De Blauwe Schuit: Holland. In plaats van foto

Eind 1942 publiceerde De Blauwe Schuit twee gedichten van Martinus Nijhoff. Zijn naam mocht niet in de publicatie worden genoemd; hij werd aangeduid als 'den dichter van De Blauwe Schuit'.

Nijhoff was geen lid geworden van de Kultuurkamer en had officieel een publicatieverbod. De twee gedichten waren eerder verschenen en konden dus makkelijk in verband worden gebracht met Nijhoff, die dat niet wilde. Hierdoor was de anonimiteit van een eerdere uitgave, Bij het graf van den Nederlandschen onbekende soldaat (1942), feitelijk opgeheven. Nijhoff kenschetste zijn relatie tot De Blauwe Schuit daarom als een 'helaas op losse schroeven geraakte verhouding' (23 februari 1943). Toch bleef hij bijdragen leveren. In latere publicaties van De Blauwe Schuit werd hij nog 'een schepeling van De Blauwe Schuit' genoemd of een van de 'vrienden' van de uitgeverij.

Twee bestaande gedichten in plaats van nieuwe poëzie

De dichter M. Nijhoff kon geen nieuwe gedichten leveren, ook al werd hem dat door F.R.A. Henkels gevraagd. Henkels zat als gijzelaar in Sint Michielsgestel. Nijhoff zelf woonde in Biggekerke op Walcheren, maar moest daar in de zomer vertrekken op last van de bezetter. Zijn huis werd gevorderd. Hij had niet de rust voor nieuwe poëzie. Henkels koos daarom twee bestaande gedichten.

Tentoonstelling 'Nederland in boek en band'(uit Het Noorden in woord en beeld, jrg 17, no. 39 (5 december 1941)

Nijhoff ging akkoord, maar wees er op dat van 'Holland' de versie uit de eerste of de derde druk van de bundel De Wandelaar moest worden genomen. Werkman had die drukken niet, maar ontving eind september de tekst rechtstreeks van Nijhoff. De teksten hadden eerder in het tijdschrift Criterium gestaan (januari/februari 1942) mét Nijhoffs naam. Ze waren bovendien geëxposeerd in Den Haag.

Op uitnodiging van de dichter Jan Campert deed Nijhoff met de twee gedichten mee aan de tentoonstelling 'Nederland in Boek en Band', gehouden in het kantoor van de A.N.W.B. in de Parkstraat in Den Haag van 20 november 1941 tot 10 januari 1942. Nijhoffs vrees dat men de naam van de auteur van zijn vorige Blauwe Schuit-uitgave zou achterhalen was dus niet ongegrond. Maar repercussies bleven uit.

Druksels met iris-effecten

De teksten werden wat onhandig verdeeld over de pagina's (overigens bij Franse dichtbundels niet ongewoon destijds): de eerste strofen op de oneven pagina's en de rest van de gedichten op de verso-zijden daarvan. Alles gezet uit de Halfvette Hollandsche Mediaeval. Het bijzondere van deze uitgave zit hem vooral in de twee met irisdruk gemaakte druksels van Werkman. (Zie H.N. Werkman, korte biografie.)

Er zijn naast die twee druksels nog twee druksels: één op het vooromslag en één op de binnenzijde van het omslag, zowel voor- als achterin. Als de okeren vormen naast elkaar bekeken worden, is te zien dat bovenin een strook lichter is gekleurd. De vorm daarvan komt overeen met het onderste deel van de okeren vorm en is waarschijnlijk te danken aan de omwenteling van de inktrol. Er is van beneden naar boven gerold. Wat beneden aan inkt is afgegeven bepaalt de lichtere inkt in het bovenste deel. Het is er een soort nabeeld van.

De twee irisdrukken voldeden aan de wensen van de uitgevers August Henkels en Ate Zuithoff. De druksels moesten in 'lichte frissche kleuren' worden uitgevoerd (brief van Henkels aan Zuithoff, 2 mei 1952).

Irisdruk is een techniek waarbij verschillende kleuren in elkaar overlopen. Bij het handmatige proces van Werkman was dat niet al te lastig uit te voeren. Hij inkte de rol van links naar rechts (of andersom) in diverse kleuren in. Voor elk exemplaar moest de rol apart worden ingeinkt. Of de rol tussendoor werd schoongemaakt of bijgeinkt, is niet goed te zien, maar alle exemplaren zijn anders.

Voor de illustratie op pagina 3, die met de blauwe soldaat, werden de kleuren groen en blauw gekozen. Werkman hanteerde de roller daarbij horizontaal van links naar rechts, waardoor rechts een lichtere plek ontstond (daar had de rol precies één omwenteling gemaakt en was de meeste inkt er af).

De tweede irisdruk (pagina 3) werd met twee sjablonen gemaakt én met een derde voor de in blauw gedrukte soldaat. Dat was een idee geweest van Henkels, waarmee de tekst strikt werd gevolgd: een 'grenadier', 'een blauwe tuniek', 'een shako'. Maar de detaillering ('een laklederen koppel, 'een rood biesje langs de pantalon') kon zo niet worden gerealiseerd door Werkman. Alles werd blauw.

[Auteur van deze bijdrage: Paul van Capelleveen]

Copyright

© De teksten van M. Nijhoff worden hier gereproduceerd met exclusieve toestemming van de Erven Nijhoff.

Beschrijving van BS20

[M. Nijhoff], Holland. In plaats van foto. [Druksels van H.N. Werkman.]

4 pagina's, genaaid in omslag. 273x219 mm.

December 1942.

Letter: Halfvette Hollandsche Mediaeval (titels pagina 1 en 3: corps 36; gedichten pagina 1-4 en titel colofon: corps 20; tekst van colofon: corps 12).

Oplage: 120. Papier: Eenzijdig gekalanderd papier: de gladde zijde aan de binnenzijde; ongekalandarde kant heeft een licht linnen persing (omslag); tweezijdig gesatineerd ongekleurd papier (binnenwerk).

Colofon: 'Colophon Deze gedichten van den dichter van De Blauwe Schuit werden in December 1942 gedrukt en verlucht door H.N. Werkman. De oplage is beperkt tot 120 ex. die niet in den handel komen en bestemd zijn voor de vrienden van de Blauwe Schuit.'

Literatuur

  • Groninger Museum, Werkman Archief [Online].
  • F.R.A. Henkels, Logboek van de Blauwe Schuit. Groningen, 1982.
  • Reilen en zeilen van de Blauwe Schuit. De brieven die August Henkels tussen 1939 en 1944 schreef aan mede-schipper Ate Zuithoff. Utrecht, 1997
  • Schepelingen van De Blauwe Schuit: brieven van Bertus Aafjes, K. Heeroma, M. Nijhoff, S. Vestdijk en Hendrik de Vries aan F.R.A. Henkels, 1940-1946. Den Haag, 2003.
  • Hendrik Nicolaas Werkman, Brieven rond De Blauwe Schuit (1940-1945). Nijmegen, 2008.
  • Ate Zuithoff, Hendrik Werkman en De Blauwe Schuit: herinneringen van een schipper. Utrecht, 1995.