoue.


[Ik bewaar de herinnering aan de dauw op deze weg waar ik niet ben. - in de wanhoop van de vernieuwende wind.]

De 'pas' van Du Bouchet verwijst dus niet alleen naar de ritmische basis van poëzie maar ook naar de betekenis overschrijdende en nomadische aspecten van de taal die de poëzie hanteert. Dat het bij uitstek de dichter, of liever het dichten zelf, is dat zich voortdurend 'en passant' in de ruimte beweegt, zal niemand verbazen. Zo laat Du Bouchet in zijn gedichten ook de lege ruimtes 'spreken' door middel van de marges en het wit tussen de woorden en de regels. Ook de ongebruikelijke zinsconstructies en tegenstrijdige woordcombinaties maken zijn poëzie tot een spannend parcours dat aanzet tot denken.

Tal-Coat

Door zijn nauwe samenwerking met bevriende schilders zoals Giacometti, Bram van Velde maar vooral Pierre Tal-Coat kregen Du Bouchets gedichten nog een extra spannende dimensie. Du Bouchet hield namelijk van schilderkunst die op de rand van abstractie balanceert en daar blinkt Tal-Coat in uit. De van herkomst Bretonse schilder Pierre Jacob was bijna twintig jaar ouder dan Du Bouchet. Hij besloot in 1926 de naam Tal-Coat als pseudoniem aan te nemen om verwarring met de schilder en dichter Max Jacob te voorkomen. Tal-Coat ontmoette Du Bouchet voor het eerst omstreeks 1948, als vrienden zouden ze nog lange tijd samenwerken en van gedachten wisselen over poëzie en schilderkunst.

Ruimte

Een luchtblauwe cassette beschermt deze uitgave van Sur le pas, met zestien originele aquatints en negen gedichten in een fel geel omslag met een zwarte schildering die (voet)stappen suggereert. De luxe-editie werd door galerie en uitgeverij Maeght uitgebracht en springt in het oog door het enorme formaat (42 cm!). Vanwege het thema 'ruimte' is dit grote formaat ongetwijfeld ook een wens van Du Bouchet en Tal-Coat geweest. Tal-Coats aquatints – in expressieve kleuren en op dubbele pagina's – in Sur le pas 'ademen' door Du Bouchets marges en witregels heen, alsof ze de longen van de gedichten voorstellen.

De haan op de vis

Het papier waarop de illustraties en de tekst gedrukt zijn, is handgeschept Richard de Bas. Dit papier wordt vervaardigd in de gelijknamige papiermolen in de Auvergne (Frankrijk). Wie goed kijkt, kan er twee bijzonder watermerken onderscheiden, namelijk: een haan op een vis en Richard de Bas met daarboven een doorstreept hart en het jaartal 1326. Dit was het jaar waarop de molen van deze unieke, overigens nog steeds actieve, papiermolen voor het eerst draaide.

Bibliografische beschrijving

Bibliografie: Sur le pas / André du Bouchet ; [aquatintes originales de] Pierre Tal-Coat ; – Paris: Maeght éditeur, 1959. - [57] p. : ill. ; 42 cm

Drukker: Fequet et Baudier (tekst) Crommelynck (originele aquatintes)

Oplage: 200 exemplaren

Exemplaar: Nummer 119 van de 200 op Auvergne Richard-de-Bas

Lettertype: Elzévir Caslon

Bijzonderheid: Gesigneerd door de auteur en de kunstenaar

Bibliografie: Bénézit 13-441 ; Monod 3956

Aanvraagnummer: KW Koopm E 59

Literatuur

  • Michael Bishop, 'André du Bouchet et l'autre de l'esthétique: Segers, Poussin, Tal-Coat', in: Philippe Met, André du Bouchet et ses autres. Paris, Lettres Modernes Minard, 2003, p. 109-127
  • Michael Bishop, 'Tal-Coat: écart et réciprocité, silence et reconnaissance', in: Altérités d'André du Bouchet. Amsterdam, Rodopi, 2003, p. 73-81
  • Pierre Chappuis, André du Bouchet. Paris, Seghers, 1979
  • Raymond Cogniat, 'Tal-Coat', in: George Besson, Desnoyer, Walch, Tal-Coat, Pignon, Gruber, Fougeron. Souillac (Lot.), Mulhouse, 1947, p. 21-27
  • Michel Collot, Autour de André du Bouchet: actes du colloque des 8, 9, 10 décembre 1983. Paris, Presses de l'École Normale Supérieure, 1986
  • Jacques Depreux, André du Bouchet ou la parole traversée. Seyssel, Champ Vallon, 1988
  • Henri Maldiney, 'Introduction à Tal-Coat', in: Les temps modernes 5 (1949), p. 988-1008
  • Yves Peyré, 'Pierre Tal-Coat et le livre', in: Revue de la Bibliothèque Nationale, 5 (1985) 18, p. 12-17