De Blauwe Schuit: Geschiedenis van den soldaat

In augustus 1943 vatte Julia Henkels het plan op voor 'een rijmprentje' voor de verjaardag van dominee August Henkels. Daarvoor kozen zij samen M. Nijhoffs vertaling van een tekst door C.F. Ramuz. Maar eigenlijk ging het om de illustratie van een vioolspelende soldaat.

Daarvoor had hij een voorbeeld en die figuur vond Henkels 'zoo'n innemend soldaatje', perfect geschikt om de Geschiedenis van den soldaat mee te illustreren, mits de soldaat op zijn viool zou spelen: 'dat is jou wel toevertrouwd' schreef Henkels aan drukker H.N. Werkman. Er bestaan enkele proeven, maar tot een uitgave kwam het niet.

Onmogelijke opgave

Het probleem zat hem in de opdracht die Henkes aan Werkman verstrekte op 5 augustus 1943: hij vroeg hem als model een illustratie te nemen die de Belgische kunstenaar Edgard Tijtgat maakte voor de eerste uitgave van Nijhoffs vertaling van C.F. Ramuz, De geschiedenis van den soldaat, gelezen, gespeeld, gedanst, geteekend (verschenen bij A.A.M. Stols in 1930). Dat was een lastige opdracht, want het kwam er op neer dat Werkman de quasi-primitieve en expressionistische tekeningen van Tytgat zou moeten imiteren. Een week na deze opdracht stuurde Henkels hem het boek op. Hij wilde graag dat er 'veel en heldere kleuren' gebruikt zouden worden. Een vrolijke uitgave dus, die voor zijn verjaardag op 9 september klaar had moeten zijn.

Het was niet de bedoeling de hele tekst te drukken, er werden zes regels uitgekozen uit het slot van het stuk als de 'verteller' de afloop van het verhaal vertelt. Een eerste proef daarvan was op de 12de augustus al klaar. Na het opsturen van de gecorrigeerde drukproef schreef Henkels nog een keer vol vuur over de prenten van Tytgat die wel tot 'z'n beste werk' horen. Ook vond hij de soldaat iets heel aantrekkelijks hebben wat kwam door het karakter ervan dat 'volkstümlich' was, 'in de beste zin', met een totaal niet militaristische uitdrukking:

Z'n gelaatsuitdrukking, de vorm van z'n sjako, de kleeding - alles is goed van atmosfeer. Ook de kleuren: een mooi lichtrood, een mooi groen etc., het is dé soldaat die in het gedicht bedoeld wordt. Daarom had ik graag dat dit kinderlijk-ontroerende in jou[w] stijl vertaalde.

Dat waren wel heel veel superlatieven en daarmee strenge beperkingen voor een eigen interpretatie. En Henkels ging nog verder: een illustratie boven én onder de tekst waren nodig; de tekst moest verschijnen op ene gekleurde ondergrond; onder het colofon zou nog een 'streep helder blauw' kunnen komen; misschien moest er naast de soldaat nog een 'prinsesje erbij met 'r dansjurkje'.

Werkman kwam er niet uit, al; zat hij een hele ochtend te knoeien aan deze opdracht. Als hij de prenten van Tytgat bekeek, voelde hij schaamte om wat hij aan het 'nabouwen' was. Hij stuurde de resultaten mee, maar vond ze zelf niet gelukt.

Nieuwe poging

De eerste proef van de tekst - met correcties door Henkels - bevindt zich (dankzij bemiddeling van Antiqauariaat André Swertz en de KB) nu in het Huis van het boek (Den Haag). Gedichtregels en colofon werden gezet uit de Nobel. In de tekst van het colofon werden daarna veranderingen aangebracht. Er stond: 'Deze regels van den dichter M. Nijhoff uit zijn Geschiedenis van den Soldaat [...]'. Dat was niet helemaal juist, want het was zijn vertaling van Ramuz' tekst. Het woordje 'zijn' werd veranderd in 'De'. Daarna kwamen de twee geïllustreerde proeven, waarvan één met en vioolspelende soldaat én een prinsesje, zoals Henkels had voorgesteld, met onder de tekstregels nog vier dansende figuren.

De derde proef bevatte alleen de vioolspeler tegen een achtergrond van blauw en geel. De vierde proef (nu ook in het Huis van het boek) bevatte alleen de illustratie (geen tekst) met daaronder enkele blauwe strepen. Werkman bleef ontevreden:

Weet je wat het geval is, je kunt met zooiets al prutsend wel eens een aardig resultaat krijgen, maar dan blijft het meestal bij één ex. (brief van Werkman aan Henkels, 30 augustus 1943)

En ze wilden er vijftien maken. Dat ging dus niet lukken. Om de een of andere reden kon Werkman geen vioolspelende soldaat velen. Hij had er een keer één in het echt gezien en toen had hij zich moeten 'omdraaien' (Brief van 2 september 1943).

[Auteur van deze bijdrage: Paul van Capelleveen]

Beschrijving

[C.F. Ramus], [De geschiedenis van den soldaat.] [Vertaling: M. Nijhoff]. [Druksel: H.N. Werkman].
[1] blad, 404 x 204 mm (proef Huis van het boek) (los tekstgedeelte: 204x105 mm).
Augustus-september 1943.
Letter: Nobel.
Oplage: onbekend.
Papier: ?.
Colofon: 'Colophoon Deze regels van den dichter M. Nijhoff uit zijn Geschiedenis van den Soldaat werden als huisspreuk gedrukt voor enkele vrienden van De Blauwe Schuit door H.N. Werkman in een oplage van 15 exemplaren in het jaar 1943.' (proef Huis van het boek); 'Colophoon Deze regels van den dichter M. Nijhoff uit De Geschiedenis van den Soldaat werden als huisspreuk gedrukt voor enkele vrienden van De Blauwe Schuit door H.N. Werkman in een oplage van 15 exemplaren in het jaar 1943.' (proef Stedelijk Museum Amsterdam)

Literatuur

  • 'Groninger Museum Werkman Archief' [online].
  • Hendrik Nicolaas Werkman, Brieven rond De Blauwe Schuit (1940-1945). Nijmegen, 2008
  • Ate Zuithoff, Hendrik Werkman en De Blauwe Schuit. Herinneringen van een schipper. Utrecht, 1995